Bij het woord pelgrimeren denken moslims allereerst aan de bedevaart naar Mekka. Elke moslim wordt geacht die tenminste eenmaal in zijn leven te ondernemen, vertelde islamleerkracht Mohamed. Het is een rituele bedevaart, bol van de symboliek. Zo herbeleven de pelgrims de tocht van Hagar en haar zoon Ismaël door de woestijn, nadat ze door Abraham (en vooral Sara) was weggestuurd. Wanhopig liep ze tussen de bergen Safa en Marwa, op zoek naar water. Plotseling verscheen er een waterbron, die de naam Zamzam krijgt: God voorziet in alles. Tijdens de Hadj lopen de pelgrims zeven keer die afstand.
Vormelijk lopen het christelijk en het islamitisch pelgrimeren nogal uiteen, maar het spirituele doel is hetzelfde: de routine achterlaten, optrekken naar een heilige plaats om God te ontmoeten, en herboren terug naar huis keren.
Of zoals Barbara het verwoordde: Vandaag pelgrimeren we heel bewust vanuit een verlangen naar broederlijkheid en vrede, over de grenzen van religie heen. Pelgrimeren is ook buiten zijn eigen wereld treden om andere werelden te zien en te ontdekken. Dat gaan we ook vandaag doen, en Maria zal onze brugfiguur zijn die deze verschillende werelden met elkaar verbindt.
Witte rozen voor Maria
Van de moskee ging de pelgrimage ten slotte naar Abdij Roosenberg, ontworpen door de benedictijnse architect Dom Van der Laan. Bij de ingang vertelden zuster Trees en priester Luc Maes over de illustere geschiedenis van de abdij, en haar precaire toekomst.
We vechten als leeuwinnen om de abdij te behouden als een spirituele plek. Zuster Trees