De Heilige Geest is het staartje van de Drie-Eenheid, zou je kunnen zeggen: altijd de laatste en degene die het minste opvalt. Zo ook in de geloofsbelijdenis, waarin Hij - althans in het korte credo - slechts genoemd wordt: Ik geloof in de Heilige Geest, en dan gaan we alweer door met de heilige, katholieke Kerk, enzovoorts.
Het langere credo wijdt wat meer uit over wie Hij is en wat Hij doet: Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten'.
De drie goddelijke personen zijn gelijk, weten en geloven we dus, er is geen meer of minder in hun gezelschap, en ze onderscheiden zich hoogstens in hun rol naar ons toe. Dat is mooi, zult u zeggen, en interessant, maar dat met die profeten, dat is toch verleden tijd, niet mee van nu, en wat moet ik me voorstellen bij dat 'leven geven? We krijgen ons leven toch gewoon bij onze geboorte, van de natuur, van onze ouders? Wat heeft de Heilige Geest daarmee te maken?'
Spreken in vreemde talen
Zo gesteld, hebt u gelijk, en dat maakt de Heilige Geest dus tot de minste van de drie.
God de Vader: daarin kunnen en willen we nog wel geloven, en dat Jezus een bijzondere band met Hem had, daar twijfelen we ook niet aan, al zal niet iedereen even makkelijk beamen dat Hij God is, volledig, zoals Hij ook volledig mens is. Maar als het al niet makkelijk is om dat van Jezus te zeggen, hoe moet dat dan met de Geest?
Kan die niet gewoon een beeld zijn voor Gods gaven, voor Gods veelvormige genade?
Kijk naar Jezus: die blaast over de apostelen en zegt: Ontvangt de Heilige Geest. Wat ontvangen zij? De macht om zonden te vergeven. Een gave, een genade dus.
Kijk naar het eerste Pinksterfeest: de leerlingen werden allen vervuld van de Heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen. Opnieuw: een gave, een genade. Moet dat, kan dat dan een persoon zijn, een goddelijke persoon, zoals God de Vader of Jezus Christus onze Heer? Is de Heilige Geest niet gewoon los verkrijgbaar? Laat Hem dan het leven geven, maar moet Hij daarom ook Heer zijn, God?
Alles voor allen
In het eucharistisch gebed wordt de Heilige Geest tweemaal genoemd. Weet u wanneer? Bij de consecratie, wanneer we bidden om de heiliging van brood en wijn, opdat ze het Lichaam en Bloed van Christus worden, en na de consecratie, wanneer we bidden dat ons delen in zijn Lichaam en Bloed ons één mag maken, door de Heilige Geest.
Dat sluit aan bij wat we Paulus net hoorden zeggen, in de tweede lezing: Wij allen … zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest … één enkel Lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest. Hier gaat het niet meer om gaven in de zin van een beetje voor elk van ons: een vreemde taal, de vergeving van zonden of wat dan ook; hier gaat het om alles voor allen, alles, omdat er niets groters bestaat dan de volmaakte eenheid van alle mensen, toen, nu en tot in eeuwigheid.
Dat iedereen elkaars taal spreekt, is daar een mooi beeld van, zoals die eenheid ook niet mogelijk is zonder de vergeving van zonden, waarvan verdeeldheid niet de minste is.
Kunt u het zich voorstellen: alle mensen van alle tijden, één van hart en één van geest?
De hemel lijkt te klein te zijn om ze te kunnen bevatten. Maar stelt u zich die menigte eens voor, staande voor Gods troon, met uzelf ertussenin: kan zo iets moois tot stand komen door een mindere kracht dan Gods eigen kracht? Kan zo een vorm van leven, die ons fysieke leven oneindig overstijgt, los staan van de Godheid zelf? Als er een band is tussen de Vader en de Zoon, een band van eenheid en liefde, van licht en leven, van heiligheid, kan dat dan, moet dat dan niet de band zijn die ook ons verbindt met God? Maar werkelijk binden doet ze pas, volledig en onlosmakelijk, wanneer haar niets ontbreekt dat aan God eigen is; anders zou die band op een gegeven moment breken. Eén kunnen we maar zijn, volmaakt één, door de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, het echte, eeuwige leven met God.
Marc Lindeijer sj is jezuïet. Hij werkt als historicus in Brussel bij de Bollandisten, die sinds 1607 kritisch de levens van de heiligen bestuderen.