#58 Maria, eens zullen we omstraald worden door een zacht gelaat
Maria,
met onze ziel klampen we ons vast
aan u, onze hoop,
ons vast en veilig anker.
We wijden ons aan u toe
met geest, ziel en lichaam.
We willen u eren,
zoveel we kunnen,
met psalmen, hymnen en geestelijke liederen.
Want u loven zoals het past, kunnen we niet uit eigen kracht.
Een spreuk zegt:
“Wie zijn mededienaars looft,
toont daarmee ook de genegenheid voor de meester, die ze samen dienen.”
Welnu, hoe zouden we dan kunnen nalaten om ú te loven,
u die toch de moeder van uw Meester zijt?
Moeten we uw lof niet met ijver nastreven?
Is die lof niet te verkiezen boven onze eigen levensadem,
ja, is die lof niet leven gevend?
Met die lof tonen we nog het best
onze genegenheid voor onze eigen Meester, de Christus.
Gij, moeder van onze goede Meester,
richt uw ogen op ons.
Leidt onze reis naar de veilige haven waar Gods wil geschiedt.
Schenk ons het geluk dat ons wacht.
Dan zullen we omstraald worden
door het zachte gelaat van Gods Woord,
dat in u is vlees geworden.
Samen met Hem
brengen we de Vader eer en lof,
heerlijkheid, macht en sterkte,
samen met zijn Geest
die heilig is en goed,
die leven schenkt
nu en altijd,
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
JOHANNES VAN DAMASCUS
Johannes (676-749) leefde in Damascus, de hoofdstad van de toenmalige Islamitische Omajjaden-dynastie. Hij werd monnik en trok naar een gemeenschap dicht bij Jeruzalem. Hij schreef vele theologische werken, onder meer over iconenverering en over de koran. Daarnaast omvat zijn oeuvre heel wat poëzie, vooral over Maria. Als beeld van Gods volk deelt Maria nu al in het volle leven van de verrezen Heer.
Het bovenstaand gebed past bij de herdenking van Maria’s hemelvaart. Johannes Damascenus prijst Maria’s openheid voor Gods Zoon en tegelijk hoopt hij eens te delen in diezelfde intimiteit met Christus.
In: JEAN DAMASCÈNE, Homélie sur la Dormition, I,1,14, in : IDEM, Homélies sur la nativité et la dormition. Texte grec, introduction, traduction et notes par Pierre VOULET (Sources Chrétiennes, 80), Paris, Cerf, 1961, 118-120. Uit het Grieks vertaald door bisschop Lode AERTS.
#57 Denk aan mij wanneer Gij in uw rijk gekomen zijt
Gij hebt, o Heer, onze doodsangst bezworen.
Gij hebt het einde van ons leven hier
tot de drempel van het ware leven gemaakt.
Gij laat ons lichaam een tijdlang rusten in een slaap
en Gij zult het bij de bazuinstoot op de laatste dag doen ontwaken.
Gij vertrouwt ons toe aan de aarde die uw eigen hand heeft geboetseerd.
Maar onze sterfelijke, vormeloze resten zult gij uit de aarde terugnemen
om ze door onsterflijkheid en gratie sierlijk om te vormen.
Om ons van vloek en zonde te bevrijden
zijt Gij voor ons zowel vloek als zonde geworden.
Gij hebt de kop verpletterd van de draak,
die mensen in de afgrond van ongehoorzaamheid heeft gestort.
Gij hebt voor ons de weg naar opstanding gebaand
en de poorten van het dodenrijk verbrijzeld.
De vorst van de dood hebt Gij ontwapend.
Gij gaf aan wie U vrezen
het teken van het heilig kruis
om de Boze te bestrijden
en ons leven te beschutten.
Eeuwige God, vanaf de moederschoot behoor ik U toe,
mijn ziel bemint U met al haar kracht,
vanaf mijn jeugd tot in dit uur blijf ik met lijf en ziel U toegewijd.
Plaats aan mijn zijde een engel van licht
om mij te leiden naar de plaats van verkwikking,
naar wateren van rust
in de schoot van heilige Vaders.
Gij hebt het vlammende zwaard verbrijzeld
en de man, die met U gekruisigd werd en die aan U vergiffenis vroeg,
hebt Gij het paradijs geschonken;
denk ook aan mij wanneer Gij in Rijk gekomen zijt.
Macrina de jongere
Macrina (324-374) leefde in Pontus, het huidige Turkije. Ze was de oudste zus van Basilius en Gregorius van Nyssa. Ze genoot een uitstekende opvoeding en weigerde de huwelijksregeling die voor haar was geschikt. Samen met haar moeder, die ondertussen weduwe was geworden, maakte ze van het ouderlijk huis een kleine religieuze gemeenschap met veel aandacht voor gebed, gastvrijheid en sociaal engagement. Het bovenstaand gebed met een onwankelbaar vertrouwen op de verrijzenis vinden we aan het slot van haar levensbeschrijving door haar broer Gregorius.
In: GREGORIUS VAN NYSSA, Vita sanctae Macrimae virginis (Patrologia Graeca, 46), Paris, Migne, 1858, 984-985. Uit het Grieks vertaald bisschop door Lode Aerts.
#56 Gij zijt mijn ware trooster
Mijn God,
help me, nu het moeilijk gaat.
Laat uw genade, uw licht en uw Geest me niet ontbreken.
Dan kan ik U trouw zijn in alle omstandigheden.
Als uwe majesteit me die genade schenkt,
zal ik zelfs de grootste tegenslag niet vrezen.
Door uw genade krijgt mijn ziel meesterschap over alles,
want niets bezit kracht of werkelijkheid tégen U.
Mijn God,
ik dank U.
Gij zijt mijn ware trooster en heel mijn goed,
mijn toevlucht,
want wie tot U roept,
laat Gij nooit in de steek.
Bij mensen in nood zijt Gij overvloedig en
Gij vervult elke leegte van zintuig en ziel.
Anna van de heilige Bartholomeüs
Ana García Manzanas (1549-1626) was een dochter van welgestelde boeren. Tegen de zin van haar familie trad ze in bij de Karmel van Avila en werd er de verpleegster en vertrouwelinge van de grote Teresa. Na haar dood trok ze weg uit Spanje en stichtte karmelkloosters in Frankrijk en in de Nederlanden, onder meer in Antwerpen, waar ze voor de rest van haar leven als priorin zou verblijven. De stichtingen verliepen niet altijd zonder problemen, zoals blijkt uit het bovenstaand gebed uit 1607 toen er spanningen waren met de kerkelijke leiding in Parijs.
In: ANA DE SAN BARTOLOME, Obras completas. Edición preparada por Julian URKIZA (Maestros espirituales cristianos, 16), Burgos, Editorial Monte Carmelo, 1998, 194 en 196 (par 1 en par 7). Uit het Spaans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#55 Kom in mijn hart
Heilige Geest,
kom in mijn hart.
Mijn God,
trek me naar U toe met uw kracht
en geef me eerbied en liefde.
Christus,
hou me ver van elke boze gedachte
en verwarm mijn hart.
Laat uw zachte liefde in mij ontvlammen
en alle last wordt licht voor mij.
Mijn Vader,
lieve Heer,
help mij bij al wat ik doe.
Jezus, mijn geliefde!
Jezus, mijn geliefde!
Catharina van Siena
Catharina Benincasa (1347-1380) sloot zich op haar zestiende aan bij een groep van mannen en vrouwen die leefden volgens de spiritualiteit van Dominicus. In Siena bracht ze kleren en eten naar de armen, bezocht gevangenen en verzorgde pestlijders, in wie ze Christus herkende. Ze reisde naar Avignon en slaagde erin om paus Gregorius XI te overtuigen naar Rome terug te keren.
Van het korte gebed hierboven wordt tot op vandaag het origineel in Siena bewaard, in het handschrift van Catharina zelf, met rode inkt van vermiljoen.
In: SAINTE CATHERINE DE SIENNE, Les Oraisons. Traduites par Étienne CARTIER, in : SAINTE CATHERINE DE SIENNE, Œuvres complètes, Paris, Les Belles Lettres, 2019, 1269. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#54 Ik prijs U voor een nieuwe dag
Heer, Gij zijt de schepper van het al.
Gij schiep het eerste ochtendgloren
Gij zag op de eerste morgen van de wereld dat alles goed was.
Ik prijs U voor het licht dat deze morgen door mijn venster straalt
en dat mij doet opstaan voor een nieuwe dag.
Ik prijs U voor het leven dat in mij bruist.
Ik prijs U voor de klare, mooie wereld rondom mij.
Ik prijs U van het land, de zee en de lucht,
voor de wolken op hun vlucht en voor de vogels met hun lied.
Ik prijs U voor het werk dat Gij mij laat ondernemen
en voor alles wat Gij mij in vrije tijd laat meemaken.
Ik prijs U voor mijn vrienden.
Ik prijs U voor muziek en boeken,
voor goed gezelschap en voor alle vreugde die ik mag genieten.
Heer, Gij zijt altijd barmhartig;
geef mij een hart vol tederheid voor allen die niet zo blij zijn als ik in dit morgenlicht.
Zij die hun levenskrachten voelen wijken,
zij die ver van zonneschijn het bed moeten houden,
de blinden die van het daglicht afgesneden zijn,
zij die zich overwerkt hebben en gruwen van vrije tijd,
de werklozen die de vreugde van het werk moeten missen
en de nabestaanden met een lege plek in hun hart en hun huis:
erbarm U over elk van hen.
Gij zijt het licht dat nooit onder gaat,
maak de ramen van mijn hart wijd open voor U
zoals het daglicht door de ramen schijnt en mijn kamer binnenstroomt.
Laat heel mijn leven met de stralen van uw aanwezigheid vervuld zijn.
Laat bij mij geen hoekje in het duister blijven,
maar schijn in heel mijn wezen met het licht van uw gelaat.
Neem alles in mij weg wat de schittering van de dag kan verduisteren.
Laat mijn hart van de morgen tot de avond geleid worden
door de Geest van Jezus, het licht van alle volkeren.
John BAILLIE
John Baillie (1886-1960) was een priester van de Church of Scotland. Als theoloog werkte hij in het Verenigd Koninkrijk, in Canada en de Verenigde Staten. Een van zijn belangrijke studieobjecten was de relatie tussen godskennis en morele en spirituele ervaring. Zijn Diary of Private Prayer behoort tot de klassiekers van de spiritualiteit.
In: John BAILLIE, A Diary of Private Prayer. Updated and Revised by Susanna WRIGHT, New York-London-Toronto-Sydney-New Delhi, Scribner, 2014, 27. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode AERTS.
#53 Met U zijn er geen verten meer
Met U zijn er geen verten meer
en alles is nabij.
Des levens aanvang glinstert weer,
geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,
verlost van schaduw en van schijn,
wordt pijn en smart tot vreugd verheven!
Hoe kan het zo eenvoudig zijn!
Hoe kan het leven Hemel zijn,
met U, o kern van alle leven!
