Een groep van 500 Pakistaanse islamitische leiders veroordeelt openlijk religieus geïnspireerd geweld en terreur.
500 islamitische geestelijken van de Raad van Oelama (geleerden) uit Pakistan hebben een baanbrekende verklaring gepubliceerd waarin het religieuze geweld en terreur in naam van hun godsdienst expliciet worden veroordeeld en waarin Pakistan wordt opgeroepen om de rechten van minderheden te beschermen. Elke mens heeft het recht zijn geloof vrij te beleven, aldus de imams. De verklaring werd gepubliceerd op het einde van een overleg van de religieuze leiders over geweld en terreur in hun land.
De moslimgeestelijken benadrukken dat religieuze minderheden het recht hebben om in Pakistan te leven en daar trouw te blijven aan hun geloof. Pakistan is een multi-etnisch en multireligieus land. Het is de opdracht van de regering om het leven en het eigendom van niet-moslims in Pakistan te beschermen. De Raad van Oelama roept op tot een nationaal actieplan tegen het fundamentalisme. 2019 moet het jaar worden waarin de terreur wordt uitgeroeid.
De Pakistaanse arts en mensenrechtenactivist Paul Bhatti noemt de verklaring een belangrijke stap vooruit. Maar dit mag niet beperkt blijven tot mooie woorden. In februari 2013 heb ik aan een congres deelgenomen met de president, de premier en alle imams van Pakistan waarin ik dezelfde mooie intenties heb gehoord. Maar die zijn niet in daden omgezet.
Dr. Bhatti vindt dat de strijd tegen het extremisme moet beginnen in het onderwijs, want daar wordt van jongsaf haat tegen andersgelovigen gepreekt. Volgens de broer van de vermoorde politicus en toenmalige minister voor Minderheden in Pakistan, Shahbaz Bhatti, moet er bovendien een aanpassing van de grondwet komen. Dit is een positieve wending. Ik hoop dat deze verklaring van Islamabad tot concrete resultaten zal leiden.