Volgens de bejaarde Nederlandse hoogleraar psychiatrie Herman M. van Praag is atheïsme eigenlijk een afwijking van de norm. Deze tegenwoordig wellicht vreemd klinkende stelling werkte hij uit in twee boeken, Het verstand te boven (2013) en Net voorbij de rede (2014).
Van Praag stamt uit een Joods, niet-religieus gezin en belandde met zijn familie in de concentratiekampen.
De man was in Nederland de grondlegger van de biologische psychiatrie. Pas op latere leeftijd groeide hij naar het religieuze.
Vermomd als tijdgenoot
De auteur zegt dat hij zich religieus kan noemen, maar een strikt geprivatiseerde religie belijdt; dat de voornaamste ankerpunten van zijn leven door religie, met name door het jodendom, zijn bepaald en dat hij voor die overtuiging een hoge prijs betaalde. Toch heeft die ervaring hem gesterkt.
In Net voorbij de rede graaft Herman van Praag in Bijbelse verhalen, ook in die van ‘medejood’ Jezus, om zichzelf een beeld van God te kunnen vormen.
Zo komt de Bijbel voor hem tot leven.
Hij vermomt zich tijdens zijn zoektocht telkens als een ‘tijdgenoot’, die de beschreven gebeurtenissen zelf beleeft.
Duidelijk joods
Van Praag maakt een onderscheid tussen twee types verstand. Het eerste is het logische, dat zich strikt houdt aan de grenzen van de rede, het tweede is wat hij het beeldvormende verstand noemt en dat vrij paradoxaal irrationeel te werk gaat.
Een mens heeft beide nodig. Het instrument om de twee te combineren, is wat van Praag de Jakobsladder noemt: je kunt omhoog klauteren en een nieuwe wereld binnentreden. Dat is echter ook nadenken. Zijn hele betoog is fundamenteel joods en veel minder christelijk. Je leest en denkt na.
Herman van Praag, Net voorbij de rede
Boom, 2014, ISBN 978 90 8953 310 4, 322 blz., 29,90 euro.