1. Laat groenafval liggen
Mulchen (spreek uit als multsjen) heet de techniek om de bodem te bedekken met dood plantenmateriaal. Geleerd van de natuur, want daar vallen de blaadjes ook gewoon op de grond elke herfst. De laag mulch herstelt het bodemleven, geeft voedsel aan je planten, onderdrukt onkruid én voorkomt verdamping van vocht.
Bio-ingenieur Valerie Dewaelheyns van de KU Leuven berekende dat Vlaamse tuinen tot 900.000 ton koolstof extra zouden kunnen opslaan als het grasmaaisel in de tuin gebruikt zou worden, bijvoorbeeld onder de borderplanten.
2. Plant bodembedekkers
Bodembedekkers houden de aarde koel en gaan verdamping tegen. Denk bijvoorbeeld aan de wilde bosaardbei (Fragaria vesca) met zijn zalig geparfumeerde vruchten. Of de kleine maagdenpalm (Vinca minor) waarvan het blauwe bloemetje heerlijk is in thee. Het schijnt bovendien goed te zijn voor je brein.
Misschien kan je een deel van je gazon vervangen door een biodiverse kruiden- en bloemenweide. Omdat die planten op verschillende dieptes wortelen, laten ze het water beter insijpelen en zijn ze beter bestand tegen droogte. Niet te vaak en niet te kort maaien en je kan maandenlang genieten van een bloementapijt.
Ook struiken en kleine bomen verlagen de temperatuur van de aarde en zorgen er dus voor dat je tuin meer vocht vasthoudt. Je kan kiezen voor fruit zoals aalbessen (Ribes), appel, peer en pruim. Maar hou er rekening mee dat die door hun oppervlakkige wortels niet heel goed tegen droogte kunnen. Kijk daarom ook eens naar minder gekende, autochtone soorten zoals de sleedoorn, mispel en meidoorn.
3. Plant in het najaar
In de lente kriebelt het bij de meeste tuinliefhebbers. Dan is het aanschuiven in de tuincentra. Maar door droogte en warmte is dat eigenlijk geen ideaal plantmoment. Je kan evengoed wachten tot september-oktober. Het is dan minder warm, dus is er minder verdamping. Je planten hebben de tijd om goed te wortelen en zullen in de lente snel uitgroeien tot volwassen exemplaren. Lang voor het onkruid wakker schiet. Ook struiken en bomen plant je liever in het najaar (oktober-november) dan in het voorjaar (maart-april).
4. Kies droogteminnende planten
Planten kiezen voor je tuin is een echte puzzel. Er zijn natuurlijk de eigenschappen die je graag zou hebben, zoals bloemkleur, bloeiperiode, eetbaar fruit of blad, geur, hoogte, enz. En je houdt rekening met de standplaats: een zonminnend plantje zet je niet in de schaduw en omgekeerd.
Daar komt nu bij dat je het beste kiest voor lokale soorten die tegen wat droogte kunnen. Zeker als je tuin bestaat uit zandgrond. Toegegeven, het vergt wat opzoekwerk. Maar al je moeite wordt beloond met planten die zich goed in hun vel voelen en bij droogte niet staan te zieltogen.
5. Minder tegels, meer groen
Als je kiest voor groen in plaats van verharding, dan vergroot je de oppervlakte waar het regenwater in de bodem kan zakken. Je tuin zal meer vocht opvangen. Bovendien blijft een groene tuin koeler op hete zomerdagen. Goed voor het klimaat en goed voor de bewoners.
6. Vang regenwater op
Nieuwbouwwoningen hebben verplicht een ondergrondse regenput. Maar ook als je een oudere woning hebt, kan je regenwater opvangen in een eenvoudige regenton. Er zijn veel verschillende systemen, vormen en maten. Tip: hoe hoger je het water opvangt, hoe gemakkelijker je het kan verdelen in de tuin.
Zelfs zonder ton kan je de regenafvoer loskoppelen van het riool en in je tuin laten stromen, bijvoorbeeld via een vijver, een wadi of een infiltratiesysteem. Ontdek de mogelijkheden. Het kan zelfs zonder dure ingrepen, zoals in het filmpje.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.