Felix TIMMERMANS
Felix Timmermans (1886-1947) was schrijver, dichter en schilder. Op het eind van zijn leven schreef hij een aantal gedichten, die postuum onder de titel Adagio werden gepubliceerd. Dit late werk kan als een dubbele belijdenis worden beschouwd. De dichter prijst Gods goedheid en schoonheid die hij in de kosmos ontdekt. En tegelijk belijdt hij zijn eigen fouten en zwakheden. Die worden nog verzwaard door Timmermans ouderdom, ziekte en vereenzaming. En toch krijgt in Adagio het rustig vertrouwen het laatste woord, zoals blijkt uit het bovenstaand gebed.
Uit: Felix TIMMERMANS, Adagio – Verzameld dichtwerk, Leuven, Davidsfonds, 1993, 156.
#52 Ik verlaat mij op U
Vader,
Ik verlaat mij op U,
doe met mij wat Gij goedvindt.
Wat Gij ook met mij doen wilt,
ik dank U.
Tot alles ben ik bereid, alles aanvaard ik,
als uw wil maar geschiedt in mij
en in al uw schepselen:
niets anders verlang ik, mijn God.
Ik leg mijn leven in uw handen,
ik geef mij aan U, mijn God,
met heel de liefde van mijn hart,
omdat ik u bemin,
omdat het voor mij een noodzaak
van liefde is mij te geven,
mij zonder voorbehoud op U te verlaten,
met een oneindig vertrouwen:
want Gij zijt mijn Vader.
Charles DE FOUCAULD
Charles de Foucauld (1858-1916) was eerst een flamboyant militair en ontdekkingsreiziger in Marokko, dat toen nog Frans gebied was. Onvoldaan keerde hij dit leven de rug toe en trad in bij de Trappisten.
Na een pelgrimsreis in het Heilig Lang werd hij kluizenaar in de Sahara, met grote zorg voor het gebed en de vriendschap met de arme Toearegs. Zijn ‘gebed van overgave’ schreef hij echter eerder, wanneer hij nog trappistenmonnik was. Het kaderde in een lange serie meditaties bij evangelieverzen, meer bepaald bij Jezus’ woorden aan het kruis: “Mijn Vader, in uw handen beveel ik mijn geest” (Lc 23,46). Vele jaren later werd het gebed ruim verspreid buiten de kring van de Kleine Broeders en Zusters die leven in de geest van Charles de Foucault.
In: Charles DE FOUCAULT, Méditations sur le Saint Évangile au sujet des principales vertus (1898), in : IDEM, L’esprit de Jésus. Méditations 1898-1915, Paris, Nouvelle Cité, 1978, 88-89.
#51 Geef dat ik uw Woord goed versta
Geef, Heer,
dat ik uw Woord goed versta,
meer nog,
dat ik het ook volbrengen mag.
Laat me, goede Heer,
liever geen woord verstaan
wanneer mijn studie
niet meer U ter eer zou strekken!
Maarten LUTHER
Maarten Luther (1483-1546) legde grote klemtoon op Gods onverdiende genade en begon een diepgaande kerkhervorming die jammer genoeg in een kerksplitsing eindigde. Helemaal in trouw aan zijn monastieke traditie, vroeg hij om enkel biddend de Schriften te lezen. In een kort briefje raadt hij aan om de Bijbel niet open te slaan zonder eerst de ogen of minstens het hart naar de hemel richten. Daarbij geeft Luther een kort gebed om luidop of in het hart tot God te richten.
In: Martin LUTHER, An Spalatin. Beilage (nr 175), in: Martin Luthers Briefwechsel 1501-1520 (Weimar Ausgabe, Br 1), Weimar, Hermann Böhlaus, 1930, 397, 24-25 en 33-35. Uit het Latijn vertaald door Lode AERTS.
#48 Mijn hart is kribbe geworden en wacht op U
Mijn Heer en mijn God,
Gij hebt mij geleid langs een lange, donkere, lastige weg vol stenen.
Mijn krachten begaven het vaak
en ik gaf haast de hoop op om nog ooit het licht te zien.
Maar in het diepst van mijn pijn, wanneer mijn hart verstarde,
ging er een klare, zachte ster voor mij op.
Getrouw voerde ze mij op weg
en ik volgde, eerst nog weifelend, maar dan steeds overtuigder.
Zo kwam ik eindelijk aan de poort van de kerk te staan.
De deur ging open en ik vroeg of ik mocht binnenkomen.
Uit de mond van uw priester klinkt nu een groet met uw woord van zegen.
Binnenin zie ik een menigte van sterren:
kerstrozen die me op weg zetten naar U.
Ze wachten op U, voor de kerstnacht.
Het geheim, dat ik diep in mijn hart moest verborgen houden,
mag ik nu luid uitspreken: ik geloof – ik belijd!
De priester voert me op de trappen naar het altaar.
ik buig het hoofd – het doopwater stroomt over mijn hoofd.
Heer, kan iemand in de helft van zijn leven
opnieuw geboren worden?
Gij hebt dat gezegd en ik heb het gevoeld.
De levenslange last van schuld en pijn viel van mij af.
Rechtopstaand ontvang ik de witte mantel, die Gij me op de schouders legt:
het helder beeld van zuiverheid.
Ik draag de kaars in mijn hand.
Haar vlam zegt me dat uw heilig leven in mij gloeit.
Mijn hart is nu kribbe geworden.
Het wacht op U, maar niet voor lang.
Om middernacht legt Maria
– uw moeder en ook de mijne –
haar pasgeboren kind in mijn hart.
Geen mensenhart kan vatten
wat Gij bereid hebt voor wie U liefhebben.
Nu heb ik U gevonden en ik laat U nooit meer los.
Op welke weg het leven me ook leidt,
Gij zijt bij mij.
Niets kan me van uw liefde scheiden.
Edith STEIN
Edith Stein (1891-1942) stamt uit een Joodse familie in Breslau, het huidige Wrocław in Polen. Op haar vijftiende wordt ze atheïst. Ze studeert filosofie, psychologie en geschiedenis aan verschillende Duitse universiteiten en ze is één van de eerste vrouwen om een academische carrière uit te bouwen. Ze wordt diep geraakt door de levensbeschrijving van Theresia van Avila. In 1922 volgt haar doopsel, waarvan het gebed hierboven – met als titel Kerstnacht – een echo vormt.
Edith Stein verlaat na haar doop de universiteit en engageert zich in het onderwijs voor meisjes, tot de nazi’s een beroepsverbod uitvaardigen tegen Joden. Ze treedt in bij de Karmelietessen van Keulen en herneemt haar filosofisch werk met het oog op een synthese tussen rede en geloof. Maar de Gestapo pakt haar op en deporteert haar naar Auschwitz, waar ze gedood wordt in de gaskamer.
In: Edith STEIN, Persönliche Notizen und Exerzitien, in: IDEM, Geistliche Texte II. Uitgegeven door Sophie BLINGGELI, Ulrich DOBHAN en Maria Amata NEYER (Edith Stein Gesamtausgabe, 20), Freiburg – Basel – Wien, Herder, 2007, 34–36. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#47 Uw lucht adem ik in
Mijn God,
ik ben uw mens.
Ik grens
aan U.
Bij U
ligt einde en begin.
Uw lach,
uw pijn,
uw zucht,
uw lucht,
adem ik in.
Toon HERMANS
Toon Hermans (1916-2000) was cabaretier, zanger, kunstschilder en dichter. Amper elf jaar oud stierf zijn vader en bleef het gezin in armoede achter. Om de kost te verdienen, ging de jonge Toon gedichtjes schrijven. Nog als tiener maakte hij zeer eerste revue. Hij verhuisde naar Amsterdam en werd steeds bekender met zijn stem op de radio, zijn onemanshows op tv en zijn korte gedichten, die vaak in een jaarlijkse uitgave verschenen.
Uit zijn humor sprak een filosofische verwondering over alledaagse dingen en een diepe dankbaarheid voor het leven. Dat bleek ook duidelijk in de twee gebedenboekjes die hij uitgaf en die doordrongen zijn van een eenvoudig, authentiek geloof.
In: Toon HERMANS, Nieuw gebedenboek. Zijn mooiste spirituele teksten, Samengesteld door Karel MICHIELS, Tielt, Lannoo, 2020, 102.
#46 Geef vrede, Heer
Geef vrede, Heer, geef vrede,
de aarde wacht zo lang,
er wordt zo veel geleden,
de mensen zijn zo bang,
de toekomst is zo duister
en ons geloof zo klein;
o Jezus Christus, luister
en laat ons niet alleen!
Geef vrede, Heer, geef vrede,
Gij die de vrede zijt,
die voor ons heeft geleden,
gestreden onze strijd,
opdat wij zouden leven
bevrijd van angst en pijn,
de mensen blijdschap geven
en vredestichters zijn.
Jan NOOTER
Jan Nooter (1922-1997) was een Nederlands doopsgezind predikant en dichter. Hij engageerde zich intensief in de oecumene en in de kerkliedkunde. Het bovenstaande gebed komt uit een lied dat in het Duits werd vertaald door Jürgen Henkys, een theoloog en predikant uit Oost-Berlijn. Sinds de jaren tachtig maakt “Gib Frieden, Herr, gib Frieden” deel uit van het Evangelisches Gesangbuch. Het speelde een grote rol in de vredesbeweging van de toenmalige Duitse Democratische Republiek.
In: INTERKERKELIJKE STICHTING VOOR HET LIEDBOEK, Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, Zoetermeer, BV Liedboek, 2013, 1555 (nr 1010) (= Liedboek voor de Kerken, nr 285).
#45 Waar zijt Gij?
Van alles wat rondom mij en in mij gebeurt, God,
zie ik de zin niet.
Waarom moet ik net hier
op deze plaats in het leven staan?
Mijn gedachten dwalen in de nevels.
Mijn blikken tasten in het duister.
Mijn ogen geraken niet tot bij U.
Vol bitterheid is mijn hart.
De woorden van mijn gebeden
lijken me van uw troon af te ketsen.
Ze vallen in de leegte.
Ik heb alle hoop laten varen.
Ik ben verloren.
God, hoe houdt Gij het uit?
Met uw zwijgen plooit Gij mijn leven toe.
In mijn ziel heerst diepe angst.
Mijn ziel weent en worstelt en spitst het oor
totdat de morgen gloort.
Waar zijt Gij?
Irmgard POWIERSKI
Irmgard Powierski (°1931) werd geboren in Oost-Pruisen. Ze was een verpleegster en kreeg de leiding van een ziekenhuis. Naderhand ging ze aan de slag als fulltime schrijfster.
Het bovenstaand gebed is het eerste uit een serie van negenenveertig andere die de traditie van de Bijbelse psalmen verderzetten.
Powierski wil allereerst de doden van Auschwitz gedenken, tezamen met slachtoffers van andere menselijke tragedies. Door het lijden te benoemen en te gedenken, reageert ze tegen schaamte en stilte. Haar gebeden scheppen ruimte voor het klagen en het troosten. Ze willen wie lijden ondergaat steunen en wie lijden veroorzaakt ontmaskeren.
