De katholieke Kerk heeft recent de 25ste verjaardag van haar aanwezigheid in Mongolië gevierd. Pas in de jaren 1990 werd de eerste katholieke gemeenschap dankzij scheutisten en later ook missiezusters van de Jacht in de hoofdstad Ulaanbaatar gesticht. De missionarissen konden rekenen op de gastvrijheid van de Mongoolse regering, omdat die ook op hen rekende voor de uitbouw van het onderwijs en de gezondheidszorg. De katholieke Kerk werd geregistreerd als een buitenlandse ngo.
Bij de eerste zendelingen was ook de Pool Wenceslao Padilla, die toen provinciaal-overste was in Taiwan. Hij is niet enkel de langst dienende missionaris in Mongolië, maar hij werd in 2003 ook benoemd tot de eerste en voorlopig ook enige bisschop in Mongolië. In eerste instantie ging de aandacht van hem en de andere missionarissen uit naar de opvang van straatkinderen, en later ook de oprichting van de eerste parochies. Die zorg van de aanvangsjaren klinkt vandaag door in de verschillende weeshuizen en zorgcentra die inmiddels in het hele land zijn opgericht.
Vandaag zijn er meer dan 70 missionarissen van een twaalftal congregaties in het land. Ze komen uit Afrikaanse landen zoals Congo, Kameroen en Tanzania, Aziatische landen zoals de Filipijnen, Korea en India, en Europese landen zoals Spanje, Frankrijk, Italië en Polen. Die religieuzen zetten er zich in voor het onderwijs, de organisatie van beroepsopleidingen, opvanghuizen voor wezen en zieken, basisonderwijs en medische diensten. Caritas Mongolië biedt bovendien hulp aan bij rampen en catastrofes, in het bijzonder bij de bevolking in afgelegen dorpen. Die zending van de katholieke Kerk in Mongolië wordt ondersteund door zo’n 1.300 inheemse Mongolen die inmiddels gedoopt zijn of de doop hebben aangevraagd.
Bron: Fides