Goede vrienden. De lezingen uit de Schrift die we zopas beluisterd hebben, zijn de lezingen voor de 3de zondag in de advent. Het zijn woorden die vandaag en morgen overal ter wereld worden voorgelezen, overal waar christenen op zondag samen komen. Ze bereiden ons voor op Kerstmis. Ze geven ons wel een dubbel gevoel. Aan de ene kant is er de oproep van Johannes tot bekering. Dat we niet zouden voorbijzien aan Diegene die komt. Want Hij komt, zo zegt hij, om de dorsvloer grondig te zuiveren. Niet zo een geruststellende boodschap. Woorden die wijzen op de ernst van de situatie en op onze verantwoordelijkheid.
Maar tegelijk klinkt ook de oproep tot vreugde. Verheug u in de Heer te allen tijde. Nogmaals verheug u, zegt Paulus. Van oudsher is deze zondag ook zo genoemd: Gaudete-zondag! En hij voegt eraan toe: Wees niet bezorgd. Gods vrede zal uw hart en gedachten behoeden. Ook bij de profeet Sefanja klinkt diezelfde oproep tot vreugde.
Je zou ze spontaan niet bij elkaar brengen: de ernst en de verantwoordelijkheid waarop Johannes ons wijst én de oproep tot vreugde en blijdschap. Toch zijn het juist die 2 die ons vandaag samenbrengen: grote verantwoordelijkheid maar ook grote vreugde.
Wat moeten we doen? Gewoon wat je kunt
Oui, les paroles de Jean nous engagent. Il appelle à la conversion. Et pourtant quand ceux et celles qui viennent d’être baptisés lui demandent: 'Que devons-nous faire?', sa réponse est étonnante. Il ne demande rien d’extraordinaire ou de sensationnel. 'Partage ce que tu as.' Il ne faut pas donner tout, mais donne de ce que tu as. Si tu as plus de vêtement qu’il ne te faut, alors donne à ceux qui n’en ont pas assez. Cela vaut aussi pour la nourriture: partage ton superflu. Et aux collecteurs d’impôt Il ne dit pas: abandonne ce métier. Il dit seulement: 'N’exigez rien de plus que ce qui vous est fixé.' Gardez-vous donc de la corruption. Et aux soldats qui viennent à lui, Il ne demande pas de déserter. Il demande simplement: ce que tu fais, fais-le correctement, sans abuser de ta position, sans recours à la violence arbitraire. N’oubliez jamais que vous êtes des humains comme les autres.
Wat Johannes vraagt is een sterk engagement, dat is waar. Maar het is niets buitensporigs.
Het doopsel schept geen afstand
Celui qui est baptisé ne se distancie pas des autres. Nous sommes renvoyés à la responsabilité et à la solidarité que nous partageons avec tous les hommes, de quelque religion ou conviction qu’ils soient. Mais alors pourquoi se faire baptiser? Pourquoi être chrétien? La liturgie de ce dimanche nous donne la réponse, elle aussi étonnante.
Het is de vreugde die van mij een gelovige maakt. Niet uit noodzaak of dwang ben ik christen, maar in alle vrijheid en gedreven door liefde.
Wij zijn gekend en bemind door God. Dat is het hart van het christendom. Niet allereerst een doctrine of een moraal. Maar de zekerheid dat wij, broze en eindige mensen, door God gekend en bemind zijn.
Het is nauwelijks voorstelbaar. Maar hoe zouden wij, als het waar is, ons niet verblijden? Natuurlijk zijn daarmee niet alle vragen beantwoord noch alle problemen opgelost. Toch weten we uit ervaring hoezeer het dat is wat ons gelukkig maakt, wat zin en richting geeft aan ons bestaan: dat we door andere mensen gekend, gewaardeerd en bemind zijn. Dat we niet niemand zijn.
Juist dat is de vreugde van evangelie: te weten dat we niet alleen geliefd zijn door hen die ons nabij zijn of onze vrienden zijn maar door God zelf, Schepper en bron van al wat bestaat.