In: Irmgard POWIERSKI, Wider das Vergessen, 7 x 7 Psalmen zwischen den Stelen, Göttingen, Vandenhoeck & Ruprecht, 2008, 9. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
#44 Gij hebt ons niets minder dan Uzelf geschonken
Heer, onze God,
Gij wilde niet alleen in de hemel,
maar ook bij ons op aarde wonen.
Niet alleen hoog en groot zijn,
maar ook gering en klein, zoals wij.
Niet enkel heersen,
maar ook dienen.
Niet alleen God in eeuwigheid zijn,
maar ook voor ons als mens geboren worden, leven en sterven.
In uw lieve Zoon, Jezus Christus, onze redder,
hebt Gij ons niets minder dan Uzelf geschonken.
Zo konden wij helemaal bij U thuiskomen.
En dat geldt voor ieder van ons,
al heeft niemand van ons dat verdiend.
Wat zouden wij anders doen,
dan ons verbazen, ons verheugen, U bedanken
en ons vastklampen aan wat Gij met ons hebt gedaan.
Karl BARTH
Karl Barth (1886-1968) was een invloedrijk predikant en theoloog die werkte in Zwitserland en Duitsland. Hij reageerde met profetische scherpte tegen politieke ideologieën die het geloof voor eigen voordeel misbruikten. In reactie hierop wou hij de theologie radicaal op het initiatief van God funderen.
Hij ging intensief de Bijbel bestuderen en vooral de Romeinenbrief. Daaruit bleek dat het alleen uit onverdiende genade is waardoor God zich aan de mens laat kennen met het oog op relatie en verbond. Hoezeer Gods openbaring in Jezus culmineert, blijkt uit het bovenstaand gebed. Barth schreef het voor de kerstwake in de gevangenis van Basel in het jaar 1958.
In: Karl BARTH, Predigten 1954-1967 (Karl Barth Gesamtausgabe, 12), Uitgegeven door Hinrich STOEVESANDT, Zürich, Theologischer Verlag, 2003, 130. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
# 43 Gij zijt mijn Liefde
Neen, mijn Lief,
Gij zijt geen vuur,
Gij zijt geen water,
Gij zijt niet wat wij zeggen.
Gij zijt wat Gij zijt
in uw glorievolle eeuwigheid.
Gij zíjt:
dat is uw wezen en uw naam.
Gij zijt leven:
goddelijk leven,
vitaal leven,
leven dat verenigt.
Gij zijt een en al zaligheid:
eenheid die niet genoeg te loven valt
en die ieder woord en elk begrip te boven gaat.
In één woord, Gij zijt Liefde.
Mijn Liefde.
Wat zal ik over U dus zeggen?
Gij hebt mij gemaakt voor U;
voor U, zeg ik, die Liefde zijt.
Marie GUYART
Marie Guyart (1599-1672) is een jonge weduwe in het Franse Tours, die jarenlang niet kan ingaan op haar roeping tot het religieuze leven, omdat ze de zorg heeft voor de opvoeding van haar zoontje Claude. Pas vele jaren later treedt ze in bij de Ursulinen in Tours onder de naam van Marie van de Incarnatie. Haar mystieke ervaringen sluiten haar helemaal niet af van de realiteit.
In 1639 vertrekt ze naar Quebec om er een klooster te stichten, dat zal instaan voor het onderwijs bij de indianen in Canada. Marie Guyart speelde een belangrijke rol in het jonge Quebec. Bij het gebed hierboven wordt vermeld dat ze het schreef na het aanhoren van een al te naïeve preek over God in termen van vuur en water.
Haar autobiografisch relaas werd in het Nederlands vertaald en toegelicht door Jos ALAERTS, Het mystieke leven van Marie Guyart (Bronnen van spiritualiteit), Averbode, Uitgeverij Averbode -Erasme, 2008.
In: Albert JAMET, Marie de l’Incarnation. Écrits spirituels et historiques, Paris, Desclée de Brouwer, 1929, I, 380. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#42 Wanneer we in U sterven
Hier ben ik, Heer.
De tijd dat ik op aarde werkte, is ten einde.
Aanvaard het goede dat ik heb gedaan.
Schenk Gij het levenskracht.
Laat uw onvermoeibare barmhartigheid stromen
over wat ik misdeed.
Spreid uw brede mantel van tederheid
over al mijn broeders en zusters die ik pijn heb gedaan.
Overdek ieder die ik liefhad
met de schaduw van uw vrede.
Schenk uw glimlach van vreugde en geluk
aan allen die me hebben bemind, verzorgd en omringd.
Maak hen zachtmoedig door uw Geest.
Laat uw liefde bij ons zijn in deze nacht
waarin Gij met ons de overgang van Pasen maakt.
Laat uw licht over ons schijnen
wanneer we in U sterven.
Amen.
Savina Gillès de Pélichy
Savina Gillès de Pélichy (1912-2008) is een jonge vrouw van eenentwintig wanneer ze binnentreedt in het Brugse Betaniëklooster dat toen nog maar pas was gesticht. Op de vooravond van de tweede wereldoorlog voert de allerlaatste boot haar naar Congo, waar ze meer dan een halve eeuw te midden van de armen zal leven. Ze werkt er als een bescheiden, diepgelovige missionaris met een voorliefde voor de kleinen in wie ze Jezus herkent.
Ze houdt van muziek, heeft een passie voor de Elisabethwedstrijd en neemt op haar vijfentachtigste de viool weer ter hand. In die jaren is ze terug in de gemeenschap van Loppem waar alles begon. Het gebed schrijft ze kort voor haar sterven op de vooravond van het feest van Transfiguratie.
Uit het archief van de Priorij van Onze Lieve Vrouw van Betanië in Loppem (onuitgegeven). Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts
#41 Ik weet dat ik uit vergeving leef
Ik weet dat ik uit vergeving leef,
na de woorden en de daden die ik volbracht,
de dingen die ik niet wilde
of terwijl ik ze wilde niet deed,
na de misstappen en onvergeeflijkheden
leef ik hier.
Het zonlicht valt op mij.
De wolken geven mij schaduw.
Mijn hart klopt ondanks alles
rustig en zonder vrees.
Ik weet dat ik uit vergeving leef.
Zoals de wind rondtolt in de ommuurde tuin
en dan een aanloop neemt en springt,
de verdorde bladeren meevoert,
de verwelkte bloemen verstrooit,
zo doet Gij met mij,
vergevende God.
Gij gunt mij uw ziel.
Gij verheugt u over mijn bloei
en buigt u over de neergang.
Gij zijt de hovenier van mijn dagen.
Als ik te moe ben om U te zoeken,
als de slaap mij overmant,
arbeidt Gij nog in de nacht,
vol verlangen dat ik zal opstaan
om U te zien.
Ik zal U zien. Ik wil U danken.
Ik zal uw gerechtigheid zien
voor allen die leven
uit de vergeving die zonder einde is.
Maria DE GROOT
Maria de Groot (°1937) studeerde Nederlandse letterkunde en theologie. In 1970 was zij een van de eerste vrouwen die tot predikant werd benoemd. Na haar werk in de Kloosterkerk in Den Haag stichtte zij samen met anderen ‘Ecclesia’, een oecumenische basisgemeenschap. Ze werkte aan de theologische faculteit van Utrecht en publiceerde meer dan 40 dichtbundels.
In: Maria DE GROOT, Psalmen van een vrouw, Kampen, Ten Have, 2008, 20.
#40 Gij badt op eenen berg
Gij badt op enen berg alleen,
en... Jesu, ik en vind er geen
waar 'k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn ogen sla;
en arm als ik en is er geen;
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!
Guido GEZELLE
Guido Gezelle (1830-1899) was als priester actief in diverse scholen en op een parochie in de Brugse binnenstad. Zijn fijnzinnige poëzie staat in de traditie van de romantiek en handelt over de natuur, de vriendschap en de dood. Met zijn voorliefde voor taal- en volkskunde stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Biekorf, dat na ruim een eeuw nog steeds bestaat. Michel Van der Plas wijdde aan hem een monumentale biografie onder de titel Mijnheer Gezelle.
In: Guido GEZELLE, Als de ziele luistert. De mooiste religieuze gedichten van Guido Gezelle. Samengesteld door Piet THOMAS, Tielt – Kampen, Lannoo – Kok, 1999, 112. Piet Tomas biedt in dit werk een mooie toelichting bij dit gebed (p. 27-30).
Bekijk een bezinning op het gedicht van Gezelle van Henk Jongerius
#39 Als Gij het graag hebt, schenk mij dan het geloof
Mijn God, ik hou niet van U,
ik verlang het zelfs niet,
ik verveel me met U.
Misschien geloof ik zelfs niet in U!
Mocht Gij voorbijgaan, kijk me dan aan.
Kom heel even schuilen in mijn ziel.
Blaas erover en breng ze op orde, zonder veel wind te maken,
zonder me iets te zeggen.
Als Gij wilt dat ik mij aan U hecht,
schenk me dan het geloof.
Als Gij wilt dat ik van U hou,
schenk me dan de liefde.
Ik heb er geen en ik kan er niets aan doen.
Wat ik wel heb, geef ik U:
mijn zwakheid en mijn pijn;
verder de tederheid die me kwelt en die Gij wel ziet…
En de wanhoop…
Die radeloze schaamte…
Mijn pijn, niets anders dan mijn pijn.
Dat is alles!
En ook nog mijn hoop.
Marie NOËL
Marie Noël is de schuilnaam van Mélanie Rouget (1883-1967), een Franse dichteres, die levenslang met een broze fysieke en mentale gezondheid te kampen had. Voor haar omvangrijk poëtisch oeuvre ontving ze in 1962 de Grand Prix de poésie van de Académie Française. Acht jaar voor haar dood werden de ‘notes intimes’ – zeer tegen haar zin – uitgegeven. In dat onconventioneel proza tast Marie Noël met humor en ernst de grenzen af, op zoek naar de zin van het bestaan.
In: Marie NOËL, Notes intimes, suivies de Souvenirs sur l’abbé Bremond, Paris, Librairie Stock, 1959, 41. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS
#38 Leer mij waar en hoe U te zoeken
Heer, mijn God,
leer mijn hart waar en hoe U te zoeken.
Heer, mijn God,
leer me waar en hoe U te vinden.
Gij zijt mijn Heer en mijn God
en ik heb U nog nooit gezien.
Gij hebt mij geschapen;
Gij hebt mij herschapen;
alles wat goed is, hebt Gij me gegeven
en nóg ken ik U niet.
Om U te zien
hebt Gij mij geschapen
en dát waarvoor Gij mij geschapen hebt,
heb ik nog steeds niet gedaan.
Leer me U te zoeken
en laat me U zien als ik U zoek.
Want ik kan U niet zoeken,
tenzij Gij 't mij leert.
Ik kan U niet vinden,
tenzij Gij U aan mij toont.
Wek in mij het verlangen om U te zoeken
en laat me bij 't zoeken verlangend naar U uitzien.
