Achtergrond bij stap 7/7 Je sterven opnemen
De meditatie en de opdrachten willen je helpen om het mysterie van het sterven opnieuw te ontdekken en te waarderen.
De Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004) is één van de pioniers op dat vlak. Haar baanbrekende inzichten hebben nog niets aan actualiteit ingeboet:
Ik hoop één belangrijke boodschap aan mijn lezers te kunnen overbrengen, namelijk dat de dood geen catastrofaal, vernietigend gebeuren hoeft te zijn, maar dat hij werkelijk gezien kan worden als een van de meest constructieve, positieve en creatieve elementen van cultuur en leven. Elisabeth Kübler-Ross
Sterven verdient daarom nu al onze aandacht. We hoeven de dood niet angstvallig te ontkennen tot het allerlaatste moment. We kunnen er nu al werk van maken. In de tweede helft van ons leven wordt het zelfs een levensopdracht.
De dood uit de weg gaan is iets ongezonds en abnormaals dat de tweede helft van het leven van zijn doel berooft. Carl Gustav Jung
Ontmanteling, ontbinding, onteigening
We zouden sterven met drie beelden kunnen omschrijven als een proces van ontmanteling, ontbinding en onteigening. Al onze vermogens, ons verleden, onze realisaties, ons lichaam… worden ontmanteld, ontbonden en onteigend.
Voor wie zich vastklampt aan het leven zoals het is, klinkt dat misschien bedreigend, een onaanvaardbare aanslag op onze identiteit. Maar het leven verandert voortdurend. Het blijft nooit zoals het is. Alles gaat voorbij, bad Teresa van Avila regelmatig, behalve God.
Laat ons daarom die woorden eens van naderbij bezien. Ligt er daarin misschien ook een positieve boodschap verscholen?
Ontmanteling kan je ook letterlijk verstaan als je mantel afleggen. Het verwijst dan naar het afleggen van het pantser van onze beschermingen om naakt te staan voor het mysterie. Naakt is kwetsbaar, maar ook intiem. Wie zich laat ontmantelen, maakt zich klaar voor een intieme ontmoeting met de kern van het leven.
Ontbinding hoeft niet alleen te slaan op de decompositie van ons lichaam, maar kan ook verwijzen naar het verbreken van boeien. Bevrijding uit de ketenen die ons aan het wereldse leven kluisteren. We proeven eindelijk de vrijheid om onszelf niet meer te moeten presteren.
Onteigening betekent niet per se het verlies van onze identiteit, maar kan ook slaan op het verlies van de illusie dat we veel moeten bezitten om te leven. De Franse filosofe, psychotherapeute en schrijfster Christiane Singer beschreef het mooi en precies:
De dood zal alleen wegnemen wat we hebben willen bezitten. Op de rest heeft het geen vat.
In de geleidelijke onteigening ontstaat een immense vrijheid, een vergrote ruimte, precies het omgekeerde van wat we hadden verwacht. Ik heb een immens vertrouwen in het ouder worden. Aan de aanvaarding ervan heb ik een openheid te danken die verborgen blijft voor wie de vermetelheid mist om er binnen te gaan.
Wat blijft bestaan
Over een leven na de dood kunnen we alleen maar spreken in geloof. Dat betekent jammer genoeg niet dat je van vandaag op morgen kan beslissen om ergens in te geloven. Je kan maar geloven wat ook een uitdrukking is van je diepste levenservaring. Een geloof moet zich gaandeweg kunnen verdiepen en wortelen in je leven. Je kan je geloof ook toetsen aan de gestolde ervaring van de mensheid in een religieuze traditie en heilige Schriften.
De christelijke traditie reikt deze gedachten over het eeuwige leven aan, waar wij ons in kunnen spiegelen.
- De persoon die wij zijn in onze kern en de relatie die we daar beleven met God, zijn nu al eeuwig en zullen niet vergaan. Paulus schrijft dat zo: Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer. Romeinen 8,38-39 Het is duidelijk dat Paulus hier spreekt vanuit de diepte van zijn eigen levenservaring.
- We blijven dus ook na de dood een persoon en in relatie met God. We lossen niet op als een druppel in de oceaan. Maar in de relatie met God zal er geen afstand meer zijn, geen misverstand, maar wel totaal begrip en liefde. De sluier die er nu nog is tussen God en ons zal verscheurd worden en wij zullen God zien van aangezicht tot aangezicht.
- Christenen geloven dat niet alleen de geest, maar ook het lichaam zal verrijzen. Niet het lichaam zoals we dat nu hebben, met al zijn pijn en gebreken. Maar een verheerlijkt lichaam. Anselm Grün verstaat dat zo: Wanneer we met lichaam en ziel naar de hemel gaan, betekent dit dat alle ervaringen die we tijdens ons leven hier op aarde opdoen, dat al onze relaties, onze liefde, ons verlangen, onze hoop, in God opgenomen en voor eeuwig gered worden. In de dood verlaat de ziel niet het lichaam om eeuwig bij God te zijn, maar de hele mens wordt opgenomen in God. De mens zal met zijn zintuiglijkheid naar God gaan.
- We zullen daarom na onze dood niet alleen God zien, maar ook de gestorven mensen weerzien die ons dierbaar waren. Anselm Grün: Onze gestorven geliefden gaan weg om voor ons een woonplaats bij God gereed te maken. Ze nemen wat wij met hen gedeeld hebben, mee naar God. De gevoelens die wij voor elkaar hadden, de gemeenschappelijke ervaringen, gesprekken, pijn en vreugde zullen door de dood van de geliefde mens naar de eeuwige ruimte van God worden gebracht. Wanneer we sterven, zullen we niet terechtkomen in iets volkomen vreemds maar in een vertrouwde ruimte, in de woning die de overledenen al gereedgemaakt hebben, waarheen ze al een stuk van ons hebben meegenomen. Hoe meer mensen er sterven die we gekend hebben, hoe meer er van ons al leeft in de eeuwige woonplaats.
- Tussen het leven voor en na de dood, staat geen ondoordringbare muur. Er is communicatie mogelijk. Er is een werkzaamheid van de levenden naar de doden en van de doden naar de levenden. De christelijke traditie noemt dat de gemeenschap van de heiligen, een gemeenschap die grenzen van leven en dood overspant. Dat betekent ten eerste dat wij nu de hulp van gestorven heiligen en familieleden kunnen inroepen. Het betekent omgekeerd ook dat wij na onze dood onze eigen werkzaamheid zullen hebben voor de levenden. We verlaten niet de mensen waarvan we houden, we worden voor hen op een totaal nieuwe manier beschikbaar.
Een moeder helpt ons over de drempel
Al dat positieve gepraat over dood en sterven, kan serieus ergerlijk zijn wanneer geestelijke of lichamelijke pijn je dreigen te overmannen. Dan kan je je laten vallen in de armen van Maria.
Maria heeft het leven van God in haar lichaam gedragen en gebaard en de dode Jezus in haar armen gehouden. Dat gebeuren toen is ook nu aan de gang. Ze is de moeder die het geestelijke leven in ons baart en ze is de moeder die ons over de drempel van de dood draagt van dit leven naar het volgende.
Misschien hebben we in uur van onze dood niet méér nodig dan een eenvoudig Weesgegroet.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.