Gekend en bemind en radicaal aanvaard. Niet voor niets heeft paus Franciscus zijn eerste exhortatie juist De vreugde van het Evangelie genoemd. En niet voor niets heeft hij vorige dinsdag in de Sint-Pietersbasiliek te Rome bij het begin van het grote jubileumjaar de deur geopend, de poort van Gods barmhartigheid. Zoals dat morgen ook hier zal gebeuren en in Brussel en in Nijvel en in alle kathedralen en jubileumkerken over heel de wereld.
Niet onverschillig zijn voor elkaar
Neen, God is geen onverschillige God. Geen arbitraire macht, alleen bedacht op zichzelf. Wij mensen zijn Hem alles waard. Juist daarom vraagt Hij ons dat ene: dat ook wij niet onverschillig zouden zijn voor elkaar. Vooral niet voor hen die aan de kant staan en niet meetellen, armen en kwetsbaren, en de zovelen op de vlucht voor oorlog en geweld. Dat we eerbied hebben voor alle leven, hoe klein en kwetsbaar ook. Eerbied voor de religieuze of filosofische overtuiging van elke mens. Eerbied en zorg voor de planeet die we bewonen. We zijn ook verantwoordelijk voor de komende generaties. Het kan er hard aan toegaan in onze wereld.
Juist dat vraagt ons het Evangelie: dat we zelf niet hard en onverschillig zouden worden, ongevoelig en genadeloos. Want dat is het wel wat ons vandaag het meest bedreigd: de globalisering van de onverschilligheid.
Voilà l’Evangile que l’Eglise proclame. L’évangile de la tendresse de Dieu. Et ce ne furent pas de sa part que de belles paroles. Il s’est engagé jusqu’au bout et sans retour. En son Fils, le Christ Jésus, Il est devenu un des nôtres, vulnérable et sans défense, tel un enfant des hommes. Un prodige d’humanité. A pareil amour il n’y a qu’une réponse: aimer à notre tour. Nous estimer et nous respecter les uns les autres. Proclamer cette miséricorde de Dieu et appeler au respect et à l’amour, voilà la mission de l’Eglise. Voilà l’espace qu’elle recherche dans notre société pluraliste et moderne. Rien de plus, mais aussi rien de moins. C’est dans une culture sécularisée, qu’elle peut et qu’elle doit faire entendre sa voix. Et cela d’autant plus qu’un fondamentalisme religieux constitue à l’heure actuelle une menace vraiment réelle.
Non pas une Eglise qui se replie sur elle-même. Mais une Eglise qui partage les joies et les souffrances de ce monde. Solidaire du sort réservé aux humains, quels qu’ils soient. Ce fut le message du Concile de Vatican II. Mardi dernier, à la fête de la Vierge Immaculée, il y avait exactement cinquante ans qu’eut lieu la clôture de ce Concile œcuménique. La Constitution sur l’Eglise dans le monde d’aujourd’hui débute par ces paroles si impressionnantes et si émouvantes: 'Les joies et les espoirs, les tristesses et les angoisses des hommes de ce temps, des pauvres surtout et de tous ceux qui souffrent, sont aussi les joies et les espoirs, les tristesses et les angoisses des disciples du Christ, et il n’est rien de vraiment humain qui ne trouve écho dans leur cœur.'
Zo zie ik mijn zending
Dat is de roeping die de Kerk van Godswege heeft ontvangen. Daaraan willen we onze beste krachten wijden bij de zending die mij vandaag wordt toevertrouwd. Ik met u en u met mij. Zoals we het hoorden bij Johannes: geen extravagante of spectaculaire projecten. Maar zoeken naar een consequente beleving van het evangelie. En met die ene zekerheid: dat we door God gekend en bemind zijn. Dat is vandaag onze vreugde en ons vertrouwen.
+ Jozef De Kesel
Mechelen, 12 december 2015
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.