Broederlijk Delen veroordeelt de druk om te beletten dat schendingen van de rechten van Palestijnse kinderen bij de Veiligheidsraad worden besproken.
De plaatsvervangende Belgisch ambassadeur in Israël werd vorige week twee keer op het matje geroepen omdat België de kinderrechtenorganisatie en partner van Broederlijk Delen,Defense for Children International Palestine (DCI-P), uitnodigde om te spreken voor de VN-Veiligheidsraad. Israël vreest dat de ernstige en systematische schendingen van de rechten van kinderen in de bezetten gebieden hiermee opnieuw onder de aandacht komen. Daarom wordt DCI-P weggezet als een organisatie die banden heeft met terroristen.
België brengt momenteel als voorzitter van de VN-Veiligheidsraad de kwestie van kinderen in gewapende conflicten op de agenda.
Voor de volgende zitting van de raad op 24 februari is een jurist van DCI-P uitgenodigd. De organisatie verleent juridische bijstand aan Palestijnse kinderen wanneer zij worden gearresteerd en berecht door Israëlische militaire rechtbanken. Ze documenteert daarbij de schendingen van de rechten van het kind en de slechte behandeling die de kinderen vaak moeten ondergaan.
Defense for Children International Palestine is een legitieme organisatie die uiterst belangrijk werk verricht. Daarom zijn wij, samen met DCI-België, van mening dat hun tussenkomst op de Veiligheidsraad van de VN in het kader van de aandacht voor de rechten van kinderen in gewapende conflicten bijzonder relevant is. Wij ondersteunen het werk van DCI-P al vele jaren. Zij zijn een gerespecteerde en professionele kinderrechtenorganisatie. De beschuldigingen aan hun adres zijn ongefundeerd en zonder enig bewijs en dienen enkel als bliksemafleider, zegt Katelijne Suetens, beleidsmedewerker Palestina-Israël bij Broederlijk Delen. Wij zijn België zeer erkentelijk voor de wijze waarop zij als voorzitter van de Veiligheidsraad de mensenrechten en in het bijzonder de rechten van kinderen centraal stelt.