Geliefde broers en zussen
Als we de Handelingen van de Apostelen lezen, wordt duidelijk dat de Heilige Geest de hoofdrol speelt in de zending van de Kerk. Hij is het die de tocht van de verkondigers leidt door hen de te volgen weg te tonen.
Drie merkwaardige gebeurtenissen
Dat zien we heel duidelijk op het ogenblik dat Paulus, bij zijn aankomst in Troas, een visioen krijgt. Een Macedoniër smeekt hem: Steek over naar Macedonië en kom ons te hulp (Hnd 16,9). De bevolking van Noord-Macedonië is daarover fier, fier omdat het Paulus is die geroepen werd om Jezus Christus te verkondigen. Ik herinner mij nog die fijne mensen die mij met grote hartelijkheid hebben ontvangen. Mogen ze het geloof bewaren dat Paulus hun verkondigde! De apostel aarzelt niet en vertrekt naar Macedonië, in de zekerheid dat het God zelf is die hem zendt. Hij meert aan in Filippi, een Romeinse kolonie (Hnd 16,12) op de Via Egnatia, om er het Evangelie te verkondigen. Paulus blijft daar enkele dagen. In deze drie dagen hebben drie merkwaardige gebeurtenissen plaats: 1) De evangelisatie en het doopsel van Lydia en haar gezin 2) gevangenschap samen met Silas omdat Paulus een slavin die door haar meesters uitgebuit werd van bezetenheid had verlost 3) de bekering en het doopsel van de gevangenisbewaarder en zijn gezin. We staan stil bij deze drie gebeurtenissen in het leven van Paulus.
Het aanmeren van het christendom in Europa
De macht van het Evangelie richt zich, vooreerst, op de vrouwen van Filippi, vooral op Lydia uit de stad Tyatira, verkoopster van purperen stoffen. Een godgelovige vrouw wier hart door de Heer wordt ontvankelijk gemaakt voor wat door Paulus gezegd werd. (Hnd 16,14). In werkelijkheid ontvangt Lydia Christus. Zij ontvangt het doopsel samen met haar gezin en ontvangt in haar huis hen die van Christus zijn, Paulus en Silas. Dit is het getuigenis van het aanmeren van het christendom in Europa. Het begin van een proces van inculturatie dat tot op vandaag voortgaat. Het begon langs Macedonië.
De hardheid van de gevangenis
Nadat ze de hartelijkheid van het huis van Lydia hadden ervaren, maken Paulus en Silas kennis met de hardheid van de gevangenis. Een overgang van de troost omwille van de bekering van Lydia en haar gezin, naar de troosteloosheid van de gevangenis. Ze komen daarin terecht omdat zij in naam van Jezus een slavin hadden bevrijd die een waarzeggende geest had en met haar waarzeggerij haar meesters veel opbracht. (Hnd 16,16). Haar meesters verdienden veel terwijl de arme slavin deed wat waarzeggers doen: de toekomst voorspellen, de hand lezen – zoals in het lied: Neem deze hand, zigeunerin. Er zijn mensen die hiervoor betalen. Ook vandaag, geliefde broeders en zusters, zijn er mensen die hiervoor betalen. Ik denk terug aan mijn bisdom waar, in een groot park, meer dan 60 tafeltjes stonden waaraan waarzeggers en waarzegsters zaten die de hand lazen en de mensen geloofden dat! En betaalden. Hetzelfde gebeurde ten tijde van Paulus. Uit weerwraak klagen haar meesters Paulus aan en brengen de apostelen voor de magistraten met de beschuldiging de openbare orde te verstoren.
Lofzang voor God
Maar wat gebeurt er? Terwijl Paulus in de gevangenis verblijft, gebeurt iets merkwaardigs. Troosteloosheid heerst, maar in plaats van te klagen, heffen Paulus en Silas een lofzang aan voor God. Die lofzang ontwikkelt een kracht die hen bevrijdt. Tijdens het gebed schudt een aardbeving heel het gebouw zodanig dat de deuren opengaan en de boeien van allen loskomen (cf. Hnd 16,25-26).
Zoals het gebed op Pinksteren zo heeft ook het gebed in de gevangenis wonderbaarlijke uitwerking.
Het licht van Christus
De gevangenbewaarder staat op het punt zelfmoord te plegen, hij denkt immers dat de gevangenen gevlucht zijn. Gevangenbewaarders bekochten met eigen leven de vlucht van een gevangene. Paulus roept hem echter toe: We zijn allen nog hier (Hnd 16,27-28). De gevangenbewaarder vraagt daarop: Wat moet ik doen om gered te worden? (v. 30). Het antwoord luidt: Geloof in de Heer Jezus, dan zult gij en uw huis gered worden. (v.31). Dan gebeurt de ommekeer. Midden in de nacht aanhoort de gevangenbewaarder het woord van de Heer samen met zijn gezin, biedt de apostelen onderdak aan, wast hun wonden want ze hadden stokslagen gekregen – en samen met zijn gezin ontvangt hij het doopsel omdat hij met heel zijn gezin nu in God geloofde. (v.34). Hij maakt de maaltijd klaar en nodigt Paulus en Silas uit bij hen te blijven. Dat is de troost! Midden in de nacht van deze gevangenbewaarder straalt het licht van Christus en de duisternis wordt overwonnen. De boeien vallen van het hart en samen met zijn gezin ervaart hij een ongekende vreugde. Zo bewerkt de Heilige Geest de zending. Vanaf het begin, vanaf Pinksteren en later is Hij het hoofdpersonage van de zending. Hij voert ons verder.
Het komt erop aan trouw te blijven aan de roeping die de Geest ons schenkt. Om het Evangelie uit te dragen.
Vragen ook wij vandaag aan de Heilige Geest een ontvankelijk hart, gevoelig voor God en gastvrij voor de broeders. Zoals het hart van Lydia. En een durvend geloof zoals dat van Paulus en Silas. En ook een openheid van hart zoals die van de gevangenbewaarder die zich door de Heilige Geest laat raken.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.