De fundamenten van de kerk werden al in 2017 ontdekt bij opgravingen op 24 kilometer ten zuidwesten van Jeruzalem, in de heuvels van Judea.
Archeologen hebben in Israël een 1.500 jaar oude kerk ontdekt. Op inscripties in het Grieks staat te lezen dat het gebouw is toegewijd aan een glorieuze martelaar, maar het is onduidelijk wie deze martelaar is. Een andere inscriptie maakt nog duidelijk dat de oorspronkelijke eenvoudige, bescheiden kapel (met wellicht ook de overblijfselen van de onbekende martelaar, redactie) in een grotkamer tot een kerkgebouw met mozaïeken werd uitgebreid tijdens het bewind van keizer Flavius Tiberius, die regeerde van 578 tot 582 na Christus.
De regio kwam in de 7de eeuw onder de controle van moslims. Maar nog daarvoor werden de dierachtige afbeeldingen op de mozaïeken wellicht in het spoor van een christelijk iconoclasme vernield, al bleven er enkele in de crypte van de martelaar bewaard. De archeologen stelden echter vast dat de bloei van de gemeenschap ook in die periode daarna bleef aanhouden. Pas in de 10e eeuw werd het kerkgebouw verlaten, vermoeden archeologen van de Israëlische overheidsdienst voor de antieke oudheid.
Het is onduidelijk voor wie de kerk werd gebouwd. Oude archieven bevatten aanwijzingen dat het graf van de vroeg-christelijke martelaar Zacharia in de vijfde eeuw in deze buurt werd gevonden. Maar zelfs als de kerk aan Zacharia was gewijd, maken de overgebleven teksten niet duidelijk om welke Zacharia het ging.