Het nieuwe schooljaar is begonnen, een miljoen leerlingen en scholieren trekken opnieuw naar school. Het leeuwendeel van hen gaat naar het katholiek onderwijs en krijgt dus godsdienstles. De Belgische bisschoppen willen dat vak nu herbekijken en stelden een werkgroep aan voor de actualisering van het leerplan rooms-katholieke godsdienst.
Vóór de zomervakantie was er heel even een rel over het concept ‘katholieke dialoogschool’. De vrees werd geuit dat het katholieke karakter van de scholen daarin zou verloren gaan. Dat is nochtans geenszins de bedoeling. De katholieke dialoogschool gaat vanuit de eigen identiteit de dialoog aan met niet-gelovigen en andersgelovigen, binnen en buiten de schoolmuren.
Allemaal goed en wel, maar kun je met anderen de dialoog aanknopen wanneer je eigen identiteit sterk verwaterd is?
Die kritische vraag werd geregeld gesteld en is inderdaad pertinent. De actualisering van het vak godsdienst die de bisschoppen beogen, moet daarop het antwoord kunnen bieden. Het klopt immers dat veel jongeren na de middelbare school bedroevend weinig kennis hebben van het christelijke geloof en van de katholieke Kerk. De kennis van het evangelie, het verloop van een eucharistieviering of de betekenis van de sacramenten is vaak gebrekkig. Dat moet beter kunnen.
Inzichten voor het leven
Zijn de godsdienstlessen vandaag dan inhouds- en zinloos? Verre van. Veel godsdienstleerkrachten geven het beste van zichzelf en geven hun leerlingen waardevolle inzichten voor het leven mee. Die mensen verdienen onze waardering. De klemtoon ligt sterk op sociale vaardigheden en ethisch gedrag, stevig doorspekt met christelijke waarden als naastenliefde, solidariteit, respect of tolerantie.
Laten we dat zeker niet weggooien, want die waarden en morele wegwijzers zijn goud waard voor jonge mensen in een complexe samenleving. Wat we wel kunnen verbeteren, is de onderbouw.
Een betere kennis van het christelijke geloof en van de katholieke Kerk leert jongeren minstens waar die waarden vandaan komen en wat ze betekenen.
Een stap verder nodigen de godsdienstlessen die jonge mensen uit om ook zelf het geloof te verkennen. Geen mens kan een leerling verplichten gelovig te zijn, maar laten we hem of haar daar toch minstens de kans toe geven. Mijn ervaring is dat veel jongeren daar open voor staan en er graag over nadenken.
De illusie van neutraliteit
Niet iedereen ziet het zo. Er gaan ook stemmen op om de godsdienstles af te schaffen en te vervangen door een algemeen vak Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie (LEF), een soort cursus in verlicht burgerschap. Vooral in vrijzinnige kringen is dat een populair voorstel, soms uit rancune, soms uit oprechte overtuiging. De voorstanders koesteren de illusie dat het mogelijk is om een neutrale houding aan te nemen in levensbeschouwing, terwijl de essentie van elke levensbeschouwing juist de overtuiging is.
Niemand is verplicht zijn kinderen naar het katholieke onderwijs te sturen en geen enkel kind wordt verplicht om gelovig te zijn.
Aan het einde van de schoolloopbaan kiest iedereen finaal zijn of haar eigen levensweg.
Sommigen dragen het geloof mee, anderen doen er afstand van. Nog anderen herontdekken het op latere leeftijd. Dat mag het katholieke onderwijs niet beletten om vanuit een eigen, gedreven overtuiging onderwijs en godsdienst aan te bieden.
Andere godsdiensten, vooral de islam, liggen in het Westen onder vuur omdat ze hun identiteit manifesteren. Zouden we niet beter zelf onze eigen identiteit opnieuw wat aanscherpen? Niet vijandig tegenover die anderen, maar om te ontdekken wat we zelf waardevol achten? Open en respectvol vertellen wie we zijn en waarvoor we staan, ook in de katholieke godsdienstlessen, is dat niet de eerlijkste en oprechtste houding?
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.