Diana, stond er op het naamkaartje van haar witte verpleegstersuniform. De naam van de godin van de jacht. Ze sprak goed Nederlands, met een accent dat geurde naar dennenbomen en warme soep. Kwam ze uit Oost-Europa of nog verder?
Ik durfde het niet te vragen.
Dat hebben vrienden met een migratieachtergrond me afgeleerd. Het is niet leuk om honderd keer dezelfde vraag te moeten beantwoorden, zegden ze. En het antwoord is meestal veel meer privé dan je normaal in zo’n gesprekje zou delen.
Diana woonde hier, ze werkte hier, ze sprak mijn taal. Dat was meer dan voldoende. Pas door die vraag niet te stellen, maak ik van ons land een plek waar iedereen kan thuishoren. Waar het doodgewoon is dat we niet allemaal dezelfde kleur, godsdienst of accent hebben.
Je hebt een mooie naam, zei ik dan maar.
Dank u, glimlachte ze, terwijl ze druk in de weer was met het zoeken naar een geschikte ader voor een infuusprik. Ik vertelde dat ik dit onderzoek moest ondergaan vanwege de ziekte van mijn moeder. Preventief. En dat ik er niet veel zin in had. Ze stelde me gerust, legde uit hoe het allemaal zou gaan.
Ik bereidde me voor op een paar uur wachten, want dat hoort erbij in een ziekenhuis. Op de gang liepen Diana en haar collega’s druk heen en weer. Soms klonk er een beltoon, dan ratelden er allerlei karren. Diana sprong nog even binnen. U staat tweede op onze lijst, zei ze. Ze inspecteerde de naald in mijn hand. En hoe is het nu met uw moeder?, vroeg ze opeens. Het trof me. Die informatie had ze niet nodig voor haar formulieren. Het was gewoon een vraag van mens tot mens.
Heel even waren we samen blij dat het goed ging met mijn moeder.
Toen kwam een andere verpleegster me halen voor het onderzoek. Diana bleef achter.
Ik ontmoette die dag nog vele godinnen. Ze hielpen me met mijn bril en mijn schoenen, hurkten neer om met mij te praten als ik beneden ooghoogte zat, legden alles geduldig uit. De dokter begroette me met zijn rug naar me toegekeerd terwijl hij naar het scherm van zijn computer keek. Hij was vooral efficiënt. Heel belangrijk in een ziekenhuis.
Maar de genade kwam van de godinnen in hun witte uniformen.
Na afloop van het onderzoek werd het infuus eruit gehaald. Ik kon nauwelijks zien waar ik was geprikt. Zo zacht was de aanpak van Diana. Al had ze dan de naam van de godin van de jacht.
• Lees meer van Kolet Janssen