Laat me U vinden door mijn liefde
en laat me U beminnen eens ik U gevonden heb.
Anselmus VAN CANTERBURY
Anselmus van Canterbury (1033-1109) was een Benedictijner monnik die abt werd in de Normandische abdij van Le Bec Hellouin. Onder zijn impuls werd Le Bec een centrum van grote geleerdheid. Zijn wijsgerige geschriften behandelen onder meer de hechte band tussen geloof en rede. In 1089 werd hij gekozen als aartsbisschop van Canterbury.
In: Anselmus VAN CANTERBURY, Proslogion, 1,1 (in: Franciscus Salesius SCHMITT (ed.), Prolegomena seu Ratio edititonis (Sancti Anselmi Cantuariensis archiepiscopi Opera Omnia, 1), Stuttgart – Bad Cannstatt, Frommann – Holzboog, 1968, 98 en 100. Uit het Latijn vertaald door bisschop Lode Aerts.
#37 Dat we waardig worden om te dienen
Geef, Heer, dat we waardig worden tot de dienst aan onze medemensen
die overal ter wereld leven en sterven
in armoede en honger.
Geef hun heden hun dagelijks brood
door onze handen.
Schenk hen vrede en vreugde
door ons begrip en onze liefde.
Moeder Teresa van CALCUTTA
Agnes Gonxha Bojaxhiu (1910-1997) werd geboren in Skopje, de hoofdstad van het huidige Noord-Macedonië. Gefascineerd door Thérèse van Lisieux neemt ze haar achttiende als kloosternaam Teresa en vertrekt naar India om les te geven. Getroffen door dakloze zieken en stervenden gaat ze zich in Calcutta helemaal aan de allerarmsten wijden.
In 1950 sticht ze de Missionaries of Charity, die ondertussen in ruim honderd landen actief zijn. Pas na haar dood werd duidelijk dat haar wereldwijde inzet ook gepaard ging met extreme gevoelens van dorheid en verlatenheid. Ze werd ook pijnlijk geraakt door het gevaar van hoogmoed bij haar medewerkers en medezusters en als reactie daarop schreef ze in 1969 het bovenstaand gebed om bescheidenheid bij het helpen.
In: Kathryn SPINK, Mother Teresa. An Authorised Biography. Revised and updated Edition, New York, HarperCollins Publishers, 2011, 130. Uit het Engels vertaald door bisschop Lode Aerts
#36 Gij wacht op ons
Gij wacht op ons
totdat wij opengaan voor U.
Wij wachten op uw woord
dat ons ontvankelijk maakt.
Stem ons af op uw stem,
op uw stilte,
spreek ons uw Zoon tegemoet,
Jezus, het woord van uw vrede.
Huub OOSTERHUIS
Huub Oosterhuis (°1933) schreef een groot aantal Bijbelse liederen, gedichten en gebeden. Veel van zijn teksten werden op muziek gezet door Bernard Huijbers, Antoine Oomen en Tom Löwenthal. Ze vonden een ruime verspreiding, ook in andere talen.
Samen met Alex van Heusden maakte hij een Nederlandse vertaling van de vijf eerste Bijbelboeken. Uit het psalterium koos hij Vijftig psalmen, die hij met Michel Van der Plas in een poëtische vertaling zeer toegankelijk maakte. Gaandeweg verschoof de klemtoon in zijn oeuvre naar meer sociale gerechtigheid.
In: Huub OOSTERHUIS, Bid om vrede, Baarn, Ten Have, 2000, 7.
#35 Open onze oren voor de stille stemmen
Heer,
er is de wind;
er is het vuur.
Maar er is ook de onhoorbaar zachte bries;
de ontelbare gebeden van eenvoudige mensen;
het hard labeur van hen die dorsten naar gerechtigheid;
het steeds herbegonnen werk van hen die vrede stichten.
Open onze oren voor deze stille stemmen
waarin Gij U openbaart.
Gij, God met ons
in Jezus de Mensenzoon.
Zusters van MAZILLE
De zusters van Mazille vormen een open Karmelgemeenschap dichtbij Cluny en Taizé. De betonnen kloostergebouwen liggen verscholen in het Bourgondische landschap en zijn het werk van de Catalaanse architect José Luis Sert, in de modernistische stijl van Le Corbusier.
De internationale gemeenschap zet zich in voor oecumene en interreligieuze dialoog. In deze ‘Carmel de la Paix’ kun je als gast deelnemen aan het werk en het gebed van de zusters.
In: Trésors de la prière des moines. Tamié. Etiolles. Mazille. Landévennec, Paris, Bayard, 2006, 229. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#34 Gij die onze toekomst zijt
God, Gij zijt altijd groter
dan wij durven verwachten:
gij doet nieuwe en ongehoorde dingen.
Als om ons heen een wereld ineenstort,
brengt Gij uw nieuwe schepping tot stand.
Maak ons aandachtig
voor uw werkzaamheid in deze tijd,
dat wij niet blijven staan
bij wat voorbij is
en u niet zoeken waar Gij niet zijt.
Ga voor ons uit,
Gij die onze toekomst zijt.
Laat ons nieuwe wegen zoeken
en met elkaar standhouden
in alle onzekerheid.
Maar geef ons de zekerheid
dat ook vandaag uw kracht werkzaam is
en dat Gij voortdurend de wereld vernieuwt
door Christus, onze Heer.
Frans CROMPHOUT
Frans Cromphout, s.j. (1924-2003) gaf les in verschillende Vlaamse Jezuïetencolleges en was een gewaardeerd bezinningsbegeleider voor jongeren. Meteen na het tweede Vaticaans Concilie was hij de grote bezieler van het nieuwe kerk- en liedboek De Hoeksteen. Van zijn hand verschenen verschillende bundelingen met gebeden, liederen en vieringen. Hij publiceerde enkele essays over geloofscommunicatie en een commentaar op de Apocalyps.
In: Frans CROMPHOUT, Een tijd van spreken. Gebeden en vooroefeningen, Tielt - Utrecht, Lannoo, 1970, 105.
#34 Opdat Gij ons opvangt als wij vallen
Heer, wij brengen bij U al onze angst:
de angst om oud te worden en de angst voor de dood,
de angst om alleen te blijven
en die om verlaten te worden,
de angst voor de taken waartegen wij niet zijn opgewassen
en de angst om niet nodig te zijn.
Alle angst brengen wij bij U, God:
die welke wij kennen
en die welke achter de bekende op de loer liggen.
Heer, ontferm U.
Christus, wij brengen onze droefheid bij U:
onze vermoeide milde wanhoop
over de uitroeiing van onze broeders en zusters
de dieren en planten
en onze kille ontzetting over de handel
in het ontstaan van het leven.
Neem onze zwakheid en onze angst in uw hart.
Christus, ontferm U.
God, donkere grond van al het leven,
wij brengen onszelf bij U
opdat gij ons opvangt als wij vallen
en wij weten dat wij niet uit U kunnen vallen
op geen enkel moment van ons bestaan.
Heer, ontferm U.
Dorothee SÖLLE
Dorothee Sölle (1929-2003) is afkomstig uit Keulen. In haar jeugd wordt ze geconfronteerd met de apathie van vele christenen in Duitsland die wel weet hadden van de Jodenvervolging door de nazi’s en die toch lieten begaan.
In haar verbijstering om dat schuldig verzuim gaat ze theologie studeren en engageert ze zich voor een levenslange politieke betrokkenheid als christen in de samenleving. Haar ‘politieke avondgebeden’ hebben een mystieke kern en nemen het maatschappelijk onrecht scherp op de korrel.
Maak kennis met Dorothee Sölle
In: Dorothee SÖLLE, Zeg mij de naam van je hoop. Gedichten. Uit het Duits vertaald door Ria VAN HENGEL, Baarn, Ten Have, 1991, 75.
#33 Laat de eenheid spoedig komen
Barmhartige God,
Gij schonk ons in Abraham
de vader van de gelovigen.
In zijn nageslacht
wilt Gij alle geslachten der aarde zegenen.
Kijk om naar het volk van het verbond,
het volk van de beloften
en het volk der profetieën
dat zich richt tot U, de Barmhartige.
Laat door uw openbaring in Jezus Christus
de eenheid spoedig komen
onder allen die geloven in U,
de enige God,
gezegend in de eeuwen der eeuwen.
Gemeenschap van Bose
In de nadagen van het tweede Vaticaans Concilie stichtte Enzo Bianchi (°1943) een monastieke gemeenschap in het plaatse Bose, dichtbij Turijn.
De broeders en zusters behoren tot verschillende christelijke gemeenschappen en zetten zich sterk in voor oecumene en vernieuwing van het religieuze leven. Centraal voor hen zijn de lezing van de Schriften, de persoonlijke band met Christus en de betrokkenheid op de wereld.
Uit: Communauté de Bose, Témoins de Dieu. Martyrologe universel, Uit het Italiaans vertaald door Simone ROUERS, Paris, Bayard, 2005, 590. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#32 O Gij, alles voorbij, hoe U anders noemen?
O Gij, alles voorbij,
hoe U anders noemen?
Hoe kunnen woorden U prijzen,
Gij, die door geen woord te zeggen zijt.
Hoe kunnen gedachten U bereiken,
Gij, die door geen denken te grijpen zijt.
Gij, Enige, Onuitsprekelijke,
al wat gezegd wordt, komt van U.
Gij, Enige, Onkenbare,
al wat gekend wordt, komt van U.
Al wat spreekt en al wat niet spreekt,
prijst U.
Al wat denkt en al wat niet denkt,
eert U.
Hunkeringen overal, barensweeën overal,
alles reikhalst naar U, alles bidt tot U,
terwijl al wat uw geheim doorgrondt
een lied vol stilte zingt.
Bij U alleen blijft alles bewaard.
Op U hoopt alles.
Gij zijt het doel van alles.
Gij zijt één.
Gij zijt alles.
Gij zijt niemand.
Gij zijt geen een.
Gij zijt niet alles.
O Gij die alle namen draagt,
hoe zal ik U noemen?
Gij, enige Onnoembare,
welke hemelgeest dringt door tot het bovenste wolkendek?
Wees mij genadig,
O Gij alles voorbij.
Hoe U anders bezingen?
O Gij alles voorbij.
Gregorius VAN NAZIANZE
Gregorius van Nazianze (329-390) was een fijnbesnaarde poëet en mysticus. Hij gaf eerst een tijdje les in Athene, maar hij trok zich later terug in een kloostergemeenschap dicht bij de Zwarte Zee. Nadat hij, zeer tegen zijn zin, tot priester en bisschop was gewijd, deed hij zielzorg te Nazianze, in het centrum van het huidige Turkije. Toen zijn hulp gevraagd werd om theologische dwalingen te weerleggen, werd hij patriarch in Constantinopel, waar hij het grote concilie in 381 tot een goed einde bracht. Door zijn diepe intimiteit met Gods mysterie wordt Gregorius in de orthodoxe kerk ‘de theoloog’ genoemd.
