Hendrik Mussche: en toen wist ik het zeker | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Kerk & Leven

Kerk & Leven

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Maak kennis met de redactie Kerk & Leven niet goed ontvangen? Meld het hier. U bent abonnee en u verhuist? Meld het hier. Abonneren op Kerk & Leven Schenk een abonnement op Kerk & Leven Vraag een proefnummer aan Archief Kerk & Leven

Hendrik Mussche: en toen wist ik het zeker

Eveline Coppin

Eveline Coppin

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 20 januari 2016 - 12:51
Afdrukken
Redacteur Eveline wijdt aan elk van de zeven werken van barmhartigheid een artikel. Hendrik Mussche was bankdirecteur en werd begrafenisondernemer.

Op zijn 32e was Hendrik Mussche (48) – criminoloog van opleiding – kantoordirecteur van een bank en personeelsverantwoordelijke van vier bankfilialen. Hij wou graag het goede doen voor de mensen, maar dat bleek niet altijd gelijklopend met wat voor de bank het beste was. Hij besloot het over een andere boeg te gooien en volgde een opleiding tot begrafenisondernemer. Terwijl hij daarmee bezig was, overleden plots zijn schoonbroer en zijn schoonvader…

… en toen maakte u wel van heel nabij kennis met het beroep?

Hendrik Mussche • Toen wist ik zeker dat ik begrafenisondernemer wou worden. Je mag mens onder de mensen zijn en staat ten dienste van anderen. Ik haalde altijd al energie uit werken met mensen. In mijn jeugdjaren als hoofdmonitor bij Jeugd en Gezondheid (nu Kazou, de jeugddienst van de Christelijke Mutualiteiten, n.d.r.) en later bij de bank in het contact met klanten en medewerkers.

Ik zwoor echter dat ik niets meer zou verkopen dat de klant niet wou en dat principe draag ik nog altijd hoog in het vaandel.

Als je de toonzaal ziet, zou je het omgekeerde kunnen denken, want we bieden er heel wat uitvaartartikelen aan. Klanten moeten kunnen kiezen, maar ik ga hen nooit ergens toe overhalen. Integendeel, zelfs. Als ze onmiddellijk na de crematie vragen naar een urne of hangertje om as van de overledene in te bewaren, adviseer ik hen nog te wachten, zodat ze geen te emotionele keuze maken.

Wat zijn de essentieelste eigenschappen van een uitvaartondernemer?

Hendrik Mussche • Allereerst moet een uitvaartondernemer over het nodige organisatietalent beschikken. Er moet heel wat geregeld worden, zowel met de familie en de gemeente als met de parochie of het crematorium. Voorts beschik je maar best over de nodige bemiddelingscapaciteiten, want in nogal wat families is er onenigheid.

Daarnaast moet een uitvaartondernemer empathisch zijn, maar wel op een professionele manier. Daaronder versta ik dat je kan meeleven met de mensen, maar wel de nodige afstand bewaart. Dat is nodig om de mensen voldoende tot steun te kunnen zijn.

Als je te veel zou meevoelen, houd je het niet vol en beland je bij wijze van spreken binnen de vijf jaar in de psychiatrie.

Zeker uitvaarten van kinderen of jongeren of mensen die stierven door zelfdoding of een verkeersongeval, zijn emotioneel zwaar beladen.  

Tot slot, en daar maak je als begrafenisondernemer het verschil, is om goed aan te voelen wat de familie wil. Om dat te weten, maak ik voor het eerste gesprek anderhalf tot twee uur tijd vrij. Dat is veel, maar de moeite waard, omdat in dat gesprek de basis wordt gelegd voor de verdere samenwerking.

Ik vraag door over hoe ze de begrafenis zien en vertel hen over wat wel en niet kan. Zo weten mensen vaak niet dat ze de kist van de overledene de kerk mogen binnendragen. Een klein gebaar, maar wel erg betekenisvol. Een mooie begrafenis voor de nabestaanden is dan ook een begrafenis waarop de juiste dingen zijn gebeurd en gezegd om waardig afscheid te kunnen nemen.

Hendrik Mussche © Eveline Coppin

Gaan gelovigen anders om met de dood?

