‘Ein deutsches Requiem’ van Brahms werd precies 150 jaar geleden voor het eerst uitgevoerd. Dat was om meer dan één reden een bijzondere gelegenheid.
De eerste uitvoering was op Goede Vrijdag, 10 april 1868.
Ze betekende voor de toen 34-jarige componist de grote doorbraak.
Brahms had er, met grote tussenpozen, gedurende 15 jaar aan gewerkt.
Een eerdere, gedeeltelijke première in Wenen, het jaar voordien, was erg slecht ontvangen.
De dood van zijn vriend Robert Schumann (1856) was een vroege inspiratiebron, maar pas na de dood van zijn moeder in 1865 besloot Brahms het werk te voltooien.
Brahms wilde een niet-liturgische dodenmis schrijven die iedereen zou kunnen verstaan.
Hij koos zelf de teksten uit de lutherse bijbel.
In tegenstelling tot bij duizenden andere requiems ligt de nadruk niet op requiem aeternam voor de overledene, maar op de troost voor de overlevenden: Selig sind, die da Leid tragen.
Op vraag van de koordirigent, die graag een explicietere christelijke boodschap bracht, werden op de première ook enkele delen uit Händels Messiah uitgevoerd.
Het bekendste en misschien wel mooiste deel, de sopraanaria Ihr habt nun Traurigkeit, werd pas na de première gecomponeerd en bij het requiem gevoegd.