Elke dag staan Gaspar De Reu (80) en zijn vrouw Josephine Michiels (82) om 6.30 uur op. Ze ontbijten, maken hun zoon Dirk – die het syndroom van Down heeft – klaar om naar dienstencentrum Mozaïek te gaan en beginnen dan aan hun goedgevulde dag. De meeste tijd brengt het kwieke koppel door in residentie Hof Ter Linden in Evergem, waar ze op bezoek gaan bij de bewoners, met hen gaan wandelen en activiteiten organiseren, zoals een cava- of borrelnamiddag, quiz, verjaardagsfeest of kerstverhalenvoorleesmoment.
Jullie laven ook de dorst van de bewoners?
Josephine MIchiels • Zeker, aangezien we de drank in de cafetaria serveren. We doen dan ook altijd een babbeltje met de mensen. Maar praten doen we evenzeer op de kamer van de bewoners. We kennen ze zowat alle 120 bij naam. Soms klagen mensen wel eens. Dat ze te weinig bezoek krijgen. Of dat het eten beter kan. Ik antwoord dan altijd: „Was het bij u thuis altijd perfect in orde?”
Mensen zouden best wat verdraagzamer mogen zijn. Dat zou veel problemen vermijden en mensen zouden op slag wat gelukkiger zijn.
Gaspar De Reu • Ik breng eveneens mensen naar de dokter, een begrafenis of het ziekenhuis en hoor dan heel wat verhalen. Wat mensen veel pijn doet, is een moeilijke band met hun kinderen of kleinkinderen. Ik denk dat er tussen de vier muren van een serviceflat of rusthuiskamer veel eenzaamheid moet zijn. Met hen mee-lijden doe ik niet, want dan zou ik het thuis niet van mij kunnen afzetten, maar ik tracht de mensen wel mee te begeleiden en medelevend te zijn.
Jullie zijn zelf tachtigers. Waren halen jullie de energie vandaan?
Josephine Michiels • Ik krijg energie als ik mensen gelukkig kan maken. Als ik zie dat mensen niet in de kou blijven staan. Bewoners kunnen blij zijn met kleine dingen, zoals wanneer we met hen naar de markt gaan of tijdens een wandeling iets gaan drinken in een cafeetje.
Gaspar De Reu • Het is ook fijn dat we dit vrijwilligerswerk samen kunnen doen. Mocht mijn vrouw daar niet achter staan, zou ik compromissen moeten sluiten en bijvoorbeeld meer thuis moeten zijn. Nu hoeft dat niet. We worden ook gewaardeerd voor wat we doen. Zo vroeg een vrouw onlangs wanneer ik nog eens een klassieke muzieknamiddag zou geven. Ik was daarmee gestopt, omdat de opkomst laag was, maar ze wou graag nog eens de uitleg horen over de Ouverture 1812 van Tsjaikovski, een van mijn favoriete klassieke werken.
We zijn vrijwilliger geworden toen mijn moeder eind 1999 in Hof Ter Linden werd opgenomen. Het personeel had schrik dat we na haar overlijden in 2004 zouden afhaken, maar we deden het te graag om er de brui aan te geven. Ondertussen ben ik coördinator van de veertien vrijwilligers. Ook in het dienstencentrum Mozaïek, waar onze zoon Dirk overdag verblijft, steken mijn vrouw en ik af en toe een handje toe. Daarnaast ben ik lector en misdienaar in de kerk.
Dorst is voor Jezus het beeld van het diepe verlangen van de mensen. Wat is in jullie leven echt van tel?
Gaspar De Reu • Mijn echtgenote. Ik zou een grote sukkelaar zijn zonder haar. Ik durf er niet aan te denken dat ze er niet meer zou zijn. Of dat een van mijn kinderen of kleinkinderen voor mij zou sterven. Ook mijn gezondheid zou ik niet willen missen.
Verder hoop ik dat ik nooit moet meemaken dat ik besef dat ik dement aan het worden ben. Gaspar De Reu
Geld en bezit vind ik relatief. Dat moet je toch achterlaten. Al vraag ik me soms wel af wie na mijn dood mijn werk aan onze stamboom zal verderzetten. Ik ben daar al sinds de jaren vijftig mee bezig en sommige takken gaan terug tot in de achttiende eeuw.
Josephine Michiels • Naast mijn man zijn mijn drie kinderen en zeven kleinkinderen erg belangrijk voor mij. Als we een probleem hebben, bijvoorbeeld met onze computer, dan staan ze altijd paraat. We hebben een goede band met elkaar. Op zondag komen ze ’s middags naar hier om te aperitieven. We denken er ook aan een appartement te bouwen voor onze zoon samen met vier andere ouders die een kind hebben met een beperking, zodat ze daar samen begeleid kunnen wonen.
Lessen jullie ook op een figuurlijke manier de dorst van mensen?
Josephine Michiels • Zeker, door met de bewoners in gesprek te gaan. Daarnaast heb ik tien jaar catechese gegeven in Evergem. Ik ben er echter mee gestopt, omdat ik de houding van veel kinderen en ouders niet enthousiast genoeg vond tegenover het geloof en de catechese.
Gaspar De Reu • Ik hou in Hof Ter Linden een korte gebedsdienst op maandag – ik gebruik daarvoor de misblaadjes van de eucharistieviering van Evergem – en deel bij gebrek aan een priester ook de communie uit. Daar komen toch zo’n dertig mensen op af. Ik verrichtte ook al de laatste gebeden bij een vijftal bewoners. De cursus palliatieve zorgverlening die ik aan Sint-Lucas in Gent volgde, kwam daarvoor goed van pas.
Jezus dorst ernaar dat mensen zijn boodschap zullen begrijpen. Wat is voor jullie de kern daarvan?
Josephine Michiels • Liefde. Niets meer of niets minder dan dat.
Gaspar De Reu • Al hetgeen ik doe, is zonder er veel bij stil te staan een antwoord op wat Jezus van ons verwacht, namelijk elkaar liefhebben. Wij hebben het goed, dus we trachten ervoor te zorgen dat anderen het ook goed hebben.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.