Het idee is eenvoudig: kleine lapjes grond op korte tijd omtoveren tot een zelfstandig, biodivers bos.
Het lijkt een aantrekkelijk idee om in ons verstedelijkte Vlaamse landschap te zorgen voor een aangename groene leefomgeving. Maar kan dat wel en mag het wel? En wat gaan de buren zeggen?
Met enthousiasme, een goede methode en geduldig overleg is er veel mogelijk. Dat tonen de 5 medewerkers van Urban Forests. Meer dan 100.000 bomen hebben ze de afgelopen jaren geplant in 100 stadsbosprojecten in België en Frankrijk.
Vooral scholen, bedrijven en gemeenten doen een beroep op Urban Forests, maar ook particulieren met een grote tuin. Vanaf 100 vierkante meter kan het, met een minimale breedte van 4 meter. Dat is nodig om het bosje als ecosysteem te laten functioneren, vertelt de Nederlandstalige contactpersoon Herman Janssens.
Miyawaki-methode
Urban Forests gebruikt een techniek van de Japanse botanicus Akira Miyawaki. Na wetenschappelijk onderzoek naar de oerbossen in Japan en studies bosbouw in Duitsland, ontwikkelde hij in de jaren 1980 een techniek om oerbossen te recreëren in een verstedelijkte omgeving.
Met deze techniek ontstaat op 10 à 20 jaar tijd een bosje met de biodiversiteit en veerkracht van een 200 jaar oud bos.
Kenmerkend voor de Miyawaki-methode:
- Bodembewerking tegen verdichting.
- Herstel van het bodemleven met compost en mulch.
- Keuze voor inheemse bomen en struiken, zoals eik, els, meidoorn, hazelaar, lijsterbes…
- Veel verschillende soorten (15 tot 30) worden door elkaar geplant, zodat een gelaagde vegetatie ontstaat.
- Grote plantdichtheid van 3 planten per m2.
Bioloog Nicolas de Brabandère, oprichter van Urban Forests Belgium, vertelt in dit filmpje over de Miyawaki-methode (Engels, 2 minuten).
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.