#1 Wat is je naam? (Lucas 8,30)
Vic De Wachter • Victor betekent: hij die overwint. Mijn grootvader, die ook mijn peter was, vond dat ik zo moest heten. Als jongere vond ik mijn naam iets om mee uit te pakken. Maar nu vraag ik mij meer en meer af wat ik dan overwonnen heb? Mijn angst voor de toekomst, misschien. Mijn vader was metselaar, moeder huisvrouw. Zelf was ik een middelmatige leerling. Afgestudeerd als laborant, lag mij een – in mijn eigen ogen – saaie toekomst te wachten.
Toen ik het acteren ontdekte, begon er een vuur in mij te branden. Ik maakte een sprong in het onbekende: het conservatorium in Antwerpen. Maar is dat echt een overwinning? Mijn leven is vooral in de goede plooi gekomen dankzij Gilda (De Bal, ndr.), mijn steun en toeverlaat. Toen ben ik gestopt met te doen wat ik of anderen dachten dat ik móest doen.
#2 Waarover maak je je zorgen? (Matteüs 6,28)
Over de vraag of ik mijn leven een goede richting heb uitgestuurd. Heb ik anderen gelukkig gemaakt, gekwetst of genegeerd? Ongetwijfeld heb ik fouten gemaakt. Zo ervaar ik de scheiding van mijn eerste vrouw echt als een mislukking. Heb ik daar genoeg bij stil gestaan?
Ik vraag me ook af of ik tevreden mag zijn over wat ik heb bereikt en wat ik zal nalaten. Is dat de moeite waard geweest? Als ik zie dat mensen vandaag Dora Van Der Groen of Senne Roefaer al vergeten zijn, dan maak ik me geen illusies.
Voor mij is de waarde van mijn leven vooral relationeel: heb ik anderen gelukkig gemaakt?
Ik heb twee kleinkinderen waar ik ontzettend blij en dankbaar om ben. Ik hoop dat het voor hen de moeite waard is om mij te herinneren.
#3 Waarmee kan je Gods koninkrijk vergelijken? (Lucas 13,18)
Met een wereld waar alles goed gaat, waar mensen bezig zijn met het leven voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. Waar iedereen zijn verantwoordelijkheden opneemt en oog heeft voor de miserie van anderen en niet alleen aan eigen gewin denkt.
Ik vrees dat dit een utopie is, al kan ik me inbeelden dat die droom echt iets kan betekenen voor gelovigen. Welke levensovertuiging je ook hebt, het belangrijkste is dat je niet opgeeft je leven in de richting te sturen van zo’n ideaal.
#4 Wie of wat zoek je? (Johannes 18,7)
Ik zoek elke dag naar de zin van dit leven. Ik heb er niet om gevraagd en loop hier al 71 jaar rond. Is er eigenlijk zin voor ons bestaan?
We moeten dat zelf in de hand nemen en er zin aan geven, vrees ik. Makkelijk is dat niet. Af en toe krijgt mijn somber kantje de bovenhand. Dan heb ik mensen nodig die me de zin van alles weer doen inzien. Ik kan zo dankbaar zijn om een schouder en wat troostende woorden.
Andere mensen hebben op dat vlak waarschijnlijk veel aan hun geloof… Zelf heb ik het geloof dat ik in mijn jonge jaren meekreeg, achtergelaten. Laatst speelde ik de rol van een oude dominicaan die terugblikte op zijn leven. Wat ik er zo mooi aan vond, was dat hij zijn overtuiging in vraag durfde te stellen. Was het een juiste levenskeuze om het klooster in te gaan of had hij zich toch beter kunnen inzetten voor de armoedige wereld rond het klooster?
Dat is voor mij het echte geloof: blijven zoeken, blijven jezelf in vraag stellen.
Als acteur zit je vaak zes weken samen met anderen om een theatertekst te ontleden en te interpreteren. In de kern gaat het vaak over ‘het leven’ en ‘mens zijn’. Daardoor leer je heel veel bij. Je speelt een moordenaar en je beseft: hij is ook een mens. Het sterkste geloof is voor mij de rol die ik speel.
#5 Om welke dingen huil je?
Over alles wat er misgaat in de wereld of in mijn persoonlijk leven. Ik ben maar een mens met gebreken en zwaktes die ik liever niet zou hebben. De problemen in de wereld kan ik niet alleen oplossen natuurlijk, die zijn te groot voor één mens. Mezelf kan ik trachten te verbeteren, elke keer opnieuw, maar dat is een fulltime job. Dat brengt verdriet en onmacht teweeg en is een levenslange strijd.
Als kind kon ik met mijn verdriet niet thuis terecht. Je moest je vermannen, vond mijn vader.
Nu ik ouder word, merk ik dat ik rapper geëmotioneerd ben en ween. Gilda slaagt erin me op zulke momenten verlichting te schenken en mentale zuurstof te geven. Dan voel ik me intens gelukkig.
#6 Denk je dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen? (Lucas 12,51)
Ik wou dat het waar was. Maar we zijn maar mensen en de geschiedenis bewijst dat het verschrikkelijk kan fout lopen. Ik ben niet gelovig genoeg om overtuigd te zijn dat iemand definitief vrede zou kunnen brengen. Als kind kan je geloven in iets bovennatuurlijks of een goddelijk wezen, maar hoe ouder je wordt en hoe bewuster je bent, hoe moeilijker het wordt om dat te geloven.
#7 Waar zie je echte naastenliefde? (Lucas 10,36)
Ik zie dat het meest bij alle mensen die zich inzetten voor anderen, zoals verplegend personeel. Maar ook bij vrijwilligers die meehelpen bij alle soorten van tegenslag of rampen.
Dat hoeven niet altijd grote zaken te zijn of ver van ons bed. Vriendelijk zijn tegenover iemand anders is al een goed begin. Of een luisterend oor voor iemands noden. Dat is misschien wel de mooiste vorm van liefde: de liefde die we schenken aan onze medemens.