Volgens de bisschop van Bangassou is het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek in alle hevigheid hervat.
Sinds antibalakamilities op 13 mei de stad Bangassou veroverden, is het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek in alle hevigheid hervat. Bisschop Juan José Aguirre Munos: Er wordt al verschillende dagen hevig gevochten. Door het geweld van de antibalaka is de helft van de bevolking baar de Democratische Republiek Congo gevlucht. 2.000 moslims zijn naar de terreinen van de kathedraal gevlucht, waar zij door de Marokkaanse blauwhelmen tegen antibalaka beschermd worden. Maar de antibalaka plunderen Bangassou en proberen moslims op alle mogelijke manieren te treffen. Ze doden hen en beletten dat zij zich met voedsel, water of brandstof om te koken bevoorraden. Aanvallen volgen elkaar op en zaaien dood en verderf.
Volgens de bisschop van Bangassou zijn er wel VN-blauwhelmen (Minusca) in de stad gelegerd, maar die kunnen slechts de ergste ontsporingen beletten. Antibalaka ontpoppen zich tot regelrechte misdadigers, nog erger dan hun tegenstanders. Op 24 juli probeerden zij een vluchtelingenkamp binnen te dringen, maar daar werden zij door Marokkaanse blauwhelmen weggejaagd. Een Marokkaanse blauwhelm werd gedood en drie anderen raakten gewond. Moslims probeerden de kathedraal te bestormen en in brand te steken, maar brengen zo andere moslims in gevaar.
Het geweld kwam tot uitbarsting na de ontvoering van een zwangere 21-jarige vrouw door antibalaka op 21 juli. Een vijftiental jonge moslims ontvoerden uit wraak twee hulpverleners van Caritas en hun gezinnen, samen een dertigtal personen. De Minusca slaagde erin deze gevangenen te bevrijden. Uit wraak bestormden zij de kathedraal en brachten er ernstige schade toe, maar de brandstichting mislukte.