2006 wordt het laatste levensjaar van Carlo Acutis. Een druk jaar, waarin veel van zijn vrije tijd opgaat aan de uitbouw van een website waarop hij de eucharistische mirakels uit 17 verschillende landen verzamelt en documenteert. In totaal zijn het er 142, waarbij ook 7 in België. De website is nog steeds online en wordt door vrienden onderhouden.
Begin oktober wordt Carlo ziek. Griep, zo lijkt het, maar zijn toestand blijft verslechteren. Op zondag 8 oktober valt de vreselijke diagnose: acute leukemie, M3-variant, een agressieve kanker die bloed en beenmerg aantast. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis, hij heeft nog maar enkele dagen te leven.
De pijn ziet hij als ‘een offer voor de Heer, voor de paus en de Kerk’.
Amper twee dagen later vraagt Carlo om de laatste sacramenten. Sandro Villa is de priester die hem die toedient. Hij vertelt tegenover Catholic News Agency: ‘In een kleine kamer, op het eind van de gang, kwam ik bij een jongen. Zijn bleke maar serene gezicht verbaasde me - zeker voor een zwaar zieke adolescent.
Ik verwonderde mij over de toewijding waarmee hij de twee sacramenten ontving.
Het leek alsof hij er al een tijdje op had gewacht en er echt naar verlangde. Een paar jaar later hoorde ik dat hij ‘eerbiedwaardig’ was verklaard. Ik ben dankbaar dat ik hem even heb mogen ontmoeten.’
Ook de twee dokters die Carlo behandelden, dr. Andrea Biondi en dr. Momcilo Jankovic, getuigen: ‘Zijn ziekte nam hem van ons weg nog voor we hem konden leren kennen. Maar wat we nooit zullen vergeten, was zijn blik vol aandacht, moed, liefde en empathie. Zijn geloof in God, dat hij zo graag aan anderen wilde doorgeven, scheen dwars door hem.
Hij leerde ons dat een leven, kort of lang, intens moet worden geleefd, voor zichzelf maar in de eerste plaats voor anderen.’
Op woensdag belandt Carlo in een coma waaruit hij niet meer zal ontwaken. Op donderdag 12 oktober 2006, amper vier dagen na de diagnose, valt zijn hart stil. ‘Ik zou graag naar huis gaan’, zegt hij in een van zijn laatste heldere momenten tot zijn moeder, ‘maar ik weet dat ik dit ziekenhuis niet levend zal verlaten. Maar ik zal je tekenen geven dat ik bij God ben.’
Dag op dag vier jaar na zijn dood bevalt zijn moeder, op 44-jarige leeftijd, van een tweeling: Carlo’s tweelingsbroer en -zus.
(Lees verder onder de foto.)