85% van de nieuwe priesters in de Verenigde Staten bestempelt zichzelf als orthodox of conservatief.
Het belangrijkste onderzoek in vijftig jaar bij katholieke priesters in de Verenigde Staten toont een belangrijke verschuiving aan in de manier waarop de priesters zichzelf en hun priesterschap zien. In vergelijking met de oudere priesters zijn de geestelijken zowel theologisch als politiek aanzienlijk conservatiever. Het onderzoek gebeurde op initiatief van 'The Catholic Project' van de Katholieke Universiteit van Amerika bij 3.516 (van de 10.000) priesters in 191 bisdommen en eparchaten.
‘Zowel op het vlak van theologie als doctrine omschrijven jonge priesters zichzelf als ‘conservatief/orthodox’ of ‘zeer conservatief/orthodox’. Van de priesters die na 2020 werden gewijd was er geen enkele die zichzelf nog als zeer vooruitstrevend omschreef', zegt Stephen White, uitvoerend directeur van The Catholic Project. Volgens White situeert het kantelmoment zich bij degenen die tussen 1985 en 1989 tot priester werden gewijd. De ommekeer is opvallend omdat 68% van de Amerikaanse geestelijken van de jaren eind 1960-begin 1970 (periode vlak na het Tweede Vaticaans Concilie) zichzelf nog als progressief of zeer progressief bestempelde. Een tweede opmerkelijke verschuiving is dat het priestercorps in die periode van vijftig jaar zowel raciaal als etnisch veel diverser is geworden, met ook een sterke toename van Spaanssprekenden.
‘Ca. de helft (52%) van de nieuwe priesterwijdingen omschrijft zichzelf als conservatief of zeer conservatief, 44% (het hoogste percentage van welke groep priesterwijdingen dan ook) bestempelt zichzelf als gematigd’, aldus The Catholic Report. ‘Het aandeel nieuwe priesters dat zichzelf als politiek liberaal of theologisch progressief beschouwt, is sinds het Tweede Vaticaans Concilie gestaag afgenomen en is nu vrijwel verdwenen.’