Paus Franciscus bezoekt momenteel niet alleen Afrikaanse landen aan de periferie – Mozambique, Madagaskar en Mauritius – maar hij betoont er ook nadrukkelijk zijnbelangstelling voor zaligen en heiligen die in de periferie werkten of zelf eruit afkomstig zijn. Zo ging de paus zaterdagavond in de Malagassische hoofdstad Antananarivo langs bij het graf van Victoire Rasoamanarivo, die Joannes Paulus II tijdens zijn bezoek aan Madagaskar in 1989 zalig verklaarde. Intussen lijkt de eerste Malagassische zalige op weg naar een heiligverklaring, aangezien al een tweede mirakel aan haar wordt toegewezen.
Ongelukkig huwelijk
In zijn toespraak tot de regeringsverantwoordelijken en andere diplomatieke en publieke overheden bij aankomst op de zuidoost-Afrikaanse eilandstaat Madagaskar had de paus al naar Victoire Rasoamanarivo verwezen om zijn pleidooi voor integrale ontwikkeling te illustreren. De Kerk roept op de houding van jullie zalige landgenote Victoire Rasoamanarivo als voorbeeld te nemen, zei paus Franciscus. Zij getuigde van liefde voor haar moederland en zijn tradities en zette tegelijk haar geloof in Jezus Christus om in dienst voor de armen; ook wij zijn geroepen dit pad van de dialoog op te gaan.
Rasoamanarivo werd in 1848 geboren uit een vooraanstaande inlandse familie.
De Malagassische zalige werd opgevoed in de lokale voorouderlijke tradities, maar toen ze in 1861 in een school van jezuïeten terechtkwam, bekeerde ze zich tot het christendom en liet zich in 1863 op vijftienjarige leeftijd dopen, tot grote ergernis van haar ouders. Die arrangeerden een huwelijk met een aanverwant, een hooggeplaatste, maar ook gewelddadige militair. Hoewel het huwelijk allesbehalve gelukkig was, bleef zij haar alcoholverslaafde en vrouwzieke man trouw. Toen de missionarissen ten gevolge van het Franco-Malagassische conflict in 1883 het land werden uitgewezen, bleef Victoire Rasoamanarivo ook haar geloof trouw.
Zij werd het boegbeeld van de ‘Union Catholique’ op Madagaskar.
Leprozenzorg
Rasoamanarivo slaagde uiteindelijk erin zelfs haar echtgenoot te bekeren; de man liet zich in 1888 op zijn sterfbed dopen. Intussen had ze zich ook heel verdienstelijk gemaakt in de zorg voor de armen en de leprozen, wat ze bleef doen tot ze op 21 augustus 1894 op 46-jarige leeftijd aan gezondheidsproblemen bezweek. Haar lichaam werd aanvankelijk bijgezet in het mausoleum van Rainiharo - eertijds gemaal van koningin Ranavalona en eerste minister van Madagaskar - maar ligt sinds 1993 in een ronde kapel net voor de Onbevlekte Ontvangenis-kathedraal van Andolaho, de zetel van het aartsbisdom Antananarivo in de hoofdstad van Madagaskar.
Daar wou paus Franciscus dus gisterenavond uitdrukkelijk naartoe.