De Joodse gemeenschap heeft zondag de razzia herdacht tegen buitenlandse Joden in de Brusselse Marollen, 75 jaar geleden. In de nacht van 3 op 4 september 1942 werden 718 buitenlandse Joden opgepakt en gedeporteerd.
In de wijk werd het Herschel Grynszpanplein officieel ingewijd, in aanwezigheid van de opperrabbijn van Brussel en verschillende politici. Na een symbolische wandeling in de wijk woonden 400 mensen een conferentie bij in de Kapellekerk. Kardinaal Jozef De Kesel hield er een toespraak over de rol van de kerk bij de vervolging van Joden. Opmerkelijk was dat De Kesel er pardon vroeg voor het stilzwijgen van de Kerk tijdens de bezetting.
Hij herinnerde er ook aan dat veel Joodse kinderen verborgen werden in christelijke instellingen en hij vroeg pardon voor het bekeren, dat hij bestempelde als een misbruik van macht: Verschillende priesters namen deel aan reddingsacties, soms op gevaar van eigen leven. Sommigen hebben ernaar gestreefd de kinderen op te voeden met respect voor hun Joodse identiteit.
Maar we kunnen in geen geval voorbijgaan aan degenen die blijk gaven van een ongezonde bekeringsdrang.
Dat gebeurde soms op vraag van de ouders die daarmee - verkeerdelijk - dachten hun kinderen te beschermen. (…) Wij betreuren dit en willen ons hiervoor verontschuldigen.
Michel Lussan, lid van de vereniging voor herinnering van de Shoah, noemde dit een erg belangrijk signaal:
Het was een eerste officiële erkenning hiervan door de hoogste vertegenwoordiger van de katholieke Kerk in België.
Lees de integrale tekst (in het Frans) van de toespraak van kardinaal De Kesel