Mensen die zich wel eens smalend uitlaten over ‘de jeugd van tegenwoordig’ hadden erbij moeten zijn, die donkergrijze zaterdag in Puurs. Met vele honderden waren ze naar het fort van Liezele gekomen om afscheid te nemen: scouts en andere jeugdbewegingen uit de ruime omtrek.
Een indrukwekkende erehaag voor een veel te vroeg gestorven makker.
Twee uur lang zaten ze op doorweekte grasbermen. Het regende onophoudelijk, maar geen storm had hen kunnen weghouden.
Een deel van het leed
Soms worden goede mensen door groot onheil getroffen. Het plotse overlijden van een jonge mens raakt iedereen. Als christen kunnen we de dood een plaats geven, maar ons verdriet is er niet kleiner door. En juist wanneer het verdriet te zwaar is om alleen te dragen, is het hartverwarmend te zien hoeveel (jonge) mensen mee hun deel van het leed komen torsen.
Arasari – zo luidt zijn totem – was een scout in hart en nieren.
Zijn kompas stond op natuur en avontuur. Hij leefde voor de scouts. Met vrienden naar buiten, trektochten door bos en weiland, het kampvuur hoog opstoken. Geen tocht was te zwaar, geen terrein ondoordringbaar. Een jongen van aarde, vuur, lucht en water, zo vertelde zijn moeder. Buitenmens pur sang.
Postume voortotem
En buiten was het dat we afscheid namen. Zeker duizend mensen bij elkaar, vooral scouts en gidsen. Geen enkele kerk was groot genoeg om ons verdriet te dragen, sprak de priester.
Er waren indrukwekkende afscheidswoorden, het vuur werd aangestoken, er werd gezongen. Uit honderden kelen klonk O Heer, d’avond is neergekomen. En postuum kreeg Arasari er zijn voor-totem: ‘onmisbare’.
Schitterende uitvinding
Terwijl zijn vrienden hem die erenaam toekenden, bedacht ik mij hoe onmisbaar al deze jonge mensen zijn. Wat een schitterende uitvinding is die jeugdbeweging toch.
Een plek waar jonge mensen samen leren spelen, delen, reizen, knutselen, bouwen, werken, sporten, geven, krijgen, lachen, rouwen. Een onvervangbare hoeksteen in het bouwwerk van onze samenleving.
Cement tussen jonge mensen, energie die ze de rest van hun leven blijven benutten.
Vandaag zijn er naar schatting 250.000 Vlaamse jongeren aangesloten bij een jeugdbeweging. De meesten van hen komen elke zaterdag of zondag samen. Daar komen nog kampen en weekends bovenop. Ze zetten zich geregeld in voor goede doelen en geven tastbaar gestalte aan solidariteit.
Verbondenheid springlevend
Niemand wordt er afgerekend op leeftijd, geslacht, ras, cultuur of geaardheid. Al wie komt, maakt deel uit van een grote familie. Soms tot ver over de landsgrenzen heen, zo weet iedereen die ooit aan een jamboree deelnam. En al zuchten sommigen dat die jeugdbewegingen niet meer zo katholiek zijn als vroeger, de waarden die ze belichamen zijn door en door christelijk. De verbondenheid is springlevend.
Scouts of Chiro, KAJ of KSA, ze bieden een klinkend antwoord op verzuring en cultuurpessimisme. Laten we maar ophouden met dat gemopper over jongeren. We kunnen nog veel leren van hun inzet. Wie niet overtuigd is, moet maar eens gaan kijken naar een jeugdbeweging in de buurt. Of ga zelf eens mee op kamp, als foerier of kookouder. Wedden dat u met een positief wereldbeeld terugkeert?
Laat 'ooit' het laatste woord zijn
„Dit is geen afscheid”, zo werd ons op het hart gedrukt, daar in het druilerige Liezele. Arasari leeft voort. In de herinnering en de harten van velen. Zijn naam zal nog jaren rond menig kampvuur rondgaan.
Als christenen durven we geloven dat de dood niet het einde is.
We durven hopen op een weerzien, daar waar ieder van ons zijn eindbestemming heeft. Laat ‘ooit’ het laatste woord zijn, gaf de priester ons nog mee. En ondertussen bouwt een kwart miljoen jonge jeugdbewegers week na week verder aan de droom van Arasari. Zij maken zijn onmisbaarheid waar. Het komt helemaal goed, met de jeugd van tegenwoordig
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.