Wat vind jij het moeilijkste aan wachten op licht in de duisternis?
Wachten is altijd moeilijk wanneer het gepaard gaat met een louter passieve houding. Meer hou ik van aandacht en waakzaamheid. Want net voor de dag aanbreekt is de duisternis het diepst.
Welke herinnering roept de advent bij je op?
Merkwaardig genoeg denk ik aan een kaft van een kerstboek van het weekblad Zonneland uit de latere jaren 60. Er stond een glimlachend meisje op dat haar kin met haar twee handen ondersteunde en met enige vertedering keek naar een adventskrans met brandende kaarsen.
De gedachte hieraan vervult me tot op vandaag met vertedering.
Waar of in wie zie jij tekenen van hoop voor deze wereld?
Tekenen van hoop vind ik vooral in wat ons zo liefdevol omringt: de natuur, met bomen, struiken en planten, met verstilde landschappen die wachten om weer tot leven te komen. In nederige en minder nederige dieren, weggedoken in huis of heel zichtbaar in het kale winterlandschap. Een buizerd op een lantaarnpaal.
Ook in mensen, vooral als ze gewoon nabij zijn en niet de ambitie hebben om de wereld te redden.
En ten slotte in kerkgebouwen die alle ruimte laten voor het absolute.
Wat is het recept van hoop?
Echte hoop is verbonden met geloof en liefde. En is wat mij betreft alleen mogelijk als de Verrijzenis ernstig wordt genomen. Dat wist Paulus al heel goed, zonder Verrijzenis is ons geloof leeg. En kunnen we dus maar erg weinig hopen. Maar wanneer je eigen hoop groot genoeg is, biedt ze ook de nodige ruimte om aan de hoop van anderen aandacht te schenken.
In welke kerstfiguur herken je het meest iets van jezelf?
Daar moet ik niet lang over nadenken. De ezel natuurlijk. Hij staat in geen enkele evangelietekst, maar prijkt in alle kerststallen, op alle schilderijen en glasramen. De Bijbelse afwezigheid van het dier was voor mijn godsdienstleraar destijds een voldoende reden om te zeggen dat de ezel er dus niet bij was. Maar hoe kon hij dat dan weten?
Ik waardeer de ezel vooral voor zijn lange oren, zijn trouwe aanwezigheid, de warmte die hij geeft en het feit dat zijn theologisch statuut onbestaande is.