Leo Vos • In mijn eerste kerkboekje - met als titel Lieve Jezus, zijt Gij daar? - zie ik als opdracht staan: Ter herinnering aan de schone dag dat ons Leoke voor het eerst Jezuke in zijn hartje mocht ontvangen. Maart 1957. Dat is dus juist 60 jaar geleden.
Ik herinner me die dag nog goed. Maanden intensieve voorbereiding waren achter de rug. Eindelijk de grote dag! Als kinderen die tot de jaren van discretie of verstand gekomen waren, mochten wij nu Jezus zelf ontvangen in het tabernakel van ons hart. Als dat geen vreugdevol feest was, misschien wel de mooiste dag van ons leven!
Tijdens de homilie hoor ik nog de priester vertellen. Geboeid luisterden we naar het verhaal over keizer Napoleon.
Toen men hem op zijn sterfbed vroeg naar de schoonste dag van zijn leven, antwoordde hij: De dag van mijn eerste communie. Instemmend knikten ik en de andere 7-jarigen.
Maar toen gebeurde het onverwachte: de priester zei dat Napoleon geen gelijk had. De eerste communie mocht voor ons niet de mooiste dag zijn, want iedere nieuwe communie moest ons vuriger en gelukkiger maken dan de vorige.
Nu meer dan 5.000 communies later, moet ik bekennen dat mij dat niet gelukt is. Toch hebben de woorden van die priester een afdruk nagelaten in mijn ziel, zodat ik altijd opnieuw Jezus in mijn hart mag ontvangen, als de verrezen Heer, die mij wil sterken en doordringen met zijn Geest.
Als zwak en onvolmaakt mens is dit geestelijk voedsel voor mij levensnoodzakelijk.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.