In: J. STRENG, Voorbij het denken. Verkenningen in de westerse mystiek, Baarn, Ambo, 1982, 62-63.
#31 Kom o Geest des Heren
Kom, o Geest des Heren, kom
uit het hemels heiligdom,
waar Gij staat voor Gods gezicht.
Kom, der armen troost, daal neer.
Kom en schenk uw gaven, Heer,
kom, wees in de harten licht.
Kom, o trooster, heil’ge Geest
zachtheid die de ziel geneest,
kom, verkwikking zoet en mild.
Kom, o vrede in de strijd,
lafenis voor ‘t hart dat lijdt,
rust die alle onrust stilt.
Licht dat vol van zegen is,
schijn in onze duisternis,
neem de harten voor U in.
Zonder uw geheime gloed
is er in de mens geen goed,
is de ziel niet rein van zin.
Was wat vuil is en onrein,
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond.
Maak weer zacht wat is verstard,
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.
Geef uw gaven zevenvoud,
ieder die op U vertrouwt,
zich geheel op U verlaat.
Sta ons met uw liefde bij
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat.
Stephen LANGTON
Stephen Langton (1150-1228) was een Engelse theoloog aan de Parijse universiteit. Aan hem danken onze Bijbeluitgaven de indeling in hoofdstukken die we nog steeds hanteren. In 1207 werd Langton aartsbisschop in Canterbury. Daar steunde hij de strijd voor politieke zelfstandigheid tegenover de Engelse koning, die in 1215 tot de Magna Carta leidde. Van zijn vele theologische publicaties is het Veni Sancte spiritus het meest bekend, om de fijnzinnige poëzie over de komst van Gods Geest in het menselijk bestaan.
In: Zingt Jubilate. Liedboek, Averbode, Altiora, 2006, 348 (nr 84). Uit het Latijn vertaald door Jan Willem SCHULTE NORDHOLT.
#30 Ooit komt de dag waarop Gij ons met U bekleden zult
Hier ben ik, Heer,
samen met mannen en vrouwen die op mij lijken als broers en zussen:
arme drommels die een uitweg zoeken, maar die niet vinden:
verslaafden en lozers,
mensen die aan het kwaad niet kunnen weerstaan,
die stelen en moorden,
die geloof, hoop en liefde hebben verloren
en daaronder lijden.
Heer, Gij blijft vol liefde naar ons kijken
zoals eens naar de overspelige vrouw,
naar de Samaritaanse, naar Maria Magdalena
en naar de goede moordenaar naast U aan het kruis.
Wij roepen tot U, Heer,
vanuit de diepten die ons verzwelgen.
Red ons, want Gij houdt van ons.
Gij hebt gezegd, Heer,
dat Gij niet gekomen zijt voor de rechtvaardigen,
maar voor de zondaars,
voor ons dus en voor mij.
Ons allen vertrouw ik aan U, Heer,
want ik ben zeker van U.
Ik ben zeker dat Gij ons redt.
Ik ben zeker dat Gij op de dag van onze dood
tot alle arme drommels die we zijn, zult zeggen
wat Gij aan de goede moordenaar hebt gezegd:
“Vandaag nog zult ge met Mij zijn in het paradijs.”
Ooit komt de dag waarop Gij ons met U bekleden zult.
Gij zijt God en Gij werd een arme mens.
Gij hebt honger en dorst geleden net als wij.
Gij had angst en verdriet net als wij.
Gij zijt gestorven net als wij.
Uw armzalig lichaam werd in een graf gelegd, net zoals het met het onze zal gebeuren.
Gij zijt in een nieuwe gedaante uit het graf opgestegen, net zoals wij ooit eraan zullen ontkomen.
Mijn veelgeliefde, met U krijgt de dood een mooi gelaat
en wacht ons de verrijzenis.
Ik dank U.
Zuster Emmanuelle
Marie-Madeleine Cinquin (1908-2008) werd in Brussel geboren. Ze sloot zich aan bij een Franse religieuze congregatie, ze kreeg de kloosternaam van Soeur Emmanuelle en ging in Jeruzalem als docent wijsbegeerte en letterkunde aan de slag.
Na haar academische loopbaan verhuisde ze op haar tweeënzestigste naar de sloppenwijken van Caïro. Ze bouwde er woningen, scholen, ziekenhuizen en medische centra. Ze eindigde op de vijfde plaats in de Franstalige verkiezing van De Grootste Belg.
In: SOEUR EMMANUELLE, Confessions d’une religieuse. Postface de Philippe ASSO, Paris, Éditions j’ai lu, 2018, 351-352. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#29 Ik ben in uw hand
Gij zijt boven ons.
Gij zijt een van ons.
Gij zijt er, ook in ons.
Geef dat allen U zien,
ook in mij.
Laat mij de weg
voor U bereiden.
Maak mij dankbaar
voor alles wat mij ten deel viel.
Geef dat ik de nood van anderen niet vergeet.
Bewaar mij in uw liefde
zoals Gij wilt dat anderen
in mijn liefde blijven.
Geef dat alles in mij
U eer brengt,
en laat me niet vertwijfelen,
want ik ben in uw hand,
en alle kracht en goedheid zijn in U.
Geef mij een zuiver hart,
dat ik U mag zien.
Een hart vol deemoed,
dat ik U mag horen.
Een hart van liefde,
dat ik U mag dienen.
Een hart vol geloof,
dat ik in U mag wonen.
Dag HAMMARSKJÖLD
Dag Hammarskjöld (1905-1961) was een Zweeds econoom en een diplomaat. In 1953 werd hij secretaris-generaal van de recent opgerichte Verenigde Naties. Hij vond de dood tijdens een vredesmissie in het Congolese oorlogsgebied, mogelijks ten gevolge van een aanslag. Enkele maanden later werd hem postuum de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Toen een reporter hem na zijn benoeming bij de VN naar zijn inspiratiebronnen vroeg, verwees de Lutheraan Dag Hammarskjöld naar Jan Van Ruusbroec en Meister Eckhart.
In: Dag HAMMARSKJÖLD, Zeichen am Weg. Das spirituelle Tagebuch des UN Generalsekretärs. Überarbeitete Neuausgabe von Manuel FRÖHLICH, Deutsch von Anton Graf KNYPHAUSEN, Stuttgart, Verlag Urachhaus, 2019, 128. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
#28 Open onze oren voor elkaar
Tedere God,
Uw verstrooide kinderen zijn wij,
beladen met drukte en problemen,
zelden thuis bij onszelf, bij U en bij anderen.
Toch roept Gij ons vandaag samen
om in Jezus’ naam te werken en te plannen.
Aan uw voeten leggen wij
al onze projecten en agendapunten neer.
Beadem ze een voor een
met uw leven gevende kracht
en help ons zien wat Gij bedoelt.
Zegen onze gedachten
en vervul ze van uw Geest.
Open onze oren voor elkaar
en leer ons uw stem herkennen.
Genees ons wanneer we verward en moedeloos zijn
en laat uw vrede groeien in ons.
Wees onze gids bij moeilijke beslissingen.
Leg woorden in onze mond
die spreken van uw wijsheid.
Doordesem ons oordeel met zachtheid,
onze dienstbaarheid met vastberadenheid,
onze toewijding met vreugde
en ons enthousiasme met geduld.
Dank U dat Gij de sluizen van ons hart wilt openen
en ons samenzijn bevloeit met uw liefde.
Alleen dan zullen de akkers van onze arbeid
vruchten dragen die blijvend zijn.
Ilse CORNU
Ilse Cornu (geb 1967) studeerde theologie aan de KU Leuven en is docente ethiek aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee) en aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen van het bisdom Antwerpen. Zij is mede-initiatiefnemer van de website MagaZijn, een onafhankelijk interactief digitaal forum met nieuws, verdieping en verhalen over zingeving.
In: Geert DE KERPEL (red.), U wil ik ademen. 55 gebeden, Antwerpen, Halewijn - Bisdom Gent, 70-71.
#27 Wees geprezen, mijn Heer, met al uw schepselen
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en voor ons zorgt,
en allerlei vruchten met kleurrijke bloesems voortbrengt
en groene gewassen.
Wees geprezen, mijn Heer, door hen
die omwille van uw liefde vergiffenis schenken,
en ziekte en tegenspoed dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
aan wie geen levend mens kan ontkomen.
Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij aantreft in uw allerheiligste beschikkingen,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem met grote nederigheid.
Franciscus VAN ASSISI
Francesco di Pietro Bernardone (1182-1226) wordt in zijn jeugd diep geraakt door het lot van de melaatsen en wijdt zich aan gebed en armenzorg. Hij bedelt om voedsel en herstelt vervallen kerkgebouwen. Rond het kerkje van Portiuncula in het dal van Spoleto ontstaat een gemeenschap van gelijkgezinde broeders die het evangelie in grote eenvoud willen beleven. In 1219, tijdens de vijfde kruistocht, heeft Franciscus een vreedzame ontmoeting de sultan van Damiate in Egypte. Niet lang voor zijn dood wordt Franciscus bijna blind door een pijnlijke oogziekte en belandt hij in een diepe spirituele crisis. Maar in het besef dat hij afscheid moet nemen van deze wereld, bezingt hij zijn verbondenheid met alle schepselen in een prachtige hymne, die hij betitelt als Cantico di frate Sole: de lofzang op broeder zon.
In: André JANSEN, Franciscus van Assisi. Mysticus van de nabijheid, Antwerpen, Halewijn, 2013, 207-208.
#26 Hou ook deze nacht over mij getrouw de wacht
Ik ga slapen, ik ben moe,
'k sluit mijn beide oogjes toe,
Heer, houd ook deze nacht,
over mij getrouw de wacht.
't Boze dat ik heb gedaan,
zie het Here toch niet aan.
Schoon mijn zonden vele zijn,
maak om Jezus’ wil mij rein.
Zorg voor arme kind'ren, Heer,
en herstel de zieken weer.
Ja, voor alle mensen saam,
bid ik U in Jezus’ naam.
Doe mij dankbaar en gezond,
opstaan in de morgenstond.
Als 'k mijn oogjes opendoe,
lacht uw zon mij vriend'lijk toe.
Luise HENSEL
Luise Hensel (1798-1878) stapt op twintigjarige leeftijd over naar de rooms-katholieke Kerk. Ze werkt als leraar en schrijfster van religieuze poëzie. Dit gebed voor kinderen hoort bij haar meest bekende gedichten en werd in vele talen vertaald. De Nederlandse tekst van het kinderlied is een wat vrije bewerking door Jan de Liefde, een predikant en tijdgenoot van de Duitse dichteres.
In: Winfried FREUND, Müde bin ich, geh’ zur Ruh. Leben und Werk der Luise Hensel, Wiedenbrück, Güth & Etscheidt, 1984, 100.
#25 Loof Hem, zon en maan en planeten
Schepper en Heer, ik dank U.
In al uw werken hebt Gij mij blij gemaakt.
Gij hebt mij doen juichen door het werk van uw handen.
Zie, ik heb mijn werk verricht met de geestkracht die Gij mij hebt gegeven.
