Op het einde van de Laudato Si’ Week in mei riep paus Franciscus een heus feestjaar uit om sociale en ecologische gerechtigheid in de aandacht te blijven houden. In deze zomerreeks schrijven 8 zielsverwanten van Franciscus van Assisi hun versie van zijn Zonnelied, dat de titel en inspiratie leverde voor de encycliek.
Zolang we de Heer kunnen prijzen, is er hoop dat we iets van zijn wondermooie schepping kunnen redden. Dus: wees geprezen, Heer, laudato si’! Deze week in een versie van zuster Rebecca Braun, claris in Megen, ook wel het Assisi aan de Maas genoemd.
Wees geprezen, Heer mijn God,
door de kabbelende waterbeek
van mijn herinnering,
zoet en fris uit sneeuw gesmolten,
stromend door bloemenwei en bos,
leste ze de dorst
van een dwalend tienermeisje,
dat als een nog onbeschreven blad
de indruk van witte bergtoppen
in zich opzoog.
De lofzang van dat beekje
deed ook in haar een stroom ontspringen,
onmerkbaar haast, in het begin,
maar onstuitbaar in zijn vergezicht
van bossen, meren, bergen,
allen zingend van hun Bron.
Een koele dronk in alle onschuld
werd een niet te lessen dorst,
een zoektocht naar haar eigen oorsprong
en haar zuiverheid, als water
niet kabbelend omlaag
maar juist bergopwaarts, naar haar genesis:
een klein meisje, vrij en onbevangen,
spelend voor Gods aangezicht.
Hoeveel jaren zijn intussen niet vergleden
van beken voegend in rivieren
soms wild en woest maar al met al
toch steeds gestager stromend
naar de zee, en toch:
het klaterende loflied van dat beekje
is geenszins verstomd
maar zingt steeds helderder
van de omarming van een gletsjer tussen bergen,
de dans van wilde lupine in de wind,
al kletterend geslepen stukken bergkristal,
de schittering van een groenblauw meer
in zomerzon.
Zou dat beekje daar nog stromen
op die berg,
even zoet en fris als toen?
Ik durf haast niet te vragen
en wil misschien het antwoord
ook niet weten.
Geloof zegt dat voor wie zoekt
dat beekje altijd stromen zal
en fluisteren van het Mysterie
dat alleen de stilte
aan de zoeker kan onthullen.
Ze stroomt in mijn herinnering
zeer zeker en in mijn ziel
als peilloos diep besef van
mijn onaantastbaar wezen:
vrij te zijn en puur,
eeuwenoud en pasgeboren tegelijk;
als een nooit verstommend lied van dank:
wees geprezen, Heer mijn God,
die mij geschapen hebt.
Zuster Rebecca Braun osc
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.