Ex-woordvoerder Toon Osaer: ‘Merkwaardige combinatie’
Toon Osaer, momenteel algemeen directeur van Halewijn, was 25 jaar lang woordvoerder van kardinaal Danneels. Hij reageert met een dubbel gevoel op diens overlijden. ‘Uiteraard is er een gevoel van tristesse bij het heengaan van een man met wie je zo lang en zo intens hebt samengewerkt – ik sprak hem bijna dagelijks. Tegelijk ben ik dankbaar dat ik heb mogen samenwerken met iemand van zijn kaliber. Er is ook dankbaarheid dat een lange fysieke lijdensweg hem bespaard is gebleven.’
‘Een man van zijn kaliber’, zegt u. Hoe uitte zich dat?
Osaer: ‘Kardinaal Danneels heeft zijn stempel gedrukt op de kerk in ons land op een zeer belangrijk moment.
Hij heeft de kerk haar plaats helpen zoeken in een overgangsfase van massaal christendom naar een geseculariseerde maatschappij.
Hij heeft ook veel energie geïnvesteerd in het verruimen van het spiritueel aanbod, zoals twee keer per jaar een spirituele brochure uitgeven.’
Hoe zal u zich hem persoonlijk herinneren?
‘Als een man met een groot intellect en tegelijk een eenvoudige, deemoedige spiritualiteit. Een merkwaardige combinatie. Als een warm man ook, een aangename tafelgast die graag lachte.’
Buitenstaanders omschrijven hem soms als een beetje afstandelijk. Klopt dat, of was dat een schild?
‘De kardinaal was geen joviale volksfiguur, dat lag niet in zijn aard. Je zou hem gereserveerd kunnen noemen, maar dit vind ik dan weer te negatief. Ik zou hem liever omschrijven als een intellectueel man die toch altijd op zoek was naar hoe hij het hart van de mensen kon raken.’
Is er een bijzondere herinnering die u koestert?
‘Och, dat zijn er veel, maar een van de mooiste - en ook betekenisvolle - was de verkiezing van de huidige paus Franciscus. Ik was samen met de kardinaal in Rome tijdens het conclaaf in 2013. Vele jaren voordien had Danneels al gepleit voor een ‘Franciscus-type’ als paus. Toen Jorge Bergoglio werd verkozen, en dan ook nog de naam Franciscus koos, bracht dat de kardinaal niet alleen veel vreugde, maar ook veel hoop voor de toekomst van de kerk.’