Precies 100 jaar geleden kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog, ook de Grote Oorlog genoemd, die het leven kostte aan miljoenen mannen en vrouwen en die in zijn meest dramatische fasen ook op Belgisch grondgebied werd gevoerd: denk aan Ieper, denk aan de IJzer.
'Het is het lot van de mens eenmaal te sterven', aldus de Brief aan de Hebreeën. Maar moet het dan zo jong als die soldaten, en met zovelen tegelijk?
De Grote Oorlog bleek niet de laatste te zijn: 20 jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit. En hoewel het sinds het einde daarvan vredig is in Europa, is er geen dag voorbijgegaan, waarop er geen mensen gedood of gewond zijn geraakt bij grensoverschrijdende conflicten. Paus Franciscus heeft het de Derde Wereldoorlog genoemd, en het einde ervan is nog niet in zicht.
Grote oorlog of kleine oorlog, wereldoorlog of lokaal conflict: wat ze gemeen hebben is hun oorzaak, namelijk de hebzucht en de machtswellust.
Jezus veroordeelt die hebzucht en machtswellust categorisch in de schriftgeleerden, maar ze blijven bepaald niet tot hen beperkt. Het opkomend populisme maakt dat we het harde gelaat ervan goed kunnen zien bij de volksmenners en hun volgelingen, die eigen volk, veiligheid en welvaart boven alles en allen stellen.
Zou het toeval zijn dat het einde van de Eerste Wereldoorlog juist viel op het feest van Sint-Maarten?
Ook hij was een soldaat. Hij bekeerde zich tot het christendom, werd leerling van Jezus, die in plaats van hebzucht en de machtswellust een arme weduwe ten voorbeeld had gesteld. De arme weduwe in het evangelie van deze zondag (Marcus 12, 38-44) offerde van haar armoe al wat ze bezat. Toen Maarten een bedelaar tegenkwam, gaf hij deze de helft van zijn mantel.
De helft van zijn mantel: niet alles dus, zoals de arme weduwe, of zoals de weduwe in Sarefat, die op een woord van de profeet Elia haar laatste meel en olie met hem deelde, met het gerede risico dat zij en haar zoon van de honger zouden sterven.
Jezus eist dat we eerlijk zouden delen, maar nodigt uit om nog verder te gaan, zoals Hijzelf verder is gegaan: Hij is eenmaal geofferd, omdat Hij de zonden van allen op zich had genomen.
Wie weet hoe het verhaal van Sint-Maarten verder gaat, na zijn bekering op z’n achttiende en na het delen van die mantel? Wie weet dat hij terugging naar zijn eigen land om zijn ouders tot geloof te brengen? Dat hij zich terugtrok in de stilte om het leven van een kluizenaar te leiden? Dat hij toen tegen zijn wil tot bisschop van Tours werd gekozen en die dienst aan de Kerk niet weigerde, hoezeer de eenzaamheid hem ook lief was?
De Brief aan de Hebreeën stelt ons de krachteloosheid van de voortdurend herhaalde offers van de hogepriester in de tempel van Jeruzalem voor ogen en plaatst daar tegenover de kracht van het ene offer van Christus.
Onze verlossing ligt niet in het vele doen, maar in het ene geven.
Het geven van alles voor allen, in het vertrouwen dat God in onze noden zal voorzien, ook onze allergrootste nood, namelijk de overwinning op de dood.
Nooit meer oorlog was niet waar in 1918 en is het 100 jaar later nog steeds niet. Kan het ooit waar worden, zult u zich misschien afvragen? Alleen als er tegenover de demagogen en hun volgelingen christenen gesteld kunnen worden, die zoals Sint-Maarten bereid zijn om op de uitnodiging van Jezus in te gaan en zichzelf te ontledigen: eerst een halve mantel, dan hun hele bezit en tenslotte alles, om allen te kunnen dienen voor altijd.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.