Als tiener vervreemdde ik van de kerkpraktijk. Toen opa stierf – aan een hartstilstand, we hadden geen afscheid kunnen nemen – huilde ik: ‘Je moest me nog leren bidden. Nu weet ik niet wat ik moet doen.’
Ik ben toen maar gaan opzoeken hoe dat rozenhoedje ook alweer in elkaar zat.
Hoe meer informatie ik opzocht, hoe meer ik wilde weten over het geloof.
Hoe verliep je zoektocht?
Behalve op het internet zocht ik antwoorden in kerken. Zo had ik heel wat gesprekken met onze oude pastoor van Sint-Maria-Oudenhove, Julien De Keukelaere, intussen overleden. We hadden een goede band. Hij gaf me de raad: ‘Zoek het niet te ver.’ Persoonlijk had ik wel aan een iets exotischere plek gedacht toen ik in 2012 afzondering zocht, maar Affligem bleek net goed!
Ik nam ook deel aan het Samuelproject in de Abdij van Drongen: een jaar lang bidden met de Bijbel en er geregeld over uitwisselen met een geestelijk begeleider en andere jongeren. Dat heeft me sterk gevormd.
Wat voor kind was je?
Goh, een heel aanhankelijk kind, denk ik. Ik was het eerste kleinkind langs beide kanten. Van de hele familie heb ik nooit aandacht tekort gehad! Ze zien in mij nog altijd de kleine Kevin. Eén grootmoeder is nog in leven. Ze was apetrots bij mijn professie vorige zaterdag.
Mijn belangrijkste hobby was voetbal. Verder was ik actief in de KAJ, waar ik van 2012 tot 2018 mee in leiding stond. In die periode nam ik de jongeren wel eens mee op bedevaart naar een kerk in de buurt. We hielden ook zwerfvuilacties en zo. Ook die vrienden waren met een mooi groepje aanwezig in de viering. Ik houd er nog een hechte vriendengroep aan over.
Je studeerde economie. Vanwaar die keuze?
Tot 2011 zag ik de toekomst vrij klassiek voor mij: een goede job, leuke auto, gezin. Maar door wat er toen gebeurde, besefte ik ergens anders mijn geluk in moest zoeken. Mijn grootouders waren op zo’n eenvoudige manier gelukkig. Dat leek mij meer iets om na te streven.
Als ik vandaag met jongeren in contact kom – we hebben een jeugdhuis in de abdij – dan vind ik het altijd belangrijk om connectie te maken met hen op dat punt. In je zoektocht naar wat je met je leven moet doen, kan je grote verwarring ervaren. Ik ben daar ook geweest, zoek het niet te ver, het komt wel goed.
In 2018 begon je aan het noviciaat. Toch een grote stap, niet?
Sinds 2012 kwam ik elke blokperiode terug naar de abdij. Onderweg van Leuven naar huis in Sint-Maria-Oudenhove, of omgekeerd, nam ik geregeld de afslag om de completen mee te maken, of de nachtelijke aanbidding die hier al 35 jaar op vrijdag gehouden werd. Nu is er nog steeds aanbidding, maar sinds corona is het overdag.
Steeds meer begon ik me af te vragen wat iemand zou kunnen bewegen om voor zo’n leven te kiezen. En misschien mijzelf…
Wat gaf de doorslag?
Ik ben eerst naar het seminarie gegaan voor de priesteropleiding. Tijdens die filosofiejaren ontdekte ik al dat ik niet graag alleen op een pastorie zou willen leven. Ik wilde mijn leven in dienst stellen van het evangelie en de kerkgemeenschap, maar niet als priester alleen in een parochie. Meer en meer kreeg ik de bevestiging dat het monastieke leven mijn weg was.
De toekomst van onze abdijgemeenschap is onzeker, maar ik heb er vertrouwen in. We zien wel.
Tekst gaat verder onder de foto.