De bisschop en Nobelprijswinnaar Ximenes Belo maakte zich volgens de Groene Amsterdammer schuldig aan misbruik van verschillende minderjarigen.
Paulo getuigt dat de Oost-Timorese gewezen winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede en bisschop Carlos Filipe Ximenes Belo s.d.b. hem als tiener van vijftien à zestien jaar na een eucharistieviering bij hem thuis uitnodigde en hem daarna betaste. Het misbruik heeft maar eenmalig plaatsgevonden, maar het Nederlandse opinieweekblad De Groene Amsterdammer verzamelde ook andere getuigenverhalen die veel meer belastend zijn.
De Groene Amsterdammer schrijft dat de bisschop jarenlang meerdere jongens seksueel heeft misbruikt. Ook Roberto, een ander misbruikslachtoffer, vertelt hoe de bisschop hem na een kerkelijk feest toen het te laat was om nog naar huis terug te keren, onderdak in zijn logeerkamer heeft aangeboden. De bisschop heeft mij die avond verkracht en seksueel misbruikt. Nog voor het ochtendgloren werd hij terug naar huis gestuurd en net zoals Paulo kreeg hij wat geld toegestopt. Dat was bedoeld om te zorgen dat ik mijn mond zou houden. En om er zeker van te zijn dat ik zou terugkomen. Ook daarna liet de jongen zich nog misbruiken, omdat zijn familie het geld nodig had.
Icoon
Nog volgens De Groene misbruikte mgr. Ximenes Belo zijn machtspositie tegenover jongeren die in extreme armoede leefden; het waren vaak weeskinderen. De getuigenissen zijn erg bezwarend voor de bisschop, die een prominente rol speelde in de onafhankelijkheidsstrijd van Oost-Timor en als een icoon werd beschouwd voor zowel de lokale Kerk als het land. Ximenes Belo zelf heeft nog niet gereageerd op de beschuldigingen van de vermeende zedendelicten. In 2002, kort na de erkenning van Oost-Timor als soevereine staat, nam hij plotseling ontslag. Volgens de officiële verklaring onthief de toenmalige paus Joannes Paulus II hem van zijn taken op diens eigen verzoek, wegens fysieke en mentale uitputting. Kort daarop verliet Belo Oost-Timor en in 2004 begon hij in Mozambique te werken als eenvoudige pastoor van een parochie.
