De meeste jongens dromen ervan brandweerman te worden of straaljagerpiloot. Bij weinigen staat een ontmoeting met de paus op het verlanglijstje. Op dat van de kleine Koen Wauters wel. Of toch niet helemaal?
Eigenlijk wilde ik een onuitgesproken droom van zijn ouders waarmaken. Als kind probeer je toch zo nu en dan iets terug te geven voor al wat je ouders voor jou hebben gedaan, zegt hij vertederend.
In ‘Projekt K’ probeert u acht jongensdromen te verwezenlijken, maar ditmaal wilde u de droom van uw ouders waarmaken?
Koen Wauters • Dat zou je kunnen stellen, ook al hebben ze dat nooit zo uitgesproken. Ik ken mijn ouders als diepgelovige mensen. Mijn vader – hij is 83 – is de drijvende kracht achter het kerkkoor van de parochie. Volgend jaar zingt hij 75 jaar mee, mijn ma 45 jaar. En ik had goed gegokt. Ze waren dolgelukkig. Bovendien wilde ik deze paus ook zelf graag ontmoeten.
Inspireert paus Franciscus u?
Koen Wauters • Niet over de hele lijn. Dat hij het opneemt voor de mensen in armoede, vind ik logisch, omdat dat de kern van het evangelie is. Alleen maakt het zo’n indruk omdat hij het zo oprecht doet. Als hij tegen een aantal heilige huisjes in de Kerk schopt, denk ik: Goe bezig, jong!, maar ik besef dat hij niet alles in een tijdspanne van enkele jaren kan veranderen.
De paus is een charismatisch man. Hij heeft schwung.
Zijn aanpak vindt ook buiten de Kerk veel weerklank, denk maar aan zijn bezoek aan de Verenigde Staten. Die gast is een echte rockster. Hij heeft een boodschap en weet ze te verkopen.
Ik ontmoette hem tien luttele seconden. In mijn beste Spaans vertelde ik dat mijn ouders samen 120 jaar in het kerkkoor zingen. En dan, zoef, is het voorbij. Op dat ene moment waarop hij je aankijkt, speelt echter al wat er tevoren is gebeurd en nog moet komen, heel even geen rol.
Als tegenprestatie stapte u van Assisi naar Rome. Was dat een sportieve uitdaging of ook een heuse pelgrimage?
Koen Wauters • Fysiek was het niet zo zwaar. Enkele dagen had ik gezelschap, maar voor de rest legde ik het traject alleen af. Ik had geen geld, geen telefoon, geen muziek bij me. Als je zo dag in dag uit in de voetsporen van Franciscus stapt, kun je uren onderweg zijn zonder iemand te ontmoeten.
Aanvankelijk geniet je van het landschap, maar als vanzelf leidt dat tot introspectie.
Zelfs als je met twee op stap bent. Een losse babbel mondt al snel uit in een gesprek over de dingen des levens. Ik weet nu al dat heel wat momenten van die pelgrimstocht me altijd zullen bijblijven.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.