De heerlijkheid van uw werken zonder einde liet ik aan de mensen zien,
voor zover ik die met mijn beperkt verstand kon bevatten.
Hemelen, loof de Heer.
Loof Hem, zon en maan en planeten.
Om Hem op het spoor te komen moet je elk zintuig benutten,
en elke taal om de schepper te loven.
En ook jij, mijn ziel,
bezing je schepper en Heer
zolang als ik leef.
Uit Hem en door Hem en in Hem zijn alle dingen,
wat we kunnen zien en verstaan,
alles ook wat we niet kennen;
het weinige dat we al weten
en nog zoveel meer.
Hem zij glorie, lof en eer
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Johannes KEPLER
Johannes Kepler (1571-1630) was een pionier in natuurkunde en astronomie. Een eeuw na Copernicus bevestigt hij ondanks tegenstand de hypothese van het heliocentrisme.
Het bovenstaand gebed vormt de afsluiting van zijn monumentale levenswerk over de beweging der planeten. Als overtuigde christen schreef hij zijn wetenschappelijk werk als een loflied op Gods schepping.
In: Johannes KEPLER, Harmonices Mundi Libri V. Herausgegeben von Walther VON DYCK und Max CASPAR (Gesammelte Werke, 6), München, Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1990, 362-363 en 368 (V,9 en 10). Uit het Latijn vertaald door bisschop Lode AERTS.
#24 Geef me geduld om alle moeilijkheden te verdragen
Jezus, geef mij alstublieft
het brood van de nederigheid,
het brood van de gehoorzaamheid,
het brood van de naastenliefde,
het brood dat kracht geeft om mijn eigen wil te breken
en hem met de uwe te mengen,
het brood van de innerlijke versterving,
het brood dat me vrij van alles maakt,
het brood dat me al mijn moeilijkheden geduldig laat verdragen.
Jezus, wilt U me als gekruisigde?
Dan zij het zo.
Jezus, geef me het brood om het leed goed te dragen,
het brood om U alleen te zien
in alles en voor altijd.
Jezus, Maria, het Kruis,
ik wil geen andere vrienden dan deze!
Bernadette SOUBIROUS
Bernadette Soubirous (1844-1879) kent in Lourdes een armoedige jeugd wanneer haar vader werkloos wordt. Zelf raakt ze besmet door cholera waaraan ze levenslang een broze gezondheid overhoudt.
Op haar veertiende beginnen de Mariaverschijningen, die eerst op veel weerstand stoten. Wanneer Lourdes een officieel heiligdom is geworden en vele bedevaarders toestromen, trekt Bernadette – ze is dan tweeëntwintig – naar de Zusters van Liefde in Nevers. In haar ‘notes intimes’ schreef – of herschreef – ze ‘het gebed van een arme bedelares tot Jezus’.
In: Armand ABÉCASSIS, Michel ANGOT, Malek CHEBEL, Philippe CORNU, Jacques PERRIER, Ce que les hommes disent aux Dieux. Prières des grandes religions, Paris, Seuil, 2007, 160-161. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode AERTS.
#23 Laat mij dankbaar leven
Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven 't nameloze
mij uitgetild, –
laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd,
geborgen in de beven-
de zekerheid,
dat ik niet uit dit smal en
onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen
dan in uw hand.
Ad DEN BESTEN
Adrianus Cornelis den Besten (1923-2015) was een begaafd dichter en vertaler, een veelzijdig spreker en publicist. Hij was een van de medewerkers aan het Nederlandse Liedboek der Kerken.
Poëzie beschouwde hij als de roeping om namen te geven aan alles wat in de chaos van vervreemding en verwarring verloren dreigt te gaan. Een dichter strijdt tegen ‘het nameloze’ en zet als ‘naamgever’ Gods scheppingswerk verder door de dingen te benoemen in de wereld van de mens.
Heel toepasselijk werd dit ‘kleine danklied’ gezongen bij de uitvaart van Ad den Besten.
In: Interkerkelijke Stichting Voor Het Kerklied, Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, Zoetermeer, bv Liedboek, 2013, 920.
#22 Gij hebt ons op uw schouders genomen
O, goede Vader,
spaar de zondaars!
Gij hebt de bannelingen niet verlaten,
maar op uw schouders genomen.
Ook wij zullen niet ten gronde gaan,
omdat wij op U onze hoop vestigen.
Hildegard VAN BINGEN
Hildegard van Bingen (1098-1179) leidde als benedictines aanvankelijk een verborgen leven. Later ging ze haar mystieke ervaringen delen in soort reisgids voor gelovigen. Daarmee wilde ze hen wegen wijzen naar het hemelse Jeruzalem. Haar spirituele reisgids verscheen onder het Latijnse motto ‘scivias’, wat letterlijk betekent: ‘Leer (sci) de wegen (vias) kennen’. Het bovenstaand gebed komt uit dit mystieke meesterwerk (Scivias, II,8,6).
In: Walburga STORCH (ed.), Gebeden van Hildegard van Bingen. Met een inleiding door Caecilia BONN. Uit het Latijn vertaald door Walburga STORCH en uit het Duits vertaald door Brigitte VANDEPOELE en Antoine EVERAERT, Rumst, Studiegroep Hildegard van Bingen, 2008, 66.
#21 Doe ons dorstig blijven naar U
Heer Jezus,
laat ons U steeds meer beminnen.
Geef dat we U steeds beter leren kennen.
Doe ons het geloof bewaren en U dienen.
Dan zal ons hart uw zoetheid smaken.
Dan blijven we dorstig naar U.
Elisabeth KREUZIGER
Elizabeth Kreuziger (1501-1535) was de eerste vrouw die in de Reformatie liedteksten schreef. Afkomstig uit de adellijke familie von Meseritz verbleef ze een tijd in het klooster. Nadien huwde ze in Wittenberg met Caspar Cruciger, een predikant en theoloog die nauw met Maarten Luther was bevriend.
In: EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 166. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS.
Bekijk hieronder een mooie uitvoering van het integrale lied
#20 Wijs ons de weerglans van Christus
Heer, onze God,
Gij toont ons uw liefde
door Christus en door onze zusters en broeders.
Open ons hart.
Dat we over alle verschillen heen
elkaar kunnen ontmoeten en vergiffenis schenken.
Schenk ons de genade
om in harmonie te leven,
als leden van één lichaam.
Toon ons het geschenk,
dat elk van ons in wezen is.
En wijs ons de weerglans van de levende Christus,
die we allen tezamen vormen.
Broeder Roger SCHÜTZ
Roger Schütz (1915-2005) studeerde theologie in Zwitserland. Als gereformeerd christen herontdekte hij reeds tijdens die studies de vergeten rijkdom van het religieuze leven. In het Bourgondische Taizé stichtte hij een oecumenische broedergemeenschap met een grote gastvrijheid voor vele duizenden jongeren. Heel zijn leven heeft hij zich voor de eenheid onder christenen ingezet.
In: FRÈRE ROGER, DE TAIZÉ, Les écrits fondateurs. Dieu nous veut heureux, Taizé, Les Ateliers et Presses de Taizé, 2011, 36. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#19 Dat Gij mij doet leven als had ik nimmer kwaad bedreven
Heer, dat ik zomaar komen mag
met al mijn fouten, al mijn zonden,
met al mijn pijn, met alle wonden
die niemand in mijn leven zag.
Heer, dat ik zomaar komen kan
met wat ik niemand durf te zeggen,
met wat ik niemand uit kan leggen,
Gij weet er immers alles van.
Heer, dat Gij mij in Christus ziet
als had ik nimmer kwaad bedreven.
Dat Gij mij in uw gunst doet leven,
ik weet het, maar begrijp het niet.
Enny IJSKES-KOOGER
Enny IJskes-Kooger (1913-2010) is een Nederlandse dichter. Ze schreef in totaal zeven gedichtenbundels en een bloemlezing met oude schoolliedjes en opzegversjes. In haar ongekunstelde poëzie plaatst ze het leven van alledag telkens weer in het perspectief van vertrouwen en hoop.
in: Piet THOMAS, Groot gebedenboek. Gebeden uit de geschiedenis van het christendom, van de aanvang tot nu, Tielt - Nijkerk, Lannoo - Callenbach, 1995, 196.
#18 Leer ons geen aanstoot te nemen aan U
Heer Jezus Christus,
maak ons tot uw tijdgenoten.
Leer ons U te zien in uw ware gedaante,
in uw echte omgeving,
in de tijd dat Gij hier op aarde rondging.
Laat ons U niet zien in de gedaante die U
door ijle, nietszeggende herinneringen,
door gedachteloos sentiment
of door historisch gewauwel
heeft vervormd.
Want zo een gedaante is niet
die van uw vernedering,
waarin de gelovige U zag;
niet die van uw verheffing
die nog geen oog heeft gezien.
Leer ons U te zien zoals Gij zijt,
zoals Gij waart
en zoals Gij zult zijn wanneer Gij wederkeert in heerlijkheid.
Leer ons U te zien
als teken van tegenspraak.
Als voorwerp van vertrouwen.
Als minuscule mens die toch de redder van de mensheid is.
Als verlosser die uit liefde op aarde kwam
om te zoeken wie verloren was,
om te lijden en te sterven
en die toch altijd weer opnieuw herhalen moest:
'Zalig zij die zich aan Mij geen aanstoot nemen'.
Leer ons U te zien op die manier.
En leer ons geen aanstoot te nemen aan U.
Sören KIERKEGAARD
Sören Kierkegaard (1813-1855) was een Deens filosoof die een grote klemtoon legde op de persoonlijke beslissingen en keuzes van de mens. Als theoloog streed hij heel zijn leven tegen een burgerlijk en bureaucratisch christendom, waaruit de persoonlijke band met Christus was weggedeemsterd.
In: SÖREN KIERKEGAARD, Exercice en Christianisme, 1 (Invocation), Présentation et traduction de V. DELECROIX (Les marches du temps), Paris, Éditions du Félin, 2006, 37. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts
#17 Blijf bij ons
Heer Jezus Christus,
blijf bij ons
als licht in onze duisternis,
als macht in onze zwakheid,
als leven in onze dood,
als troost in onze pijn,
als kracht in onze bekoringen,
als barmhartigheid in onze onrust,
als hoop wanneer we sterven,
als Leven van ons leven.
Margret Schäfer-Krebs
Margret SCHÄFER-KREBS (°1958) is verantwoordelijk voor liturgie en liturgische navorming in het Duitse bisdom Rottenburg-Stuttgart. Ze is een van de uitgevers van het tijdschrift Wort Gottes Feiern, dat materiaal voor de woorddienst aanbiedt. Ze schreef het gebed ‘Blijf bij ons’ voor de eucharistische aanbidding.
In: Gotteslob. Katholisches Gebets- und Gesangbuch. Ausgabe für das Erzbistum Köln, Stuttgart, Katholische Bibelanstalt, 2013, 42 (nr 5,5). Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts
#16 Neem mij op in U
Heer, onze God, wij geloven in U,
Vader en Zoon en heilige Geest.
