Zuster Anna: ‘Beatrijs geloofde met al haar zintuigen’
Zuster Anna • Ik ben een nuchtere Zeeuwse, dus de visioenen en zelfkastijding die worden beschreven in Beatrijs’ biografie Vita bekoren mij niet zo. Wat me wel heel erg boeit in het werk, is de omslag die Beatrijs maakt. Ida van Nijvel leert haar dat geloven niet zozeer te maken heeft met zo hard mogelijk je best doen, maar met het vertrouwen dat je al aanvaard bent.
Voor ik hier intrad 8 jaar geleden, heb ik 3 keer een poging gedaan om de marathon te lopen. Nu herken ik daarin iets van wat Beatrijs beschrijft: je drijft jezelf tot het uiterste alsof je daarin vervulling gaat vinden.
Het is niet de dadendrang die jou transformeert, maar de liefde.
Onze regel (de Regel van Benedictus) stelt: De weg die aanvankelijk smal is, wordt heel breed. Dat gebeurt inderdaad vanzelf, als je je laat voortstuwen door de liefde. Zoals een moeder zichzelf geeft voor haar kind.
Maar ook voor Beatrijs gaat dat niet van een leien dakje. Ik lees haar visioenen dan ook niet op de letter, maar als een soort cadeaus. Ze geven perspectief aan mijn eigen gebed, dat in bepaalde periodes gekenmerkt wordt door dorheid. Het gaat er dan om het uit te houden, gewoon door te gaan en plotseling weer een glimp op te vangen van God.
Iets anders wat ik leer van Beatrijs, is om lichaam en geest samen te denken. Onder invloed van onder meer Descartes halen wij, westerlingen, die uit elkaar. Religie is niet louter iets van de geest of de ziel.
Aan het kruis hangt geen geest, maar een lichaam!
Dat besef doet me de liturgie, bijvoorbeeld, anders beleven. Het is eigenlijk ook een heel lichamelijk gebeuren: hoe je binnenkomt, zingt, buigt opstaat, in een processie naar voren komt. Je bent er veel bewuster bij als je je beleving met je lichaam ondersteunt.