Zondagavond 24 april 1915 - vanavond precies 105 jaar geleden - pakte de politie in het toenmalige Constantinopel (vandaag heet die Turkse grootstad Istanbul) op bevel van de minister van Binnenlandse Zaken Talaat Pasja van de Jonge Turken meer dan tweehonderdvijftig Armeense intellectuelen op: journalisten en uitgevers, politici en priesters, artiesten, dokters en leerkrachten. In de dagen die daarop volgden werden nog meer dan tweeduizend Armeniërs opgepakt en gedeporteerd of vermoord. Dit was het begin van wat Armeniërs Metz Yeghern noemen: de ‘Grote Misdaad’.
De Jonge Turken joegen uiteindelijk één tot anderhalf miljoen christenen over de kling.
Eerste moderne genocide
Mannen werden verplicht tot dwangarbeid of vermoord; dodenmarsen van vrouwen, kinderen, ouderen en zieken trokken tot diep in de Syrische woestijn. De Jonge Turken - nationalistische officieren die in 1908 een staatsgreep pleegden en zo de basis legden voor het moderne Turkije - waren gekant tegen het multi-etnische en multireligieuze karakter van het Ottomaanse Rijk. In hun drang naar ‘turkificatie’ keerden zij zich niet alleen tegen de Armeniërs, maar ook tegen de Assyrische christenen (die ook soms Arameeërs genoemd worden) en tegen de zogenaamde Pontische Grieken.
Jaarlijks wordt deze Armeense Genocide op vele plekken herdacht.
Onlineherdenking
Natuurlijk was het dit jaar met van de coronamaatregelen niet mogelijk om massaal bijeen te komen om bij deze genocide stil te staan. Daarom had het Comité van Armeniërs van België een filmpje online gezet, onder de titel: Nous ne l’oublierons jamais/Wij zullen het nooit vergeten. #IStayAtHomeAndIRemember luidde de oproep, met andere woorden: zelfs al blijf je ‘in je kot’, vergeet deze misdaad niet te herdenken. Een erg beperkte manifestatie bij de ‘khachkar’ in de Brusselse gemeente Elsene, was via Facebook te volgen.
Een khachkar is een herdenkingskruissteen, zoals er ook staan in pakweg Kortrijk of Mechelen.
Verzoening
In zijn korte toespraak aan de khachkar in Elsene riep priester Zadik Avedikian van de Armeens-apostolische kerk in België de Turken op om nu eindelijk de genocides die door de Jonge Turken werden gepleegd te erkennen, zodat een verzoeningsproces kan worden aangevat. Want alhoewel Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van de huidige republiek Turkije, het niet met de Jonge Turken kon vinden omdat zij de islam als staatsgodsdienst wilden, ontkennen zowel seculiere als islamitische Turken doorgaans wel dat er deportaties waren, maar willen ze mordicus niet van ‘genocide’ horen spreken.
Volgens Turkije ging het hooguit om geïsoleerde oorlogsmisdaden en is er van voorbedachtheid geen sprake.
Turkse geloofwaardigheid
Ik roep Turken op om eindelijk de moed op te brengen om in alle objectiviteit in het reine te komen met hun verleden, zei priester Avedikian. Laat andere naties die de Armeense Genocide al hebben erkend, Turkije daarbij helpen. Het gaat hier ook om de geloofwaardigheid van het Turkse volk. De misdaad is immens en hij werd met voorbedachte rede gepleegd. Maar als christenen geloven wij dat fouten maken menselijk is en dat ook grote fouten vergeven kunnen worden. Maar dat moet met waardigheid gebeuren; daarom moet fouten nederig erkend worden en moet om vergeving gevraagd worden.
Vergeven is immers niet vergeten, laat staan ontkennen. Zadik Avedikian
Martelaren in heiligencanon
Het Armeense volk hoopt al honderdvijf jaar op rust voor de zielen van zijn martelaars, zegt priester Avedikian. Deze martelaars werden ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Armeense Genocide in de kathedraal van Etsjmiadzin in Armenië, de zetel van de Armeens-apostolische kerk, en in aanwezigheid van vertegenwoordigers van vele christelijke zusterkerken heilig verklaard. Zadik Avedikian lanceert nu de idee om hun namen ook in te schrijven op de heiligenkalender van de universele Kerk, om via hun bemiddeling te kunnen bidden dat er geen zo’n genocide op christenen meer zou plaatsvinden.
Bekijk hieronder de video 'Wij vergeten het nooit!'