Van Esterwegen naar Flossenbürg en Dachau
Eind augustus 1943 werden zowel Fernand als Paul overgebracht naar het vernietigingskamp in Esterwegen in het noordwesten van Duitsland. De ontmenselijking begon: ze werden kaal geschoren, kregen een gevangenisplunje en een nummer. Allebei werden ze geclassificeerd als de gevaarlijkste gevangenen met de initialen NN: Nacht und Nebel. Alle sporen van hun bestaan moesten verdwijnen. Een onuitgesproken doodsvonnis, dat hen levend dood verklaarde.
Als dwangarbeid sorteerden ze cartridges en recycleerden materiaal voor oorlog. Ze zochten allerlei manieren om het werk te vertragen en probeerden andere gevangenen spirituele en emotionele steun te bieden.
Op 20 maart 1944 werden ze verplaatst naar het Flossenbürg bij Bayreuth. Hun gezondheid begon te tanen. Tonnet woog nog maar 51,5 kg. Eind november werd het kamp leeggemaakt en werden Garcet en Tonnet overgebracht naar Dachau, waar het kon vriezen tot -22 °C.
Met z’n 40 lagen ze op 3 kamers. De meesten waren al te zwak om te werken en brachten de dagen in bed door. Vooral Fernand Tonnet was al fel verzwakt. Pater Mauroy, die het kamp overleefde, getuigde over hem: Hij stond als leek heel dicht bij God, met een verfijnd geweten. Hij was echt toegewijd aan heiligheid. Daarvoor moest je door de buitenkant te kijken van een man die al zijn elan en dynamiek had verloren.
De maand januari van 1945 was extreem koud. Op 23 januari bezweek Paul Garcet, met Fernand aan zijn zijde. Die stierf niet veel later; tegen de ochtend van 2 februari 1945 gaf hij de geest. Minder dan 3 maand later werd Dachau bevrijd. Te laat voor de stichters van JOC-KAJ.
Cardijns eerbetoon
Cardijn is de bijdrage van Fernand Tonnet en Paul Garcet nooit vergeten. Hij steunde de oproep voor hun zaligverklaring in 1965. Het liep inmiddels tegen het einde van het Tweede Vaticaans Concilie, dat de rol van leken in de kerk had bekrachtigd.
Het was niet in de eerste plaats hun arrestatie, verblijf en martelaarschap in het kamp Dachau dat hen onderscheidde voor de heldenmoed van heiligheid, zei Cardijn destijds. Vele anderen hebben een soortgelijke sublieme heldenmoed getoond. Nee, hun hele jeugd werd gekenmerkt door het geloof en een apostolische missie, door dagelijks gebruik te maken van de meest authentieke bronnen van heiligheid en apostolaat, door een ongeëvenaarde liefdadigheid en verzaking, door goedheid, zachtmoedigheid en doorzettingsvermogen in dienst van de kleine en meest verlaten mensen.
Bij de 75e verjaardag van hun dood is het goed om de inzet en het offer van Fernand Tonnet en Paul Garcet in herinnering te brengen. Dat het Tweede Vaticaans Concilie de roeping tot heiligheid van leken onderschreef, is misschien wel het grootste eerbetoon aan deze 2 bijzondere mensen.
Met dank aan Stefan Gigacz van Cardijn Research.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.