Zoveel ik kon,
zoveel Gij mij het vermogen daartoe gegeven hebt,
heb ik U gezocht,
en heb ik ernaar verlangd
te zien wat ik geloof.
Veel heb ik nagedacht en gezwoegd.
Heer mijn God, mijn enige hoop, verhoor mij
dat ik niet, vermoeid, U niet meer wil zoeken,
maar dat ik steeds vurig naar uw aanschijn blijf verlangen.
Geef mij de kracht U te blijven zoeken,
Gij die U hebt willen laten vinden
en ons hoop gegeven hebt dat wij U
steeds meer en meer zullen vinden.
Laat mij daar binnentreden
waar Gij Uzelf voor mij geopend hebt
en neem mij in U op.
Open U voor mij als ik daar aanklop,
waar Gij Uzelf nog verbergt voor mij.
Augustinus
Augustinus (354-430) kwam pas na een lange, turbulente zoektocht op het spoor van de Bijbelse God. Hij ontving het doopsel in Milaan en werd tot priester en bisschop gewijd in het Noord-Afrikaanse Hippo. Daar ontplooide hij een niet-aflatende bedrijvigheid als uitmuntend predikant en invloedrijk theoloog. Het bovenstaande gebed vormt het slot van zijn diepgravende studie over God.
In: AUGUSTINUS, Over de Drie-eenheid. Ingeleid en vertaald door Tarsicius Jan VAN BAVEL, Leuven, Peeters, 2005, 444 (XV,28,51).
#15 Kom, woon in mij
Kom, waarachtig licht.
Kom, leven in overvloed.
Kom, verborgen geheim.
Kom, onnoembare schat.
Kom, onuitsprekelijke.
Kom, onvatbare.
Kom, geluk zonder einde.
Kom, licht zonder schemering.
Kom, feilloze verwachting van wie gered wordt.
Kom, opstanding van wie neerligt.
Kom, verrijzenis der doden.
Kom, U die machtig zijt
en alle dingen steeds weer schept, herstelt en verandert.
Kom, mijn adem en mijn leven.
Kom, trooster van mijn arme ziel.
Kom, mijn vreugde, mijn eer, mijn eindeloos genoegen.
Kom toch, Meester,
sla uw tent op,
woon in mij.
Gij, Goede,
blijf onafscheidelijk tot het eind
in mij, uw dienaar.
Laat me niet alleen.
Simeon de nieuwe theoloog
Simeon (949-1022) groeide op in de kringen rond het Byzantijnse hof, waar hij voor een politieke carrière was bestemd. Na een ingrijpende mystieke ervaring sloot hij zich aan bij een kloostergemeenschap in de buurt van Constantinopel, waar hij na enige tijd ook de leiding nam en het religieuze leven van binnenuit vernieuwde. In zijn hymnen vinden we een heel persoonlijke uitdrukking van zijn godservaring. Hij is een van de weinige auteurs met de eretitel Godskenner (theologos).
In: Syméon le nouveau théologien, Hymnes 1-15, Introduction, texte critique et notes par J. KODER, traduction par J. PARAMELLE (Sources Chrétiennes, 156), Paris, Cerf, 1969, 150-151. Uit het Frans vertaald door Lode Aerts.
#14 Geef uw zegen aan alle mensen
God,
geef mij uw zegen
en laat me geborgen zijn in U.
Zegen mijn familie
en bewaar ons in uw liefde.
Zegen mijn vrienden, Heer,
en ga met hen mee
op hun weg door het leven.
Zegen mijn buren
en help ons om het goed te stellen met elkaar.
Zegen de vrouwen en mannen op het werk
en geef ons een geest van verbondenheid.
Geef uw zegen aan alle mensen
die ik vandaag ontmoet
en bewaar ons allen in uw vrede.
Petra STADTFELD
Petra Stadtfeld (°1961) studeerde praktische theologie en godsdienstpedagogie. Ze is verantwoordelijk voor de spiritualiteit van vrijgestelden en vrijwilligers in de pastoraal in het bisdom Trier. Daar geeft ze ook geestelijke begeleiding en retraites.
Petra STADTFELD, Bestärkt! Kraftgebete, Freiburg im Breisgau – Basel – Wien, Herder, 2014, in: Zu Gott Du sagen. Gebete, Frankfurt, Verlag der action 365, 2020, 198. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#13 Begin bij mij
Heer, vernieuw uw Kerk
en begin bij mij.
Heer, bouw uw parochie op
en begin bij mij.
Heer, sticht overal op aarde vrede,
laat ons in contact met U komen
en begin bij mij.
Heer, breng uw liefde en waarheid bij alle mensen
en begin bij mij.
Dit anoniem gebed is afkomstig van christenen uit China. Het werd opgenomen in het Evangelisch liedboek van Duitsland.
EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 485. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode Aerts.
#12 Help mij te wonen in U
O mijn God, Drie-Eenheid, die ik aanbid,
help mij mezelf helemaal te vergeten
om in U te wonen,
roerloos en stil,
alsof ik reeds in de eeuwigheid was.
Laat niets mijn vrede verstoren.
Gij zijt mijn Onveranderlijke,
laat niets mij van U verwijderen.
Laat liever elke minuut mij verder voeren
in de diepte van uw mysterie.
Sticht vrede in mijn ziel.
Maak er uw hemel van,
uw geliefde thuis,
de plaats waar Gij rusten kunt.
Zorg dat ik U daar nooit alleen laat.
Laat me er helemaal zijn:
alleen nog wakend en biddend in geloof
en open voor wat Gij tot stand brengt.
Elisabeth van de Drie-eenheid (1880-1906)
Elisabeth Catez was een temperamentvolle, jonge vrouw die na lang aandringen toestemming kreeg om in te treden in de Karmel van Dijon in de Franse Bourgoge. Na een periode van dorheid en twijfel vindt ze rust in God, wat ze uitdrukt in honderden brieven en gedichten.
De bovenstaande tekst is de aanvang van een innig gebed waarin Elisabeth eindelijk thuis komt in de intimiteit van Vader, Zoon en Geest. Ze schreef dit op haar vierentwintigste, twee jaar voor haar dood.
Elisabeth DE LA TRINITÉ, Œuvres complètes (Édition du centenaire), Paris, Cerf, 1979, II, 124-126. Uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#11 Gij hebt ons uw paasboodschap toevertrouwd
Bij het lege graf
hebt Gij aan de vrouwen uw paasboodschap toevertrouwd.
Bevrijd ons van angst
wanneer wij vandaag het evangelie verkondigen.
Op de weg naar Emmaüs
hebt Gij aan de leerlingen de Wet en Profeten verklaard.
Open ons verstand
om de Schriften te begrijpen.
In de bovenzaal
hebt Gij aan uw vrienden vrede toegezegd.
Laat uw vrede ons helpen
om de liefde voor de vijand te bewaren.
Aan de oever van het meer
hebt Gij Petrus aangesteld tot herder van uw schapen.
Ondersteun met uw Geest
allen die onze gemeenschap leiden en voorgaan.
Op de berg die Gij hebt aangewezen
bracht Gij al uw verspreide leerlingen weer samen.
Maak allen één in liefde en trouw
die in U geloven.
COMUNITÀ DI BOSE
De gemeenschap van Bose in Noord-Italië werd in 1965 door Enzo Bianchi gesticht. In deze communiteit wonen tientallen broeders en zusters van verschillende christelijke kerken. Ze leggen zich toe op geestelijke lezing van de Schriften, oecumenische toenadering en monastieke theologie.
COMUNITÀ DI BOSE, Vieni sulla nostra strada. Preghiere a Cristo, Bose, Qiqajon, 2010, 281. Uit het Italiaans vertaald door bisschop Lode AERTS
#10 Ik dank U voor het verlangen naar U
Heer,
ik dank U
omdat Gij in mij het verlangen naar U hebt gewekt.
Ik dank U, mijn God,
omdat Gij mij hebt gezocht.
Steeds opnieuw zijt Gij mij blijven zoeken.
Gij hebt in mijn hart het oneindig verlangen gelegd
om uw aanschijn te zien.
Ik dank U, Heer,
want Gij schonk mij de kracht
om te antwoorden op uw stem.
Dank U voor mijn roeping
die dieper en mooier wordt van dag tot dag,
ondanks de last van onze menselijke staat.
In deze bescheiden realiteit van elke dag
schenkt Gij Uzelf aan ieder van ons.
Gij roept mij op om met mijn hart
niets te verkiezen boven de liefde van Christus.
Laat zijn liefde mijn hele wezen omarmen,
zodat ik op mijn beurt allen kan liefhebben
die Gij me geeft om mee te leven
op de weg die leidt naar U.
Dank U voor mijn zusters en broeders
die me van U spreken
en die me het leven laten beamen.
Verruim ons hart
door gehoorzaamheid en nederigheid,
door stilte en gebed…
Laat Christus onze gids zijn.
Dan wordt voortaan het heden
een voorsmaak van uw eeuwigheid.
Amen. Halleluia.
Zr Hannah VAN QUAKEBEKE, osb
Hannah Van Quakebeke (°1969) studeerde muziekpedagogie en muziektherapie. In Rome behaalde ze het doctoraat in de monastieke theologie. Ze trad in bij de benedictinessen priorij Onze-Lieve-Vrouw van Bethanië in Loppem, waar ze sinds 2009 priorin werd. Zij is lid van Bethasda, de associatie die het werk van Simone Pacot bestudeert en verspreidt.
#9 Gij hebt de poorten van de hel verbrijzeld
Mijn redder,
Gij koos het leven van mij
opdat ik dat van U zou krijgen.
Gij hebt het lijden op uw schouders genomen
opdat ik het niet meer zou vrezen.
Door uw sterven ging ik herleven.
Gij werd neergelegd in een graf
maar aan mij gaf U het paradijs om in te wonen.
Door af te dalen in de diepte
hebt Gij me omhoog getrokken.
Gij hebt de poorten van de hel verbrijzeld
en de hemelpoort voor mij geopend.
Alles hebt Gij ondergaan
voor de mens die was gevallen.
Alles hebt Gij verdragen,
opdat de mens zou juichen van vreugde.
Romanus de zanger
Romanus, bijgenaamd de zanger (ca. 493- ca. 556) was een Syrisch theoloog, dichter en musicus. Hij werd geboren in Emesa, het huidige Homs. Na zijn opleiding in Beiroet trok hij naar Constantinopel, het huidige Istanbul. Als diaken in de Hagia Sofia was hij een geliefd catecheet en predikant. Hij schreef ontzaglijk veel hymnen in de volkstaal van het koinè-Grieks. Die zijn steeds doordrongen van warme humaniteit en diepe nederigheid.
Lees een vlotte voorstelling van Romanus de zanger door paus Benedictus XVI.
ROMANOS LE MÉLODE, Hymnes. Introduction, texte critique, traduction et notes par J. GROSDIDIER DE MATONS (Sources Chrétiennes, 128), Paris, Cerf, 1967, 204-206 (Hymne 36,2). Vertaling door bisschop Lode AERTS.
