Kent u The Crown? Dat is een knappe Britse televisieserie over het leven van koningin Elizabeth II. Laatst zag ik een aflevering die zich afspeelde in juli 1969. De oudere lezer raadt meteen het onderwerp: de eerste maanlanding. De scenarioschrijvers bekijken die fenomenale gebeurtenis vooral door de ogen van prins Philip, die als piloot gefascineerd is door de knappe technologische prestatie. Als kijker herbeleef je vanaf de eerste rij een groot moment uit de menselijke geschiedenis.
Zelf was ik destijds nog een baby, maar ik zag de beelden van de maanlanding achteraf en ik aanhoorde de verhalen van mensen die tijdens de historische gebeurtenis aan een tv-toestel waren gekluisterd. Wereldwijd volgden naar schatting 650 miljoen mensen rechtstreeks de eerste passen van Neil Armstrong in het maanstof. Een onwaarschijnlijke droom werd realiteit.
Telkens ik de beelden zie, besef ik wat de westerse mens vandaag ontbreekt. We hebben geen grote dromen meer.
We dromen niet van vrede, want ze is er al 75 jaar. We dromen niet van een beter bestaan, want de meesten onder ons leven in welvaart. We dromen niet van verre ontdekkingen, want de hele wereldbol is al in kaart gebracht. We hebben zoveel bereikt en verworven, dat we vooral willen behouden wat we hebben.
Dat merk je ook aan onze politici. Na de Tweede Oorlog konden politieke leiders het land heropbouwen, werden snelwegen aangelegd en kwam de luchtvaart op gang, werd de sociale zekerheid uitgebouwd, ontstond een indrukwekkende emancipatiebeweging. De Verenigde Naties werden opgericht, de Europese integratie was een inspirerend ideaal. Er was geen gebrek aan ambitieuze plannen en gemeenschappelijke projecten. We droomden collectief van vooruitgang.
Waarover dromen we vandaag? Zijn er nog grote projecten of wensen waarrond de bevolking zich kan verenigen? De klimaatstrijd zou die rol kunnen spelen, maar creëert tot nu toe vooral angst voor wat komen gaat. Tegelijk zijn we bang voor migratie, voelen we ons machteloos tegenover de internationale economie, krijgen we moeilijk vat op extremisme en terreur, twijfelen we over de toekomst van onze pensioenen.
De dromende mens maakte plaats voor de bange mens.
In mijn opsomming ontbreekt een belangrijk element. Velen verloren God. De ultieme zingeving in het leven, de overtuiging dat we als mens onvoorwaardelijk gewenst en bemind zijn door een hogere kracht, verdampte. Een gemeenschappelijk geloof maakte plaats voor een individuele zoektocht naar betekenis, of zelfs voor een leven dat nog louter materiële wensen najaagt. Ooit waren op zondag de winkels dicht en de kerken open, nu is het steeds vaker andersom.
Toch wil ik geen doemdenker zijn. De mens is het dromen niet verleerd. Velen hopen op een wereld die vredevoller, rechtvaardiger, duurzamer, menslievender is.
Wij kunnen daar als kerkgemeenschap iets fundamenteels aan toevoegen. Onze ultieme droom hoeven we immers niet uit te vinden, hij is er al. Christus roept ons op om mee te bouwen aan het Rijk Gods. „Uw rijk kome”, bidden we in het Onzevader. We formuleren dat niet als vraag, maar als stellige overtuiging. Dat Rijk Gods is niet enkel een verre toekomstverwachting, het is hier en nu een opdracht. Zijn rijk wordt niet gestuurd door winstbejag, egoïsme of materialisme.
We durven te geloven dat God een heel andere wereld plant en van ons verwacht.
Er heerst te vaak pessimisme en gelatenheid in onze kerkelijke rangen. Dat mogen we echt niet aanvaarden. Als wij, christenen, het dromen verleerd zijn, wie zou het dan wel nog kunnen?”
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.