Corona zette vorig jaar op enkele weken tijd veel van onze oude gewoontes on hold. We gaven elkaar geen hand meer bij het begroeten. Dat was eerst best onwennig, en af en toe stak er iemand volkomen nutteloos nog een arm voor zich uit, om die dan ijlings weer terug te trekken. Maar die reflex is een jaar later helemaal verdwenen. Misschien komt de handdruk nooit meer terug en misschien is dat helemaal niet zo erg.
Elkaar omarmen en kussen kon ook niet meer, net als een vertrouwelijke hand op de arm, een schouderklopje, een elleboogje in elkaars ribben. We gingen sowieso niet meer zo dicht bij elkaar staan. Vanuit de verte probeerden we hartelijke dingen te zeggen. We glimlachten breed om het gemis aan gebaren goed te maken.
Huid aan huid kon en kan alleen nog met partner en knuffelcontact. Volwassen kinderen worden enkel nog met het hart omarmd. Wuiven, zwaaien en knikken, de gebaren die vroeger voor kennissen op straat waren bedoeld, werden onze enige omgangstaal met geliefden.
Zelfs in de kerk werd de handdruk bij de vredeswens ingeruild voor dapper zwaaien.
Ons leven lang gingen wij steevast op zondagvoormiddag naar de kerk. Behalve als het echt niet kon. Het was de kerk waarin we elkaar leerden kennen, waar onze kinderen werden gedoopt, en ook onze kleinzoon. De communies en vormsels van ons gezin en een enkel trouwfeest gingen er door, en de uitvaarten van vrienden. De zondagsmis was voor ons een goede gewoonte, een regelmaat in onze week. We zagen er onze medeparochianen, we kregen inspiratie voor ons dagelijks leven, we kwamen er even tot rust.
Ook daar zette corona de schaar in. We groeiden van geen vieringen naar online vieringen en kleine vieringen met 15 aanwezigen. Ergens onderweg verloren we de moed. We zochten nieuwe manieren om Bijbelteksten te horen, los van onze parochie. Het online gebeuren kon ons niet echt bekoren. De kleine groep op grote afstand was een magere afspiegeling van wat er ooit was geweest.
Onze zondagvoormiddagen kregen haast ongemerkt een nieuwe invulling.
Binnenkort kunnen we weer met 100 mensen in de kerk zitten. Zullen we opnieuw meedoen? Hoe moeilijk zal die stap zijn? Zullen we terugvinden wat we kwijt zijn? Wie zal er nog zijn en wie niet meer?
Het zal anders zijn. Misschien hier en daar beter. We zullen meer bewust zijn van wat we doen. Benieuwd of en hoe we de oude gebaren zullen herontdekken.