Vasten, vast iets voor een christen
“Vasten”, op een of andere manier komt het altijd opnieuw binnengeslopen in het persoonlijke leven van mensen en in het gemeenschapsleven. Eventueel in een geseculariseerde vorm. Denk maar aan Tournée minérale die in de maand februari gehouden werd; heel wat drinkers hebben het glas alcohol opzij gelaten.
Normaal gezien zal op Aswoensdag begonnen worden aan de jaarlijkse veertig Dagen Zonder Vlees, een initiatief dat een vegetarische leefstijl wil promoten, vanuit het besef dat onze ecologische voetafdruk veel te groot is. Vleesconsumptie draagt daar immers toe bij.
Opmerkelijk toch hoe in onze geseculariseerde, post-christelijke tijd nieuwe vormen van het oude vasten ontstaan en aanslaan. Niet of niet noodzakelijk vanuit een christelijke inspiratie. Dat de Dagen zonder Vlees samenvallen met de Veertigdagentijd is eerder een toeval of wordt gezien als een opportuniteit. Er zijn best wat christenen die deelnemen aan Tournée minérale of aan Dagen zonder Vlees. Maar het Bijbelse vasten mag verder gaan en dieper.
Het Bijbelse vasten zoals Jezus van Nazareth het beleeft en verkondigt, is gericht op diepere gemeenschap met God en met de medemens.
Ik breng een oud woord binnen: 'versterving'. Allerlei genoegens proberen los te laten, minstens te relativeren – zowel materieel als spiritueel - om meer open te
kunnen komen voor wat fundamenteel is. Bewust proberen in te gaan tegen het bombardement aan overdaad en aan 'overprikkeling' dat onophoudelijk
op ons afkomt, van als we wakker worden tot we weer gaan slapen en dat ons afleidt van het essentiële.
Paradoxaal genoeg is christelijk vasten een poging om vrij te worden door niet op bepaalde verlangens in te gaan. Het is als het ware vakantie nemen, maar dan in de oorspronkelijke betekenis van dat woord: vakantie komt van het Latijnse 'vacare': vrij worden van, om vrij te komen voor. Anders gezegd: openbreken uit onszelf. Daarom ook dat Jezus zo aandringt dat het anoniem gebeurt. Erover opscheppen, is het laatste wat we moeten doen. “Als jullie vasten, was jullie gezicht en wrijf het
hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat jullie aan het vasten zijn, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal jullie ervoor belonen` staat er bij Matteüs geschreven. Met Aswoensdag gaan we dat horen voorlezen in onze kerken.
Ik geef toe, het is een oud en beladen woord en gebruik, 'versterving’. Maar de bedoeling is niet dat we onszelf pijn gaan doen.We versterven om voor onze medemens leven mogelijk te maken. Dichtbij en ver weg. In dat verband gaan we het in onze kerken en in dit blad nog hebben over Broederlijk Delen.
Er is nog een oud woord dat van toepassing is en blijft. De vastentijd of Veertigdagentijd is een ‘boetetijd’. Boeten, eveneens een beladen begrip, maar – en ik zal niets nieuws vertellen – als we teruggaan naar de originele betekenis, kunnen we er een heel eind mee verder. Het zijn de vissers die hun netten boeten: de gaten herstellen, de losgeraakte draden terug aan elkaar knopen. En van de vissers direct naar ons: de draden herstellen binnen het weefsel waarin wij opereren als persoon, als christen, en als
christelijke gemeenschap.
- De draden die ons verbinden met wie wij ten diepste mogen zijn
- De draden die ons verbinden met onze medemensen
- De draden die ons verbinden met onze God
Daarvoor krijgen wij dus weeral veertig dagen de tijd. Te beginnen op Aswoensdag 5 maart.
Zinvolle vasten toegewenst!
Mede namens de andere pastores van Mechelen,
Jan Arnalsteen