Op internetfora verbazen melomanen zich over de onmiskenbare overeenkomst tussen het begin van Bachs meesterwerk en een lied van een Spaanse monnik.
Joán Cererols (1618-1680). Ken jij hem? Ik ook niet. Johann Sebastian Bach wellicht wel. Hij leende van hem immers een streepje muziek voor het begin van zijn Matthäuspassie.
Meester Google leert mij dat Cererols een Spaanse componist én monnik was. Veel produceerde hij niet, maar wel een requiem en enkele liederen. En laat één daarvan op exact dezelfde manier beginnen als de Matthäuspassie die J.S. Bach bijna een eeuw later schreef.
Beluister de gelijkenis in dit korte YouTube-filmpje.
Is dit erg? Natuurlijk niet. In de tijd van Bach en nog lang daarna werd naar hartenlust gekopieerd en geparodieerd. Het werd zelfs als een compliment beschouwd als er een thema van je werd 'geleend'. De pasticcio - een medley van fragmenten uit bestaande opera’s - werd een genre op zich. Ontelbaar zijn ook de pianovariaties op andermans thema's.
Zo nam Bach ook de muziek van het Stabat Mater van Pergolesi integraal over voor zijn cantate Tilge, Höchster, meine Sünden (BWV 1083).
Vandaar: hulde aan Joan Cererols. En aan Bach natuurlijk.