Kerknet kon het vonnis inkijken dat geveld werd over vzw Sint-Annendael Grauwzusters na de weigering van een euthanasie. Wat leren we?
Op 29 juni veroordeelde de burgerlijke rechtbank van Leuven de vzw Sint-Annendael Grauwzusters nadat een rusthuis van de koepel had geweigerd mee te werken aan een euthanasie. De kranten concludeerden - voorbarig, zo blijkt nu - dat zorginstellingen euthansie niet principieel mogen weigeren.
Professor Wim Distelmans (VUB) sprak na de uitspraak van een precedent. Eindelijk is een dubbelzinnigheid in de wet opgelost. (Lees daarover Rechtbank Leuven: wzc moest euthanasie laten gebeuren.) Dat klopt bij nader inzien dus niet.
Wat zegt het vonnis?
Het vonnis stelt vast dat beide partijen het erover eens zijn dat een woonzorgcentrum de uitvoering van een euthanasie door een onafhankelijke, externe arts niet mag verhinderen omwille van gewetensbezwaren van de instelling of omdat zij principieel niet wil dat euthanasie wordt uitgevoerd in haar instelling. Het neemt met andere woorden akte van dat feit, zonder te stellen dat die weigeringsvrijheid van de instelling niet zou bestaan. (Een burgerlijke rechtbank gaat niet in op zaken waarover partijen het eens zijn, ndr.)
De zorginstelling wordt in het ongelijk gesteld omdat ze aan de familie niet vermeldde dat het probleem voor de uitvoering van de euthanasie erin bestond dat de arts die de euthanasie zou uitvoeren dit niet wenste te doen omdat hij twijfelde aan de wettelijkheid ervan, en dat dus een andere arts gezocht moest worden als men de euthanasie wenste te laten doorgaan. Het vonnis stelt wel dat de arts die weigerde omdat hij twijfelde aan de wettelijkheid, het recht had dit te doen. Maar de instelling mocht zich daarop niet beroepen om de euthanasie, uitgevoerd in de instelling, te blokkeren.
Vragen bij het vonnis
Advocaat Fernand Keuleneer verbaast zich zowel over de middelen, argumenten en strategie van de instelling als over het vonnis zelf: De rechtbank moest vaststellen dat partijen het erover eens zijn dat een instelling volgens de wet niet het recht heeft om te stellen dat euthanasie in de instelling niet wordt toegestaan omwille van gewetensbezwaren of andere principiële redenen.
Hoogst merkwaardig, want die weigeringsvrijheid bestaat wel degelijk. Ik vind dit een onbegrijpelijk en onaanvaardbaar uitgangspunt, dat verstrekkende gevolgen kan hebben. Fernand Keuleneer
Nog merkwaardiger is dat de instelling dus blijkbaar mag - of moet - gaan shoppen tot er een arts gevonden wordt die van mening is dat de wettelijke voorwaarden wel voldaan zijn, zegt Keuleneer. Hij vraagt zich ook af waarom de instelling geen argumenten aandroeg met betrekking tot de vereiste onafhankelijkheid van de artsen die bij de euthanasie betrokken zijn. (Een burgerlijke rechtbank kan immers enkel voortgaan op argumenten die in de conclusies van beide partijen aangedragen worden.)
De geraadpleegde en de uitvoerende arts (oud-politicus Patrik Vankrunkelsven) zijn immers broers (opiniestuk Herman Nys in De Standaard). De wet stelt duidelijk dat het advies onafhankelijk moet zijn.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.