Paus Franciscus voert alweer een ingrijpende verandering door in het Vaticaan. Per 1 september komt er een nieuw dicasterie, een onderafdeling van de Romeinse curie dus, die de paus zal bijstaan voor alles wat leken en gezinnen aanbelangt. De huidige raden voor leken en voor het gezin gaan op in dat nieuwe orgaan. De details leest u in Kerk & Leven deze week.
Alles wijst erop dat de paus de plaats van de leken in de Kerk wil opwaarderen, al moet nog blijken hoe een en ander in de praktijk zal werken. De prefect van het dicasterie wordt per definitie een kardinaal, maar de tweede hoogste functie, die van secretaris, zou naar een leek kunnen gaan. Dat zou dan een primeur zijn in het Vaticaan.
Daarmee lijkt Franciscus de draad van het Tweede Vaticaans Concilie weer op te pikken.
De opgang van de leken in de Kerk was toen immers duidelijk zichtbaar. Bij de opening van het concilie, in 1962, was slechts één leek aanwezig, die bovendien plaats moest nemen op de gastentribune, tussen vertegenwoordigers van de niet-katholieke Kerken. Niet echt een blijk van waardering. Twee jaar later waren er al 42 leken aanwezig, onder wie twaalf vrouwen.
Medeverantwoordelijkheid in dialoog
Belangrijker was echter dat de hiërarchische visie, die de leken als louter uitvoerders van klerikale beslissingen zag, het niet haalde. Onder invloed van onder meer kardinaal Suenens werd gekozen voor een visie die leken als volwaardig lid van het godsvolk zag, met een eigen zending. Leken konden voortaan aansprak maken op medeverantwoordelijkheid, in dialoog met de clerus.
Die dialoog blijft ook vandaag belangrijk, al kan dat niet verhinderen dat er onderhuids soms spanning leeft.
Die heeft onder meer te maken met een grote maatschappelijke verandering. Voorheen was de pastoor een van de schaarse intellectuelen in zijn parochie, samen met pakweg de onderwijzer en de dokter. Intussen is de scholingsgraad van de bevolking fors toegenomen. Dag op dag 33 jaar geleden werd de schoolplicht tot achttien jaar ingevoerd. Bovendien heeft meer dan een derde van onze bevolking nu een diploma hoger onderwijs op zak. Bij de jongere generaties loopt dat percentage snel op.
Minder volgzaam
Dat toegenomen opleidingsniveau hebben we in Vlaanderen grotendeels te danken aan het katholiek onderwijs, al leidde het ironisch genoeg tot een daling van het aanzien van de clerus. Mensen denken vandaag meer voor zichzelf en zijn dus minder volgzaam. De Kerk verloor daardoor een deel van haar aanhang, terwijl mensen die wel kerkelijk bleven minder gezagsgetrouw zijn en meer afgaan op hun persoonlijke inzicht en geweten.
Problematisch hoeft dat niet te zijn, mits de Kerk er verstandig mee omspringt. De leken een belangrijkere plaats geven, is alvast een goed idee. Het nieuwe dicasterie kan daartoe bijdragen, op voorwaarde dat het echt ernstig wordt genomen.
Ook in Vlaanderen moeten we op zoek naar een nieuw evenwicht tussen priesters en leken.
Het priestertekort leidde vanzelf al tot een grotere rol voor leken in veel lokale geloofsgemeenschappen en dat zal in de nabije toekomst nog toenemen. De mondige leken van vandaag zullen daarbij geen vrede nemen met louter uitvoerende taken. Veel priesters hebben dat trouwens zeer goed begrepen.
Een opdracht
Overigens werkt het in twee richtingen: wie meer inspraak wil, moet ook meer verantwoordelijkheid durven te dragen. Paus Franciscus schreef vorig jaar in een brief aan de leken: De verkondiging van het evangelie is niet enkel een opdracht van de beroepsmensen, maar van alle gedoopten.
Dat is dus een dubbele boodschap. Enerzijds zegt hij: priesters, vergeet de leken niet. Anderzijds voegt hij eraan toe: leken, vergeet jullie opdracht niet. We zijn dus benieuwd waar deze paus finaal met zijn nieuwe dicasterie naartoe wil.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.