Geliefde broers en zussen, goedendag!
Vandaag wil ik samen met jullie nadenken over een belangrijk aspect van de barmhartigheid: de verzoening. God heeft nooit verzuimd zijn vergiffenis aan de mensen aan te bieden: zijn barmhartigheid laat zich voelen van geslacht op geslacht. Soms denken we dat onze zonden de Heer van ons verwijderen. In werkelijkheid, zijn wij het die, door te zondigen ons van Hem verwijderen, maar Hij komt, wanneer Hij ons in gevaar ziet, nog meer zoeken. God legt zich nooit neer bij de mogelijkheid dat een mens van zijn liefde zou vervreemden, op voorwaarde echter dat Hij enig teken van berouw waarneemt om het aangedane kwaad.
Zondigen is God de rug toekeren
Op eigen kracht kunnen we ons niet met God verzoenen. De zonde is immers de uitdrukking van de afwijzing van zijn liefde, met als gevolg: terugbuigen op onszelf vanuit de illusie dat we zo grotere vrijheid en zelfstandigheid zouden vinden. Ver van God echter hebben we geen streefdoel meer, en als pelgrims in deze wereld worden we dwalers. Het is een gangbare zegswijze om te stellen dat we, als we zondigen, God de rug toekeren. Dat is echt zo.
De zondaar ziet alleen zichzelf en waant zich op deze wijze zelfgenoegzaam.
Met als gevolg dat de zonde de afstand tussen God en ons steeds groter maakt en dat kan een afgrond worden. Hoe dan ook, Jezus komt ons zoeken als een goede herder die zich geen rust gunt voordat hij het verloren schaap heeft gevonden, zoals we in het Evangelie lezen (cf. Lc 15,4-6). Hij herstelt de brug die ons met de Vader verbindt en maakt het mogelijk dat we de waardigheid van kinderen terugvinden. Door het offer van zijn leven heeft Hij ons verzoend met de Vader en ons het eeuwig leven geschonken (cf. Joh 10,15).
Laten we ons met God verzoenen!
Laat u met God verzoenen! (2 Kor 5,20): is de kreet die de apostel Paulus de eerste christenen van Korinthe toeriep, vandaag geldt hij met dezelfde kracht voor ieder van ons. Laten we ons met God verzoenen! Dit Jubeljaar van de Barmhartigheid is een tijd van verzoening voor allen.
Veel mensen zouden zich met God willen verzoenen, maar weten niet hoe, of ze achten zich niet waardig, of willen het aan zichzelf niet toegeven.
De christelijke gemeenschap kan en moet de oprechte terugkeer tot God bevorderen voor hen die er heimwee naar hebben. Vooral zij die de dienst van de verzoening (2 Kor 5,18) uitoefenen, zijn geroepen om gehoorzame werktuigen van de Heilige Geest te zijn opdat waar de zonde heeft gewoekerd de barmhartigheid van God mateloos zou zijn (cf. Rom 5, 20). Niemand mag van God verwijderd blijven omwille van hinderpalen door mensen veroorzaakt! Dat geldt zeker – en ik herhaal het om het te onderlijnen – ook voor de biechtvaders: werpt geen hindernissen op voor de mensen die zich met God willen verzoenen.
De biechtvader moet een vader zijn! Hij staat op de plaats van God Vader!
De biechtvader moet de mensen verwelkomen die zich met God komen verzoenen en hen helpen op de weg van de verzoening die zij gaan. Het is een mooi dienstwerk: geen folterkamer noch een verhoor, neen, het is de Vader die deze mens ontvangt en vergeving schenkt. Laten we ons met God verzoenen! Wij allen! Moge dit Heilig Jaar de gunstige tijd zijn om de nood aan de tederheid en aan de nabijheid van de Vader te herontdekken en met heel het hart naar Hem terug te keren.
Bruggen van verzoening bouwen
De ervaring van de verzoening met God stelt ons in staat de noodzaak van andere vormen van verzoening te ontdekken: in het gezin, in de persoonlijke relaties, in kerkelijke gemeenschappen, en ook in de sociale en internationale betrekkingen. Enkele dagen geleden zei me iemand dat er in de wereld meer vijanden dan vrienden zijn, en ik dacht dat hij het bij het rechte eind kon hebben. Maar, neen, laten we ook onder elkaar bruggen van verzoening bouwen, te beginnen in het eigen gezin. Hoeveel broers hebben ruzie gemaakt over de erfenis en zijn uit elkaar gegaan. Dat mag niet! Dit is het jaar van de verzoening, met God en met elkaar!
Verzoening is een dienst aan de vrede, aan de erkenning van de fundamentele mensenrechten, aan de solidariteit en de aanvaarding van allen.
Laten we dus de uitnodiging aanvaarden om ons met God te verzoenen en zo een nieuwe schepping te worden en zijn barmhartigheid uit te stralen te midden van de broeders, te midden van de mensen.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.