Onrust
De maanden na mijn terugkomst in België voelt alles onwezenlijk. Ik probeer de draad met mijn oude leven weer op te nemen, maar mijn gedachten dwalen vaak af.
Kon ik die stilte en weidsheid van de woestijn maar weer ervaren! De stad lijkt overdruk, soms houd ik het niet uit.
Alleen de gedachte dat het muisstil is in alle Antwerpse kerken die ik voorbijfiets, brengt enigszins verlichting. Ik sluit me aan bij een zenmeditatiecursus én een soefi meditatiegroep in de hoop een stukje woestijn in mezelf te vinden.
Mijn drukke leventje blijkt niet meer te werken voor mij. Als alles om me heen me echt teveel wordt, zoek ik mijn toevlucht tot de zee. De uitgestrektheid brengt mijn ziel even rust. Soms op zondagochtenden doet het geluid van de kerkklokken me mijmeren. De gedachte dat mensen hun huis nu verlaten om samen te komen, verwarmt mijn hart. Af en toe laat ik me meevoeren.
Bijna onzichtbaar zit ik soms achteraan op een bankje in de kerk met de almaar meer brandende vraag: Wat moet ik ermee?
Dorstig naar kennis
Want hoe erg ik ook probeer om voeling te krijgen met de oude Bijbelse teksten, ik heb geen idee hoe ze in mijn leven betekenisvol kunnen zijn. Ondertussen is het boek dat Paolo’s interreligieuze gedachtegoed omhelst, Amoureux de l’Islam, croyant en Jésus, beschikbaar in de Franse boekhandel. Gulzig begin ik te lezen. Toch haak ik af.
Ik heb meer theologische kennis en achtergrond nodig, besluit ik op het einde van de zomer.
Pater Paolo’s laatste woorden hebben me meer aangegrepen dan ik kon vermoeden. Ik wil weten waar het allemaal om gaat! En waarom hij met zijn kleine gemeenschap per se biddend aanwezig wil zijn in de woestijn.
Nog datzelfde jaar volg ik in zelfstudie enkele vakken uit de opleiding theologie. Als de kerstperiode nadert, voel ik me weer onrustig worden. Iets trekt aan me. Ik wil erbij zijn, al heb ik geen idee waarbij. Terwijl ik op het werk het jaar afrond, bezorgen de nakende examens me het perfecte excuus om me tijdens de kerstvakantie opnieuw terug te trekken. Bij de trappistinnen in Brecht kan ik terecht.
'Ik zal wat later zijn met Kerstmis, ik blijf in de voormiddag nog in de abdij studeren', vertel ik mijn moeder terloops aan de telefoon.
Afgezonderd in mijn kleine kamertje, ploeter ik me door een inleiding op het Oude Testament. Het boeit me om te achterhalen in welke mate de Bijbelse verhalen historisch zijn, maar geestelijk blijf ik op mijn honger zitten.
Als ik aan het Nieuwe Testament begin raak ik plots gefascineerd. Denkend aan de paasdagen in Deir Mar Moussa, vroeg ik me af wat er toch gebeurd zou zijn met de leerlingen nadat Jezus stierf. Wat maakte dat ze zo vol vuur in zijn geest op pad gingen en dat mensen tot op de dag van vandaag omwille van hem zo’n radicale keuzes maken?
Een andere boeg, het leven
De gebedstijden in de abdij intrigeren me, maar ik zit er een beetje vervreemd bij. Ik probeer maar gewoon aanwezig te zijn en zo goed ik kan te voelen wat er gebeurt, tot ik me weer achter mijn boeken kan verstoppen. Mijn examens verlopen vrij goed, maar toch voel ik mijn enthousiasme tanen.
Hoewel ik nog steeds nood heb aan meer kennis, blijven de teksten dode letter.
Onbewust voorvoel ik dat wat ik zoek, zich vermoedelijk elders situeert. Ergens te midden van het leven, in verbondenheid met anderen. Maar bij wie of waar kan ik terecht?
Niemand in mijn naaste omgeving heeft voeling met mijn zoektocht.
Wie kan me helpen een brug te slaan tussen mijn eigen intens maar soms onrustig en vaag verlangen dat zich een weg zoekt, en dat christelijk leven waar ik zo moeilijk voeling mee krijg?