#5 Zaaien
We zeiden hierboven al dat sommige vaste planten zichzelf uitzaaien. Je kan natuurlijk ook het zaad verzamelen om zelf te zaaien op een andere plaats, in potjes of op een ander tijdstip.
Voor de planten die anders zichzelf uitzaaien, lukt dat meestal prima. Maar voor veel soorten is nieuwe planten opkweken uit zaad net iets moeilijker en vraagt het net iets meer aandacht, waardoor het soms mislukt. Zo zijn er koudekiemers waarvan je de zaden het beste eerste enkele dagen in de diepvriezer legt voor je ze zaait. Je moet het maar weten!
- Verzamel de rijpe zaden. Soms zitten ze verstopt in zaaddozen, aartjes, houwen of peulen. Je moet lang genoeg wachten tot de zaden echt rijp zijn. Meestal verkleuren ze dan van groen naar bruin of zwart. Vaak zal de hele bloemstengel verdorren. Als de zaaddozen vanzelf openen en de zaadjes van de stengel beginnen te vallen, ben je klaar om te oogsten. Niet wachten dan, anders zijn ze weg!
- Zaai de zaadjes meteen waar je ze hebben wil. Klaar! Dat is de eenvoudigste en vaak de beste manier. Zo doet de natuur het immers ook. Wees gul bij het zaaien. Niet elk zaadje wordt een plantje en niet elke kiemplantje wordt een volwassen plant. Er zijn ook nog slakken, remember? Heb je later te veel zaailingen, dan dun je ze gewoon uit. Deze methode heeft één groot nadeel: je moet de zaailingen leren herkennen. Want anders trek je ze uit met het onkruid.
- Of bewaar de zaadjes door ze eerst binnen te laten nadrogen. Liever te lang dan te kort, want vochtige zaden gaan schimmelen of kiemen. Leg meteen een label met de naam bij de zaden. Weet je binnen drie weken anders nog welke zaden het zijn?
- Scheid het kaf van het koren. Verwijder zaaddozen, peulen, vliesjes, houwen, enz. Gebruik bijvoorbeeld een theezeefje of blaas zachtjes de lichtere vliesjes weg. Schoon zaad neemt minder plaats in en kan je later preciezer zaaien.
- Bewaar de zaden in enveloppen op een droge, koele en donkere plaats. Schrijf de naam van de plant en het oogstjaar op de envelop. Hoe langer je het zaad bewaart, hoe meer het zijn kiemkracht verliest.
- Zaai op het juiste moment ter plekke of in potjes. Het voordeel van zaaien in potjes is dat je de zaailingen leert herkennen en dat je ze alle kansen kan geven. Het juiste zaaimoment verschilt per soort. Laat je niet verleiden om te veel te vroeg te zaaien.
- Heb voldoende geduld. Sommige soorten doen er meerdere weken en soms maanden over om te kiemen. Of ze kiemen gespreid, een goede overlevingsstrategie in de natuur. En ja, soms gebeurt er niks. Of hebben de slakken ‘s nachts de kiemplantjes opgevreten nog voor je ze gezien hebt. Dan wacht je op Godot. Zo is soms het leven.
Voorbeelden van vaste planten die zich gemakkelijk laten zaaien: kaasjeskruid (verschillende soorten), vingerhoedskruid, jacobsladder, zwartmoeskervel, wilde venkel, akelei, sommige soorten geranium, gele helmbloem, ijzerhard, look-zonder-look, teunisbloem, stokrozen…
Veel geluk ermee en misschien tot een ruilmoment!
Vond je dit interessant? Deel dit artikel via Facebook of via e-mail.
Ontdek de nieuwe tuinreeks op Kerknet
Meer weten
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.