Hendrik Mussche • Ik ervaar meer rust bij mensen die geloven dan bij hen die dat niet doen. Ongelovigen beweren zelfs soms dat ze zo’n houvast als het geloof missen. Een bijkomend voordeel van een kerkelijke uitvaart is dat er veel rituelen en tradities zijn die helpen om de rouwverwerking te starten. In het landelijke Lovendegem en Waarschoot kiest nog zo’n 65 tot 70 procent voor een kerkelijke uitvaart, waar dat in ons filiaal aan de noordrand van Gent slechts vijf procent is.

Soms is het wel schipperen als de overledene katholiek gelovig was en zijn nabestaanden geen band meer hebben bij de kerk.

Ik stuur altijd aan op een regeling waar alle partijen zich goed bij voelen, want de nabestaanden moeten emotioneel wel verder kunnen. Vaak komt er een tussenoplossing uit de bus, zoals een woord- en gebedsdienst in een kerk in plaats van de klassieke eucharistieviering of een kort afscheidsgebed in het crematorium zoals dat anders zou gebeuren op het kerkhof.

Voor mensen die niet geloven gaan we soms zelf in diensten voor, omdat we door het vele contact met de familie al een goed beeld kregen van de overledene. Dat vraagt veel tijd en energie – waar we geen cent extra voor vragen – maar het schenkt de betrokken familie en ook onszelf als begrafenisondernemer wel veel voldoening.

Een op zes Belgen nam al schikkingen voor zijn of haar begrafenis, bijvoorbeeld door een uitvaartverzekering af te sluiten. Vindt u dat zinvol?

Hendrik Mussche • Zinvol is dat de mensen die je omringen weten hoe je graag jouw uitvaart wilt. Zo vragen mensen mij soms om langs te komen, zodat ik kan noteren hoe ze hun uitvaart wensen. Dat doe ik kosteloos als hun uitvaart nadien door mij gebeurt.

De stap naar een uitvaartverzekering – waarbij je via voorafbetalingen je uitvaart betaalt – is in mijn ogen in veel gevallen overbodig. Ik vind ze enkel handig voor mensen die niemand meer hebben, waardoor ze volgens hun eigen wensen kunnen worden begraven of voor mensen die niet zoveel geld hebben of hun familie niet met de begrafeniskosten willen belasten.

Barmhartigheid is altijd erg concreet en lichamelijk. Zijn we evenwel niet vervreemd van de zorg voor een overledene?

Hendrik Mussche • Het lichaam van een gestorvene wassen en kleden gebeurt nog maar zelden door de familie zelf. Ik gok zowat vijftien keer in de vijftien jaar die we bestaan. Dat komt omdat de dood steeds meer werd weggeduwd uit ons dagelijkse leven. Mijn grootvader, bijvoorbeeld, woonde bij mijn ouders thuis in en is daar ook gestorven. Maar nu overlijden mensen vaak in een woonzorgcentrum of ziekenhuis, waardoor ze niet meer thuis worden opgebaard.

Als mensen ons een overlijden te melden, vraag ik of we onmiddellijk moeten komen of nog wat wachten, zodat ze afscheid kunnen nemen op de plaats waar de persoon gestorven is.

Zelf zie ik het wassen en kleden, of uitgebreider, de doden begraven, niet als een werk van barmhartigheid, maar gewoon als mijn beroep. Al vind ik het wel zinvol werk en probeer ik het ook werkelijk goed te doen. Mocht ieder van ons dat al doen, dan zou de wereld er toch wat beter uitzien, nee?

Gepubliceerd door

Kerk & Leven

Meer

Artikel
Jaar van Barmhartigheid
werken van barmhartigheid

Deel dit artikel

Share on Facebook
Share on Twitter
Share via Email

Lees meer

© Nick Fewings / Unsplash / Pexels
readmore

Elke week goed nieuws in 3-voud - 18 augustus

icon-icon-afbeelding
Missionarissendag 2022 © Bisdom Gent, foto: Paul De Neve
readmore

Missionarissendag 2022: gebed en verbondenheid zijn de motor

icon-icon-nieuws
Paus Franciscus tijdens de algemene audiëntie van woensdag 10 augustus 2022 © VaticanMedia
readmore

'Zonder dialoog tussen ouderen en kinderen is er geen toekomst'

icon-icon-blog

Reacties

Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw. 

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2022 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook