Emmanuel, je maakt de overstap van redacteur naar hoofdredacteur. Wellicht zal je minder schrijven en meer bezig zijn met de grotere lijnen. Schrikt dat je af?
Emmanuel Van Lierde • Kiezen is verliezen. Zodra ik een keuze heb gemaakt, heb ik niet de gewoonte achterom te kijken. Ik kijk vooruit en ga vol ‘goesting’ het nieuwe engagement aan. Bij het hoofdredacteurschap komen vele andere taken kijken. Dat zal een leerschool zijn en het biedt de kans andere talenten te ontwikkelen.
Schrijven is een gave, maar ook een ambacht. Hoe meer je het doet, hoe vlotter je pen wordt. In het middelbaar schreef ik mee aan de schoolkrant. Tijdens mijn studies wijsbegeerte aan de KU Leuven was ik hoofdredacteur van Wijzer, het tijdschrift van de filosofiestudenten. In de jaren dat ik als leerkracht werkzaam was, coördineerde ik de schoolkrant. In 2002 werd ik redacteur bij Kunsttijdschrift Vlaanderen en in 2007 bij Tertio. Schrijven zit dus in mijn bloed en dat krijg je er niet uit.
Na vele jaren intens publiceren, is minder schrijven niet zo erg.
Niét meer schrijven, dat zou erg zijn.
Wat kan/moet de rol van Tertio zijn in het medialandschap?
Tertio wil een kritische en opbouwende stem in het maatschappelijke debat zijn, vanuit een christelijk perspectief. Als weekblad volgt het op de voet de actualiteit in binnen- en buitenland en daarbij staan duiding, opiniëring en inspiratie voorop. Het is een diepgravend en beschouwend blad dat ruimte schept voor reflectie, analyse en historische, cultuurfilosofische en theologische achtergronden bij de actualiteit. In die zin overstijgt Tertio de waan van de dag en trekt het de kaart van slow journalism.
Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen op zoek zijn naar diepgang en duiding in deze woelige tijden.
Ik blijf evenzeer overtuigd van de waarde van het christendom voor onze samenleving. Op een eigen en onvervangbare manier kan de christelijke inspiratie bijdragen aan de humanisering van de wereld. De Blijde Boodschap heeft maatschappelijke relevantie. Die overtuiging vandaag laten klinken, is een uitdagende opgave, want steeds meer wordt religie naar de privésfeer verbannen en monddood gemaakt in de publieke ruimte. Daar verzet Tertio zich tegen en het laat bewust een ander geluid horen.
Welke accenten wil je in de toekomst leggen?
De opdracht van Tertio die ik in het vorige antwoord omschreef, blijft onverkort gelden. In die zin sta ik allereerst voor continuïteit. Maar iedereen heeft zijn dada’s en legt van daaruit bewust of onbewust accenten. Een topic dat mij sterk beroert, is onze ‘broze humaniteit’. Hoe kunnen christenen het gist in het deeg zijn en bijdragen aan meer menselijkheid in de wereld? Maar ook omgekeerd:
Boeten we aan beschaving en humaniteit in als het christendom en God uit onze horizon verdwijnen?
Christenen zijn geen betere mensen dan anders- of ongelovigen. Iedereen kan voorbeelden opnoemen van atheïsten die een moreel hoogstaand leven leiden en van kerkmensen die zich schandelijk hebben gedragen. En typisch christelijke waarden bestaan niet. Iedereen kan die waarden aanhangen, ook niet-christenen. Maar voorbij het individu rest toch de vraag of we collectief als cultuur en beschaving iets kwijtspelen als het christendom naar de marge van onze samenleving verdwijnt. Verminderen dan de solidariteit, de barmhartigheid, de vergevingsgezindheid, de dankbaarheid en de eerbied?
Voorts denk ik dat het christendom ons helpt het juiste midden voor ogen te houden.
Het behoedt ons voor eenzijdigheden en extremen zoals een doorgeschoten autonomie of rationaliteit. Nu we aan de vooravond van de vijftigste verjaardag van het revoltejaar 1968 staan, lijkt de tijd me rijp om zulke onderwerpen op de agenda te zetten. Die bevrijding van de jaren 1960 en de emancipatiebeweging waren goed en nodig, maar hebben we ondertussen het kind niet met het badwater weggegooid? Zo komen we opnieuw uit bij de opdracht van Tertio: de maatschappelijke relevantie van het christendom voor onze tijd en cultuur in de verf zetten.
Hoe is jouw journalistieke carrière tot nu toe verlopen?
Ik ben geen journalist van opleiding. Ik studeerde filosofie en theologie. Maar zoals ik aangaf, zat schrijven van jongs af aan in mij. Gelukkig hebben sommigen dat talent in mij gezien en me kansen geboden om het te ontplooien. Zo rolde ik steeds meer in het schrijfwerk. En zo werd de hobbyschrijver steeds meer een volwaardige recensent en redacteur, en werd de freelancer een beroepsjournalist. Gaandeweg heb ik de stiel geleerd en daarbij heb ik veel met mijn ogen gestolen van mijn journalistieke meesters. Zij leerden me de knepen van het vak.
Wat heb je bijvoorbeeld van jouw voorgangers precies geleerd?
Bert Claerhout was een journalist pur sang en van hem leerde ik een neus voor nieuws te hebben. Hij behoort tot die ‘meesters’ die me journalistieke vaardigheden bijbrachten. Van Peter Vande Vyvere onthoud ik de zin voor nuance. Niet de polemiek zoeken, eenzijdigheid vermijden en beseffen dat elk verhaal meerdere kanten heeft. Geert De Kerpel had op zijn beurt grote organisatorische talenten. Hij bracht structuur in de werking van Tertio en daar zal ik graag op voortbouwen en de vruchten van plukken. Ik heb van alle drie veel kansen gekregen en van alle drie veel geleerd.
Zijn er punten waarin jullie verschillen?
Ik zoek liever de gelijkenissen dan de verschillen. Op dit moment wil ik vooral de sterktes van mijn voorgangers bewaren en me spiegelen aan hun leiderschapstalenten.
Hoe ben je de voorbije jaren geëvolueerd als journalist?
Aanvankelijk was ik zeer rationeel ingesteld en bij Tertio ligt het benutten van je analytische en synthetische vermogens voor de hand als je diepgang en reflectie wil brengen.
Maar om een lezer mee te nemen in een artikel is meer nodig dan een verstandelijk betoog.
Je moet tegelijk een verhaal vertellen. Emotie en human interest hebben daarbij hun rechten. Een interview spijzen met wat ‘couleur locale’ of een persoonlijke anekdote deed ik in mijn beginjaren niet of nauwelijks, terwijl de lezer net daardoor een beter beeld kan krijgen van wie de geïnterviewde als mens is. Het is altijd moeilijk over jezelf te oordelen, maar ik hoop dat ik een betere ‘verhalenverteller’ ben geworden.
En hoe ben je intussen als mens geëvolueerd?
Als redacteur had ik het voorrecht uitvoerig in gesprek te mogen gaan met tal van boeiende mensen uit binnen- en buitenland. Uit zulke verrijkende ontmoetingen haal je ook voor je persoonlijk leven veel inspiratie, veerkracht, moed, steun, visie…
Werken als journalist zie ik als een vorm van levenslang leren en permanente vorming.
Omdat de gesprekken vaak over geloof gingen, voedde deze job me beslist ook als christen en als mens. En als ik sommige ontmoetingen met de profeten van onze tijd op een rij zet – zoals met Jean Vanier, Frère Alois van Taizé en Tomáš Halík –, dan durf ik mijn werk wel eens te omschrijven als een ‘langgerekte retraite’.
Hoe wapen je je tegen de overload aan informatie en meningen?
Er komt gigantisch veel op ons af en als journalist moet je wel veel informatiekanalen volgen. Er is geen ontkomen aan. Om het overaanbod meester te kunnen, moet je noodgedwongen een selectie maken. En af en toe eens bewust de stekker uittrekken om de digitale vloed on hold te zetten, kan geen kwaad. Er moet ook ruimte en tijd blijven voor een degelijk boek of een langer tijdschriftartikel en voor ontspanning tussen alle lectuur door.
Waaruit bestaat die ontspanning dan?
Tafelen en een goed glas met vrienden alsook reizen staan dan voorop, maar ook een concert of een goede film komen in aanmerking.
Wat zijn de ankerpunten in jouw spiritueel leven?
Hét ankerpunt is Christus, en de Bijbel en de kerk met haar sacramenten en traditie(s) zijn de eerste vindplaatsen om Hem te ontmoeten. Concreet ben ik dan allereerst een verdediger van de klassieke parochies. Het is voor velen de meest nabije plek voor spiritualiteitsbeleving en voor actieve deelname aan de liturgie. Vervolgens laaf ik me graag aan de benedictijnse, dominicaanse en ignatiaanse spiritualiteit – in die volgorde maakte ik er kennis mee in mijn leven en ik keer er ook steeds weer naar terug. Tot slot put ik veel inspiratie en kracht uit ontmoetingen met bevlogen mensen en uit de lectuur van boeken van spirituele meesters van vroeger en nu. Wie er dan het meeste uitspringt in mijn boekenkast, is zonder twijfel Dietrich Bonhoeffer.
Veel succes, Emmanuel.
Lees ook: