Het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, CETA genaamd, leidde de voorbije weken tot grote politieke deining. Tal van goedeen minder goede argumenten pro en contra vlogen heen en weer.
Wie wat dieper graaft, ziet evenwel dat niet zozeer dit ene handelsverdrag opschudding veroorzaakt, maar veeleer het bredere thema van de globalisering. De steeds toenemende wereldwijde economische verstrengeling dus.
Machteloos tegenover multinationals
Die globalisering – ook wel mondialisering genoemd – veroorzaakt al veel langer heisa. De voorbije decennia staken actiegroepen de kop op die de globalisering bestrijden, of toch minstens de huidige versie ervan.
Er zijn daarentegen ook heel wat stemmen die net beklemtonen hoe voordelig de globalisering wel is voor ons. Wie heeft nu eigenlijk gelijk?
De voordelen van globalisering zijn talrijk, zoals meer economische groei en welvaart, een grotere bewegingsvrijheid voor mensen, goe- deren en diensten, een vlottere uitwisseling van kennis en informatie, een grotere keuze aan producten, bovendien tegen lagere prijzen.
Tegelijk zijn er ook nadelen. In sommige sectoren trekt de werkgelegenheid weg naar landen met lagere lonen. Werknemers staan vaak machtelozer tegenover grote multinationale ondernemingen. Bovendien leidt internationale handel tot meer transport en bijgevolg tot
vervuiling en klimaatverandering.
Afwezigheid van politiek gezag
Globalisering is niet per kunnen we de definitie goed of slecht. Juister is te zeggen dat ze
zowel kansen als bedreigingen creëert. Wie een lijst aanlegt van alle nadelen, zal zien dat die in één pijnpunt samenkomen: de afwezigheid van een politiek gezag om alles in goede banen te leiden.
Bedrijven en burgers die in één land actief zijn, vallen onder de wetgeving van dat land. In dat geval is de situatie vrij eenvoudig: zij moeten zich houden aan de plaatselijke regels inzake arbeid, leefmilieu of sociale bescherming. Bedrijven die wereldwijd actief zijn, kunnen echter ‘shoppen’. Waar zijn de lonen het laagst? Waar staan de vakbonden zwak? Waar bestaan weinig milieuregels?
Al die factoren leiden tot goedkopere producten en diensten, maar de sociale of ecologische kost is groot.
Die kost wordt echter niet gedragen door de betrokken bedrijven, maar door de samenleving. Door ons allen dus. Net op dat punt zouden we allemaal wat kritischer moeten kijken naar ons eigen gedrag. Jonathan Holslag, politicoloog aan de VUB, analyseerde dat recentelijk snoeihard op zijn Facebookpagina. Hij noemt de werknemers uit de lageloonlanden de moderne slaven die onze globalisering overeind houden” en stelt dat de decadente Europese middenklasse haar eigen graf graaft.
Bijsturen met ons consumptiegedrag
Te harde woorden? Misschien. We kunnen echter niet de ene dag boos zijn omdat fabrieken hier sluiten en naar China trekken, om dan de volgende dag goedkope kledij te kopen die in China werd vervaardigd.
Met dat gedrag moedigen we juist aan wat we verfoeien.
We leven in een tijdperk van ongebreidelde consumptie, maar we willen niet zien dat onze trui, onze gsm, onze tuinstoelen en ons speelgoed uit lageloonlanden komen, waar de arbeidsomstandigheden, de sociale bescherming en de milieuwetten vaak bedroevend zijn.
Als we de globalisering in betere banen willen leiden, zullen we dus minstens twee zaken nodig hebben: een kritischer gedrag als consument en politieke organen die de machteloosheid van de nationale overheden overstijgen. Met ons consumptiegedrag kunnen we – veel meer dan we denken – de globalisering bijsturen. Wat sterkere internationale overheden betreft, staan we op wereldvlak nog niet ver, maar misschien kunnen we alvast beginnen met het versterken van de Europese instellingen?
Want al schreeuwen zowel linkse als rechtse populisten almaar luider tegen Europa, zonder de Europese Unie worden we alleen maar machtelozer.
Die unie is ons krachtigste instrument om de marsrichting van onze planeet te bepalen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.