Ook in een seculiere samenleving blijven mensen kaarsjes aansteken bij Maria en tot haar bidden. Soms verborgen bij de plaatselijke kopie van de Lourdesgrot, soms in grote aantallen bij een bedevaartsoord.
Waarom, vraagt kerkhistoricus André Roes zich af? Volgens hem wijst de blijvende Mariadevotie op de ietwat wankele derde pijler van de kerk. Om staande te blijven, ook in moeilijke tijden, rust de kerk op 3 pijlers:
- Verkondiging, de studie, de leer, het Woord kennen.
- Dienstbaarheid, inzet, concreet handelen.
- Gebed, mystiek, heiligheid, gerichtheid op het verticale, overgave aan God.
Mariadevotie is geen voorbijgaand volks verschijnsel, maar uiting van een blijvende honger naar de derde pijler: de menselijke nood om zich te kunnen toevertrouwen. Gelovigen blijven, volgens Roes, vandaag in de kerk wat op hun honger zitten wat die derde pijler betreft. Met zijn boekje wil hij bijdragen aan een herwaardering van de Mariadevotie.
Roes verkent achtereenvolgens:
- Bijbelse verhalen over Maria en hoe we die gelovig-knielend kunnen lezen en verstaan.
- Mariale dogma’s en de religieuze ervaringen die eraan ten grondslag liggen.
- Het belang van Mariadevotie voorbij de argwaan die er tegen bestaat.
- Bidden met Maria, in vaste formules of eenvoudig en intiem.
- Mariale houding in de Kerk als stimulans voor openheid en een verzoenende manier van in de wereld staan.
- Maria als moeder en bron van vertrouwen, barmhartigheid en vreugde.
Dr. André Roes (1946) is kerkhistoricus. Hij promoveerde in 1984 in Leiden op leven en werk van de katholieke emancipator Anton van Duinkerken. Hij publiceerde over Søren Kierkegaard, Hans Christian Andersen en Charles Dickens. Roes schreef ook regelmatig voor het benedictijnse tijdschrift Heiliging.
[bestelinfo onderaan]
Enkele citaten als voorproefje
Het christendom draait om een Persoon, om heilige personen, Maria voorop. Een persoon vereer ik niet, maar ik treed met een persoon in relatie, ik wil een persoon leren kennen en navolgen. Een idool, een ster vereer je. Bij een persoon kun je uithuilen, ontferming zoeken.
Maria is nabij. Over haar kun je spreken als Onze Lieve Moeder. Dat is taal van nabijheid, vertrouwelijkheid
Trek weg van de plaats van het conflict, naar de plaats van het gebed, waar God verblijft, de Heilige Geest, naar een plek van vrede, waar geen ruzies zijn, nijd, jaloezie, achterdocht, laster en wrok. Houd sabbat, kom tot rust, leef even niet op het niveau van vraagstukken, strijdpunten, maar bid, een andere kant op, omhoog.
Veel conflicten in de Kerk zouden biddend kunnen worden opgelost.
Plaatsen van Mariadevotie, levende gemeenschappen, worden herontdekt. Eigenlijk zijn ze nooit weggeweest. Als ik in de St. Jan van Den Bosch ben, zie ik een constante stroom van bezoekers, oud en jong. Het zijn plaatsen die ‘verticaal’ zijn, omhoog verwijzen. Het zijn plaatsen waar mensen kaarsen aansteken, bidden met weinig woorden, en waar ze danken.
Deze plaatsen zijn te lang verwaarloosd, gewoon genegeerd, door een kerkopvatting die gokte op het horizontale (solidariteit), moraliseerde en koos voor woorden, voor activiteit.
Maar als ik tot Maria bid, dan ben ik vooral passief, ontvangend. In Maria-oorden doen biddende mensen eigenlijk niets. Ze staan met open handen, ze geven niets, ze ontvangen.
Doorslaggevend is voor mij altijd geweest: de ontmoeting met grote en kleine heiligen die op je weg komen, die grote en kleine meesters van het geloof. Denk aan Bernadette. De Kerk op zich is niet het doel, zegt Joseph Ratzinger, zij is er ‘om er voor te zorgen dat God wordt gezien.’ Het zijn die grote en kleine meesters die je geloof, ook je geloof in de Kerk, overeind houden en die je God laten zien.
Mensen die tot Maria bidden, overal in de wereld, vertegenwoordigen dat verticale, biddende, mariale aspect van de Kerk, een pijler die we in de noordelijke streken van het christendom teveel verwaarloosd hebben.
Deze biddende, stille, geduldige, mariale ruimte in de Kerk zullen we opnieuw als een kracht, als een bron moeten ontdekken.
[Lees verder onder de afbeelding.