Een onderzoek, in opdracht van het bisdom Regensburg, schetst de historische en sociologische achtergronden van het misbruik aan kathedraalscholen.
Rudolf Voderholzer, de bisschop van Regensburg, bestempelde begin van de week het geweld en seksueel misbruik door priesters en kerkelijke medewerkers op de kathedraalscholen van zijn bisdom tussen 1945 en 1995 als zijn meest deprimerende ervaring als bisschop. Tegelijk kondigde hij aan dat de preventie wordt versterkt en dat er nog sterker naar gestreefd wordt om die efficiënter te maken. De bisschop deed zijn uitspraak bij de voorstelling van onafhankelijke rapporten van experts van de universiteit van Regensburg.
Onze belangrijkste doelstelling is nu om gerechtigheid en tevredenheid voor alle slachtoffers te waarborgen, om ons verdriet te tonen en om lering te trekken voor toekomstige generaties. Bisschop Rudolf Voderholzer
Al tijdens de tweede helft voor vorige eeuw waren er klachten over misbruik in deze scholen. Maar pas in 2010 raakten de mishandeling en het misbruik algemeen bekend. In juli 2017 publiceerde het bisdom een rapport dat bevestigde dat 547 koorleden er al meer dan een halve eeuw lichamelijk en emotioneel misbruik leden. Volgens de nieuwe rapporten van twee historici van de Universiteit van Regensburg werd 12,6 procent van de 4.350 jongens die er van 1945 tot 1995 studeerden slachtoffer van geweld en misbruik. De sadistische methoden gingen vaak veel verder dan de lijfstraffen die tot 1983 in Beieren waren toegestaan, aldus het rapport. Volgens de experts werd de mishandeling van studenten vergemakkelijkt door institutionele inertie, de late invoering van modernere onderwijsmethoden en een cultuur van stilte, bij zowel de kerk als de overheid.