De klank van haar stem vult de ruimte. Heftige zinnen, voortkabbelende zinnen, fragmenten waarin de vrouw stokt en begint te snikken. Ze draagt een soort niqab die zelfs haar ogen niet laat zien, dus het zijn enkel haar houding en haar stem die je raken. Huilen klinkt in elke taal hetzelfde. De pijn om een kind dat dood is, is voor elke ouder even erg.
Het koor van Maria’s om me heen stemt woordeloos in.
Hun zwijgen wordt heel even een schreeuwen van verdriet om al de pijn die mensen ervaren als er geliefden sterven, waar ook ter wereld.
Verder in de tentoonstelling zie ik mannen in gekreukelde gouden gewaden. Met hun ernstige blik en roerloze houding lijken het wel apostelen. Maar het zijn opgepikte bootvluchtelingen, vlak na aankomst, gewikkeld in een isolatiedeken. Tussen de portretten ligt languit een verweerd, houten Christusbeeld, als een aangespoeld stuk wrakhout.
Er zijn foto’s van bebloede en verhakkelde T-shirts van de spoedafdeling, tussen de rijke gewaden op de schilderijen.
Mijn hart krimpt samen. Een wit marmeren beeldje van een slapend kind naast een foto van een slapend kind op een revalidatieafdeling. Het portret van een meisje uit de jeugdpsychiatrie, met armen vol krassen, tussen de schilderijen van blozende, adellijke kinderen uit voorbije eeuwen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.