#8 Leidt allen tot U
God van alles wat leeft,
schenk ons uw genade,
uw barmhartigheid
en alle goeds.
Geef het ieder van ons,
ook hen die niet bij ons horen.
Leid ons op de rechte weg tot U,
in uw eeuwige heerlijkheid.
Hans KÜNG
Hans Küng (1928-2021) werd geboren in Zwitserland en werkte aan de universiteit in het Duitse Tübingen. Zijn onderzoek als jonge theoloog bevorderde de toenadering tussen protestanten en katholieken. Hij werd benoemd als deskundige op het Tweede Vaticaans Concilie. Met de tijd klaagde hij steeds meer de kerkelijke verstarring aan en ging zich vooral inzetten voor interreligieuze en interculturele dialoog.
Hans KÜNG, Das Judentum. Wesen und Geschichte, München, Piper, 2007, 702. Uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS
#7 ’t En zijn de Joden niet
't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten,
noch die verradelijk u togen voor 't gericht,
noch die versmadelijk u spogen in 't gezicht,
noch die u knevelden, en stieten u vol puisten,
't en zijn de krijgslui niet die met haar felle vuisten
den rietstok hebben of den hamer opgelicht,
of het vervloekte hout op Golgotha gesticht,
of over uwen rok t'saam dobbelden en tuisten :
ik ben 't, o Heer, ik ben 't die u dit heb gedaan,
ik ben de zware boom die u had overlaân,
ik ben de taaie streng daarmee gij gingt gebonden,
de nagel en de speer, de gesel die u sloeg,
de bloedbedropen kroon die uwe schedel droeg :
want dit is al geschied, eilaas ! om mijne zonden.
Jacobus REVIUS
Jacobus Revius (1586-1658), oorspronkelijk Jakob Reefsen, was een predikant en dichter uit Deventer. Hij schreef over filosofie, theologie en geschiedenis. Het gebed over Jezus’ lijden is zijn meest bekende gedicht.
In: Anton VAN WILDERODE, En het woord was bij God. Vijfhonderd religieuze gedichten uit de Nederlandse letterkunde, Tielt, Lannoo, 1981, 228.
#6 Ik wil sterren laten oplichten
Heer,
om de wereld mooier te maken
wil ik ‘s nachts sterren laten oplichten.
Een ster van een blik
die licht brengt in het hart van mensen
naar wie niemand omziet.
Een ster van wat aandacht
die het hart verwarmt van hen
die niemand de moeite waard vindt.
Een ster van een opgewekt woord
met bemoediging, dankbaarheid en tederheid.
Een ster van dienstbaarheid
door open, werkzame en gevouwen handen.
Een ster van een heerlijke geur
om volop van het leven te genieten,
om de wonderen rondom ons te smaken.
Heer, slechts enkele sterretjes wil ik laten oplichten
om de wereld naar U toe te leiden.
Danielle SKIAKY
Danielle Skiaky was eerst actief als schooldirectrice en werd nadien medewerkster voor catechese en schoolpastoraal in het bisdom Marseille. Een aantal van haar liederen zijn bij Bayard op CD uitgegeven.
Michel WACKENHEIM, Abba. Les grandes prières de la vie chrétienne, Montrouge, Bayard, 2015, 432-433.Gebed uit het Frans vertaald door bisschop Lode Aerts.
#5 Neem alles van mij weg, wat me van U verwijdert
Neem alles van mij weg,
wat me van U verwijdert.
Geef alles aan mij
wat me dichter brengt bij U.
Mijn Heer en mijn God,
bevrijd mij uit mezelf
en schenk me helemaal aan U.
Broeder Klaus van Flue (1417-1487)
Broeder Klaus van Flue (1417-1487) ging zich na een erg sociaal leven als kluizenaar in het Melchtal vestigen, in het hart van Zwitserland. Uit heel Europa trokken mensen naar hem om geestelijke bijstand of politiek advies. Hij was een vredestichter en een mysticus. Tot op vandaag geldt Broeder Klaus als patroon van Zwitserland.
Bij de zeshonderdste verjaardag van Broeder Klaus, in 2017, werd zijn gebed op muziek gezet voor de grote Taizé-ontmoeting in Basel.
EVANGELISCHE LANDESKIRCHE IN WÜRTTEMBERG, Evangelisches Gesangbuch. Antwort finden in alten und neuen Liedern, in Texten und Bildern, Stuttgart, Gesangbuchverlag Stuttgart, 2017, 485. Gebed uit het Duits vertaald door bisschop Lode AERTS
#4 Hoe moet ik je danken?
Hoe moet ik je danken, mijn God,
voor al het goede
dat je me doet toevloeien,
ononderbroken.
Voor alle vriendschap,
voor de vele vruchtbare gedachten,
voor dat grote gevoel van liefde,
dat er in me is en die ik op iedere stap kan omzetten,
voor alles.
Soms geloof ik haast,
dat het te veel is,
dan weet ik niet hoe ik dat alles ooit goed moet maken.
Maar het is net of
door die grote liefde
alles wat je doet vruchtbaar wordt.
Etty HILLESUM
Etty Hillesum (1914-1943) was een geëmancipeerde, jonge vrouw die, te midden van de gruwel van de Jodenvervolging, het evangelie leerde kennen. Dit gebed schreef Etty in volle oorlogstijd, wanneer ze in het transitkamp van Westerbork haar volksgenoten hielp. Een jaar later werd ze naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze stierf.
Bekijk ook de Kerknet-video over Etty Hillesum
Etty HILLESUM, Het werk. Onder redactie van Klaas A.D. SMELIK. Tekstverzorging door Gideon LODDERS en Rob TEMPELAARS, Amsterdam, Balans, 2012, 552.
#3 Het is het geheim van uw liefde
Heer God,
Het is het geheim van uw liefde
en het verlangen van uw hart
om bij ons te zijn
en het leven met ons te delen.
In Jezus, uw Veelgeliefde,
zijt Gij een van de onzen geworden,
weerloos en kwetsbaar
als een mensenkind.
Hem herkennen wij als uw Zoon,
onherroepelijk teken van uw menslievendheid.
Rondom Hem verzamelt Gij ons,
altijd weer opnieuw,
als uw volk, uw kerk.
Zie om naar uw kerk.
Geef haar moed en geloof genoeg
om op uw woord te vertrouwen
en uit uw liefde te leven,
zodat ze iets kan betekenen voor de mensen,
niet heersend maar dienend,
niet opdringerig maar overtuigend,
niet in haar recht, maar op haar plaats.
Geef dat zij, weerloos en kwetsbaar,
teken mag zijn van hoop en bevrijding
voor alle mensen.
Kard. Jozef DE KESEL
Kardinaal Jozef De Kesel (1947 - ) is sinds 2015 aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Zijn bisschopsleuze luidt Vobiscum Christianus (Met U ben ik christen).
U wil ik ademen. 55 gebeden, Antwerpen, Halewijn - Bisdom Gent, 2005,76.
#2 Het bal van de Gehoorzaamheid
Zoals er veel heilige mensen zijn die niet van dansen houden,
zo zijn er veel heiligen geweest die de nood voelden om te dansen
zo blij waren ze om te leven:
de heilige Thérèse met haar castagnetten,
de heilige Johannes van het Kruis met het kindje Jezus in zijn armen,
en de heilige Franciscus, voor de paus.
Als we vrede konden nemen met u, Heer,
dan zouden we niet kunnen weerstaan
aan die behoefte om te dansen die losbarst in de wereld,
en we zouden kunnen raden
welke dans u ons wilt laten dansen
door uw Voorzienigheid op de voet te volgen.
Want ik denk dat u er misschien genoeg van hebt,
van die mensen die zeggen u te dienen
op de toon van een kapitein,
die zeggen u te kennen op de toon van een professor,
die zeggen u te bereiken door hard te trainen,
die zeggen van u te houden zoals een oud koppel van elkaar houdt.
De dag waarop u iets anders wilde,
hebt u de heilige Franciscus gekozen en hebt u er uw speelman van gemaakt.
Het is nu aan ons om ons te laten uitvinden om als vreugdevolle mensen
met u dansend door het leven te gaan.
Om een goede danser te zijn, met u of met iemand anders,
moeten we niet weten waar het naartoe gaat.
We moeten kunnen volgen
vrolijk zijn
licht zijn
en vooral niet onbuigzaam zijn.
We moeten u niet vragen waarom u deze passen graag zet,
we moeten een soepel en levendig verlengstuk van u zijn,
en van u het ritme van het orkest ontvangen.
We moeten niet tegen elke prijs willen vooruitgaan,
maar willen draaien, opzijgaan.
We moeten kunnen stoppen en glijden in plaats van stappen.
Het zouden slechts dwaze passen zijn als de muziek er geen harmonie aan gaf.
Maar wij, wij vergeten de muziek van uw geest,
we maken van ons leven een turnoefening;
we vergeten dat het leven zich laat dansen in uw armen,
dat uw heilige Wil onmetelijk fantasierijk is,
dat het leven slechts eentonig en vervelend is voor vermoeide zielen
die er als een muurbloempje bij zitten op het vreugdevolle bal van uw liefde.
Heer, kom ons van onze stoel halen.
Madeleine DELBRÊL
Tussen 1940 en 1950 schrijft Madeleine Delbrêl (1904-1964) verschillende poëtische meditaties over het geloof in God. Het ‘bal van de gehoorzaamheid’ (1946) is een van de meest bekende. De tekst roept de lichtheid op van het spirituele leven. Volgens Madeleine, zelf een ervaren danseres, is geloven op de eerste plaats een kwestie van je te laten leiden.
M. DELBRÊL, Betoverd door God. Het leven en werk van Madeleine Delbrêl. Samengesteld en vertaald door Piet RAES & Ann-Sophie NOREILLIE, Averbode, Uitgeverij Averbode|Erasme, 2016, 57.
#1 Gij kent mijn weg
God,
tot U roep ik in de vroege morgen.
Help mij te bidden
en mijn gedachten te richten op U,
ik kan het niet alleen.
In mij is duisternis,
maar bij U is licht.
Ik ben eenzaam,
maar Gij verlaat mij niet.
Ik ben bevreesd,
maar bij U is hulp.
Ik ben onrustig,
maar bij U is vrede.
In mijn hart is bitterheid,
maar bij U is geduld.
Ik begrijp uw wegen niet,
maar Gij kent mijn weg.
Dietrich BONHOEFFER
Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) is een Duitse theoloog met een grote maatschappelijke inzet. Hij engageerde zich in het verzet tegen de nazidictatuur, wat hem uiteindelijk het leven kostte. Dit gebed schreef hij kort voor zijn dood in een gestapo-gevangenis bij Berlijn. De broeders van Taizé hebben fragmenten van het gebed op muziek gezet.
D. BONHOEFFER, Geborgen en getroost. Gedichten en gebeden. Samengesteld en vertaald door Leendert Willem LAGENDIJK, Baarn, Ten Have, 2003, 74.